In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Vandaag gaan jullie een draakje maken.
Wat heb je nodig:
- gekleurd knutselpapier
- bord of deksel van een pan
- schaar
- lijm
- nietmachine
- potlood
- zwarte stift
Slide 1 - Tekstslide
Trek de deksel van de pan of het bord voor de helft over op gekleurd papier. Knip het halve rondje uit. Knip er 1 pizzapuntje uit.
Slide 2 - Tekstslide
Vouw van het grootste stuk (half rondje min het pizzapuntje) een kegel en plak de randjes
vast met lijm of niet het vast.
Slide 3 - Tekstslide
Knip een strook papier. Knip van een smal strookje van een andere kleur een kartelrand door elke keer driehoekjes uit te knippen. Plak de kartelrand aan de strook vast.
Slide 4 - Tekstslide
Rol de strook met de kartelrand op. Plak er een dun strookje rood papier in als tong. Plak er twee ogen op.
Slide 5 - Tekstslide
Maak de nek van een strookje papier en plak
dit vast aan de kop en het lijf.
Slide 6 - Tekstslide
Knip een kartelrand uit van rood papier. Plak dit op een strook. Plak de strook met de kartelrand op de rug van de draak.
Slide 7 - Tekstslide
Knip uit een vel rood papier 2 driehoekjes. Vouw deze dubbel
en knip aan de bovenkant boogjes.
Slide 8 - Tekstslide
Plak de vleugels aan de zijkant van de draak. Knip een ovaal van papier en plak dit op als buik.
Slide 9 - Tekstslide
Maak een foto van jouw draak en stuur dit naar de juf.