VMH.OP2.wk.1.les4online
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke vragen hebben jullie?
Slide 2 - Open vraag
Noem 3 onderwerpen die je bijgebleven zijn deze week.
Slide 3 - Open vraag
Wat is de toetscode van deze kennislijn?
A
OVK2TKCZ02
B
OVKV1KOG02
C
OVKV2KPP02
D
OVK2kPP01
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer is de eerste kans toets van deze kennislijn?
A
2.5
B
2.9
C
2.10
D
2.8
Slide 5 - Quizvraag
Waar kun je het toetsschema/toetsrooster vinden?
Slide 6 - Open vraag
Wat is psychiatrie (meerdere antwoorden nodig)
A
Het is een medisch specialisme dat zich bezig houdt met psychiatrische ziektebeelden
B
Het gaat daarbij zowel om diagnostiek en behandeling (therapie)
C
Het gaat om preventie en wetenschappelijk onderzoek naar de epidemiologie en werkingsmechanismen van deze aandoeningen
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 7 - Quizvraag
Wat is dit voor dans?
A
Een Weense wals
B
De Rumbo
C
Een Tango
D
De Jive
Slide 8 - Quizvraag
Waar denkt een verpleegkundige aan als het over de RUMBA gaat?
Slide 9 - Open vraag
In stap 3 van het verpleegproces wordt de focus gelegd op:
A
het afnemen van een anamnese
B
Het stellen van doelen en zorgresultaten
C
het vaststellen van problemen/diagnose(s)
Slide 10 - Quizvraag
Bewering: In Nederland is er een transitie gaande van participatiesamenleving naar verzorggingsstaat
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Er bestaan 6 dimensies van positieve gezondheid. Mentaal welbevinden is er 1 van. Wat wordt hier mee bedoelt?
A
Gezond voelen, fitheid, slapen, eten
B
sociale contacten, leuke dingen doen
C
Onthouden, concentreren, jezelf accepteren, gevoel van controle, omgaan met veranderingen
D
Erbij horen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de betekenis van herstelondersteunende zorg?
A
Aandacht geven aan functioneel, maatschappelijk en persoonlijk herstel
B
zorgen dat de cliënt volledig herstelt en kan meedoen in de maatschappij
C
Het vermogen om zich aan te passen en zelf regie te voeren, geven van psychische, lichamelijke en sociale uitdagingen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de betekenis van passend bejegenen?
A
De verpleegkundige maakt vooral gebruik van protocollen die centraal staan in de zorg
B
De verpleegkundige varieert flexibel, stemt optimaal af op de hulpvraag van de zorgvrager
C
De verpleegkundige stemt de zorg af die passend is bij haar of zijn eigen zopingstrategie
Slide 14 - Quizvraag
Ter afsluiting: Upload hier een foto of plaatje die je gevoel over deze week weergeeft.
