VO - Blok 1 - Les 4: Dieren met angst

Dieren met angst
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieNederlands+1Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zit 38 slide, met interactieve quiz, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Dieren met angst

Slide 1 - Tekstslide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.

Kennen dieren angst denk je?
Ja
Nee
Weet ik niet

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt het?
Tekst
Onderzoek
Woordenschat
Leestafel
Boekenclub
Dit leer je nu
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Afbeelding vergroten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Leestafel
  • Introductie onderwerp
  • Tekst
  • Onderzoek
  • Presenteren onderzoek
  • Woorden
  • Boekenclub
  • Terugblik/afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je deze les leren?
  • Je kunt een geschikt nieuwsartikel vinden om met de hele groep over te discussiëren.​
  • Je kunt overeenkomsten en verschillen noemen tussen angst bij mensen en angst bij dieren. ​
  • Je leert tien nieuwe woorden en kunt deze toepassen.
  • Je kunt de deelonderwerpen uit de tekst halen. ​
  • Je kunt de kern van elk deelonderwerp samenvatten. ​
  • Je kunt online onderzoek doen naar angst bij dieren.​
    Je kunt je onderzoeksresultaten aan de groep presenteren​
  • Je kunt in tweetallen denkvragen over de woorden kiezen en beantwoorden. ​
  • Je kunt benoemen welke trucjes een schrijver kan toepassen om een verhaal spannend te maken​
  • Je kunt in één zin samenvatten wat je vóór deze les nog niet wist en nu wel weet. ​

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel?
Leerdoel: je kunt een artikel vinden dat geschikt is om over te praten met de hele groep.
De leestafel
Zoek een artikel dat jij interessant vindt
en waar je wel met de groep over zou willen
praten / van gedachten wisselen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Upload hier een foto van jouw artikel.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit zijn goede verdiepingsvragen!
  • Hoe kan het nou dat... ? 
  • Wat ik niet snap is... ?


  • Wat zou er gebeuren als... ?
  • Zou iedereen... ?
  • Hoe zou dat in de toekomst gaan?
  • Hoe zou dat in het verleden zijn gegaan?
  • Hoe zit dat eigenlijk in andere landen?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De introductie op 
het onderwerp van de tekst
Leerdoel?
Leerdoel: je kunt overeenkomsten en verschillen noemen tussen angst bij mensen en angst bij dieren.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je aan een mens merken dat hij/zij bang is?

Slide 11 - Woordweb

Extra vraag: Hoe zit dat bij dieren?

Hoe zit dat bij dieren?

Slide 12 - Open vraag

Bekijk de reacties van de leerlingen. 
De tekst: eerst even scannen! 
Leerdoelen?
Leerdoelen:
  • Je kunt de deelonderwerpen uit de tekst halen.
  • Je kunt de kern van elk deelonderwerp samenvatten.
bron
Bron: Seven Days (website bestaat niet meer) (25/6/2018)

Tekst bewerkt voor onderwijsdoeleinden.
scannend lezen
Scannen, hoe doe je dat?
  • Je leest eerst de titel, de inleiding en de kopjes van de alinea’s
  • Je kijkt naar de afbeeldingen in de tekst
  • Je bekijkt de 10 woorden die in de kantlijn zijn uitgelegd
  • Zijn er nog andere opvallende dingen in de tekst?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waar denk je dat de tekst over zal gaan?

Slide 14 - Open vraag

Bekijk de reacties van de leerlingen. 
Lees de hele zin. Ook de zin ervoor en erna zeggen vaak iets over het woord.
Zoek het woord op in een woordenboek of in een zoekmachine op internet.
Ken je het woord in
een andere vorm wel?
Vraag het aan iemand.
Wie weet kent diegene het woord!
Kijk of er een bekend woord
zit in het onbekende woord.
Heb je het woord eerder gezien?
Waar ging de tekst toen over?
Wat kun je doen als je een woord niet begrijpt?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de volgende opdrachten bij de tekst:
Lees de inleiding en de eerste alinea.
  • Welke problemen stapelden zich op bij geit Polly?
     Noteer deze zin.

Lees de hele tekst
  • Uit welke deelonderwerpen bestaat de tekst? Hoe zie je dat?
  • Noteer of markeer de kern van elk deelonderwerp.
  • Welke mogelijke verklaring wordt er gegeven voor het feit dat het geitje rustig wordt van het eendenpak? Noteer deze zin in de tekst.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De titel en de inleiding
Eendenpak tegen angstaanvallen
Oké, het 'eendenpak tegen angstaanvallen' staat nog niet geregistreerd als officieel geneesmiddel, maar het helpt 
geit Polly in ieder geval uit de penarie!

Geitje Polly (afbeelding 1) werd gered door de dierenopvang Goats of
Anarchy. Haar eigenaar kon niet meer voor haar zorgen toen Polly's
gezondheidsproblemen zich opstapelden. Zo is ze blind en zit het
neurologisch ook niet helemaal lekker. Ook heeft ze last van ernstige
angstaanvallen en dan is ze bijna niet te kalmeren.
geregistreerd staan als
geregistreerd staan als: vastgelegd in een document
neurologisch
neurologisch: wat te maken heeft met de hersenen
uit de penarie helpen
uit de penarie helpen: uit de nood helpen
zich opstapelen
zich opstapelen: steeds meer en erger worden
afbeelding 1
Klik op de afbeelding om hem te vergroten.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke problemen stapelden zich op bij geit Polly?
Noteer deze zin.

Slide 18 - Open vraag

Polly heeft de volgende klachten: ze is blind, neurologisch niet lekker en heeft angstaanvallen.
Alinea 2
Halloweenkostuum
Er is echter één heel aandoenlijke oplossing voor die angstaanvallen: een eendenpak. Haar baasje kocht een eendenpak op de kinderafdeling van een warenhuis en dat blijkt een schot in de roos. Wanneer Polly het draagt ontspant ze meteen. “Zodra ik het haar aantrok, wordt ze kalm”, vertelt baasje Leanne Lauricella. En daarnaast ziet het er ook nog eens ontzéttend vertederend uit.
aandoenlijk
aandoenlijk: ontroerend, lief
een schot in de roos
een schot in de roos: een succes

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alinea 3 en 4
Vreemd gedrag
Voor die tijd rende Polly vaak manisch rond en huilde ze wanneer ze haar baasje niet kon vinden. Ook vertoonde ze vreemd gedrag. “Ze ging dan in een hoekje van het huis staan en aan een muur zuigen. Dit eendenpak heeft iets wat
haar kalmeert. Ze sluit haar ogen en is in trance.” Tegen de Britse krant Metro vertelde Leanne dat het eendenpak waarschijnlijk net zo geruststellend werkt als een baby inbakeren. Sindsdien heeft Leanne al heel wat andere pakjes en dekens geprobeerd bij Polly, maar de eenden-outfit werkt nog altijd het best.
in trance
in trance: de droomtoestand waarbij je bewustzijn verandert
inbakeren
inbakeren: strak in een doek wikkelen
manisch
manisch: overdreven energiek 
Zielig
Veel Instagram-volgers vonden al het verkleden maar zielig, maar Leanne verzekert iedereen dat het Polly juist helpt. En zodra de angstaanval over is, gaat het pakje uit en dartelt ze als gewone Polly weer verder.
dartelen
dartelen: speels en vrolijk heen en weer rennen 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Uit welke deelonderwerpen bestaat de tekst? 
Hoe zie je dat?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Schrijf de kern op van
elk deelonderwerp.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke mogelijke verklaring wordt er gegeven voor het feit dat het geitje rustig wordt van het eendenpak?
Noteer deze zin hier.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

  1. Kies zo één van de onderwerpen op de volgende slide. 
  2. Stel onderzoeksvragen op: wat wil je over dit onderwerp te weten komen?
  3. Maak goede aantekeningen tijdens het lezen van de informatie. 
  4. Noteer de antwoorden op je onderzoeksvragen in je eigen woorden of maak een mindmap.
Hoe doe je goed onderzoek?
Het onderzoek
Leerdoel?
Leerdoel: : je kunt onderzoek doen naar een subthema gerelateerd aan angst bij dieren.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angst bij dieren          
Wat ga jij onderzoeken? 
Kies één van deze onderwerpen.
Klik op de hotspot voor 
meer informatie.
Dieren kunnen dus ook angst ervaren, zo zagen we bij geit Polly. Maar hoe merk je eigenlijk aan dieren dat ze bang zijn? Krijgen zij ook klamme pootjes? En breekt het zweet hen uit? Of gillen ze de hele boel bij elkaar? En ervaren zij eigenlijk ook adrenaline? Op welke manieren uiten dieren hun angst?
Hoe bepaalt een dier             
waar het bang voor is?          
In het dierenrijk heerst er een duidelijke rangorde. Dieren weten kennelijk voor welk ander dier ze moeten vrezen en welk dier er juist voor hen moet vrezen. Maar hoe weten dieren dit? Hoe weten welk dier er een gevaar voor hen vormt en welk dier niet? En een jeep vol toeristen wordt niet aangevallen door een roofdier, maar zodra er iemand uitstapt, wordt degene een prooi. Hoe zit dat?
Eigen onderwerp          

Slide 25 - Tekstslide

Uitleg:

Je krijgt kort de tijd om zoveel mogelijk nieuwe informatie​ te vinden. Deze informatie deel je straks met de groep.​ Zet zoveel mogelijk van de gevonden informatie op een ​blad of maak er een mindmap van.​​
   Handige bronnen: 

   Handige zoektermen:
  • ‘angst bij dieren’
  • ‘het bange dier’
  • ‘hiërarchie dierenrijk’
  • ‘roofdier of prooidier’

Let goed op...
Hier komt een aantal tips!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk onderwerp heb jij gekozen?
Angst bij dieren
Hoe bepaalt een dier waar hij bang voor is?
Eigen onderwerp

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

3, 2, 1 ... 
Tijd voor 
onderzoek!
timer
20:00

Slide 28 - Tekstslide

Hier kun je instellen of de leerling mogen overleggen of zelfstandig aan het werk moeten.
Ook kun je een tijd instellen hoe lang ze aan hun onderzoek mogen werken. 
Een mindmap maken
Een mindmap is een schema opgebouwd uit begrippen en 
plaatjes die zijn geordend in de vorm van een boomstructuur 
rond een centraal thema.


  1. Start met een centraal beeld of woord
  2. Maak takken & subtakken
  3. Gebruik maximaal één sleutelwoord per tak
  4. Maak je mindmap van globaal naar specifiek
  5. Werk in de richting van de klok
  6. Gebruik verschillende kleuren
  7. Maak tekeningen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke nieuwe informatie ben je te weten gekomen in 
jouw onderzoek? Vertel het aan de andere leerlingen 
of typ hier je aantekeningen.
Presentatie onderzoeksresultaten
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: : je kunt onderzoek doen naar een subthema gerelateerd aan fobieën 



Leerdoel?
Leerdoel: je kunt je eigen onderzoek presenteren aan de klas.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


    Even terugkijken naar het onderzoek. Welke doelen heb je al
    behaald? En welke (nog) niet? Sleep ze naar het juiste vak.
Wist je dat...
wanneer je een doel versleept, erachter een nieuwe verschijnt.
Hoe ging het onderzoek?
Ja, dit doel heb ik behaald.
Nee, aan dit doel moet ik nog werken.
Ik heb goede onderzoeksvragen bedacht.
Ik heb nieuwe dingen geleerd.
Ik heb veel informatie gevonden bij mijn onderzoeksvragen.
Ik ben nu ook nieuwsgierig geworden naar andere zaken omtrent dit onderwerp.
Ik kan kort vertellen 
wat ik te weten ben gekomen.
Ik heb de onderzoekstijd 
nuttig en goed besteed. 
Ik heb effectief met iemand samengewerkt. 
Ik kan minimaal twee  woorden van deze les gebruiken bij mijn presentatie.

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
Maak tweetallen en kies twee van de onderstaande denkvragen:

a. Wanneer zou iemand graag uit de penarie worden geholpen? 
     Geef een voorbeeld van een situatie.
b. Waarom zouden jouw gegevens op school geregistreerd worden?
c. Geef een voorbeeld van iets dat jij echt ‘een schot in de roos’ vond.
d. Omschrijf de werkplek van een neuroloog.
e. Op welke momenten zouden dieren of mensen dartelen?
f. Waar komen de uitdrukking ‘uit de penarie helpen’ en ‘in de penarie
   zitten vandaan? Zoek de etymologie (herkomst) van het woord
   ‘penarie’ op. 
Leerdoel?
Leerdoel: Je kunt in tweetallen denkvragen over de woorden kiezen en beantwoorden. 
 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welke trucjes kan een schrijver toepassen om een verhaal 
spannend te maken? Bedenk er minimaal twee.
De boekenclub
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: : je kunt onderzoek doen naar een subthema gerelateerd aan fobieën 



Leerdoel?
Leerdoel: Je kunt benoemen welke trucjes een schrijver kan toepassen om een verhaal spannend te maken.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Lees hier een deel van het verhaal Escaperoom 
van Mirjam Mous. Welke trucjes zie/lees je terug? 
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: : je kunt onderzoek doen naar een subthema gerelateerd aan fobieën 



Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting & Terugblik

Lees de tekst voor de volgende les alvast thuis. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Noem drie dingen die je deze les geleerd hebt:

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Noem twee dingen waar je 
nog wat meer over wilt weten:

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat ga je thuis vertellen over deze les?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies