Kwadratische Vergelijkingen - Eindsprint

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Kwadratische Vergelijkingen

Eindsprint voor de meivakantie

Paragraaf 7.1

Wat is de oplossing van de vergelijking?

5x=15

1. 3
2. 10
3. 1
4. kan niet

Wat is de oplossing van de vergelijking?

x​2​​=0

1. x = 0
2. x = 4 of x = -4
3. x = 16
4. Ik vind dit best lastig...

Wat is de oplossing van de vergelijking?

x​2​​=16

1. x = 4
2. x = 4 of x = -4
3. x = 16
4. Ik vind dit echt heel moeilijk...

Wat is de oplossing van de vergelijking?

x​2​​=−16

1. x = 4
2. x = 4 of x = -4
3. x = 16
4. Er is geen oplossing voor deze vergelijking

Geen oplossing

1 oplossing

2 oplossingen

3x² = 6

x² = -81

x²-41 = -41

Paragraaf 7.2

Haal een zo groot mogelijke factor buiten haakjes:

2x​2​​−10x

1. x(2x−10)
2. 2x(x−10)
3. 2x(x−5)
4. 2x(x+5)

Haal een zo groot mogelijke factor buiten haakjes:

6x​3​​−12x

1. x(6x​2​​−12)
2. 2x(3x​2​​−6)
3. 3x(2x​2​​−4)
4. 6x(x​2​​−2)

Haal een zo groot mogelijke factor buiten haakjes:

4x​2​​y+xy−xy​2​​

1. x(4xy+y−y​2​​)
2. y(4x​2​​+x−xy)
3. xy(4x+1−y)
4. xy(4x+1+y)

Paragraaf 7.3

Vind 2 getallen voor de product-som-methode:

x​2​​−10x−24

1. -2 en -12
2. 2 en -12
3. -4 en -6
4. 4 en -6

Vind 2 getallen voor de product-som-methode:

x​2​​+x−12

1. -3 en 4
2. 3 en 4
3. 2 en -6
4. -2 en -6

Ontbind in factoren.

x​2​​−4x−32

1. (x−4)(x−8)
2. (x−4)(x+8)
3. (x+4)(x−8)
4. (x+4)(x+8)

Paragraaf 7.4 en 7.5

Los de kwadratische vergelijking op.

x​2​​+11x+18=0

1. x = 2 of x = 9
2. x = -3 of x = -6
3. x = -2 of x = -9
4. Geen oplossingen

Los de kwadratische vergelijking op.

x​2​​+5x+6=0

1. x = 1 of x = 5
2. x = -2 of x = -3
3. x = -1 of x = 6
4. x = 1 of x = -6

Los de kwadratische vergelijking op.

7x​2​​−21x=0

1. x = 3
2. x = 0 of x = 3
3. x = 0 of x = -3
4. Geen oplossingen

Los de kwadratische vergelijking op.

x​2​​+12x+35=0

1. x = -5 of x = -7
2. x = 5 of x = 7
3. x = -5 of x = 7
4. x = 5 of x= -7

Los de kwadratische vergelijking op.

4x​2​​+20x=4x

1. x = 0 of x = 6
2. x = 0 of x = -6
3. x = 0 of x = 4
4. x = 0 of x = -4

Los de kwadratische vergelijking op.

(−10+x)​2​​=49

1. x = 7 of x = -7
2. x = 17 of x = 3
3. x = -3 of x = -17
4. x = 0 of x = 59

Los de kwadratische vergelijking op.

(2x−4)(x+5)=0

1. x=2 of x=5
2. x=4 of x=-5
3. x=2 of x=-5
4. x=4 of x=5

Ik kan kwadratische vergelijkingen oplossen:

1. Ja.
2. Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
3. Nee, ik heb nog een paar vragen.
4. Nee, en ik overzie het allemaal niet meer.

Heb je nog vragen die we de eerste les na de vakantie moeten behandelen?