Introduction lesson
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
What's my favorite animal?
A
A cow
B
An elephant
C
A cat
D
A tiger
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
How old am I?
A
25
B
35
C
28
D
30
Slide 6 - Quizvraag
Where do I live?
A
Bolsward
B
Sneek
C
Leeuwarden
D
Ameland
Slide 7 - Quizvraag
My favourite thing to do is:
A
Climbing
B
Reading
C
Sleeping
D
Eating
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
My favourite drink is
A
Coffee
B
Tea
C
Cola
D
Water
Slide 10 - Quizvraag
I used to work as a...
A
chicken catcher
B
call center agent
C
garbage man
D
dishwasher
Slide 11 - Quizvraag
I am ...
A
a nightowl
B
a morning person
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Klassenregels
Slide 17 - Woordweb
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Engels als vak ...
A
Vind ik super makkelijk
B
Met uitleg begrijp ik het wel
C
Ik moet erg mijn best doen
D
Ik heb een hekel aan Engels
Slide 20 - Quizvraag
Ik vind het leuk ...
A
Als we elke les een stukje lezen.
B
Om de hele les in stilte te werken.
C
Om actieve opdrachten en spelletjes te doen.
D
Om veel grammatica oefeningen te maken.
Slide 21 - Quizvraag
Wat is je bijgebleven van Engels vorig jaar?
Slide 22 - Open vraag
Wanneer en hoe vaak gebruik jij Engels buiten de lessen?
Slide 23 - Open vraag
Hoe krijgt de docent mij gemotiveerd voor de les?
Slide 24 - Open vraag
Ik werk het best/liefst
A
alleen
B
in tweetallen
C
in groepjes
D
op de gang (:
Slide 25 - Quizvraag
Ik vind het leuk als we tijdens Engels gaan ...
A
Spreken
B
Lezen
C
Schrijven
D
Luisteren
Slide 26 - Quizvraag
Waar sta ik met Engels?
A
Ik versta het wel maar speken vind ik lastig.
B
Ik kan het verstaan en lezen maar spreken vind ik lastig.
C
Spreken gaat goed maar spelling en schrijven is moeilijker.
D
Het gaat mij allemaal goed af!
