Mondelinge taalvaardigheid V4

Welkom bij de les
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij de les

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
  • Je weet wat er van je verwacht wordt bij de betogende voordracht.
  • Je weet hoe het betoog moet zijn opgebouwd.
  • Je kent het verschil tussen een eenvoudig en een gecompliceerd betoog.
  • Aan het eind van de les is de groepsindeling bepaald. 

Slide 2 - Tekstslide

Programma les
  • Groepsgesprek n.a.v. de film van Robin
  • Uitleg betogende voordracht
  • (Hoe presenteer je)
  • Opening betoog
  • beoordeling betoog

Slide 3 - Tekstslide

Groepsgesprek in kleine groepen 
Je hebt de film van Robin bekeken, waarbij je te maken kreeg met vijf dilemma's. 

  • Welke dilemma's heb jij gehad?
  • Wat heb je gekozen en leg uit waarom?
  • Heb je achteraf spijt van bepaalde keuzes?
  • Hoe is het bij jouw groepsgenoten gegaan?

timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

De betogende voordracht 
  • De betogende voordracht telt 15% mee!
  • Er zijn in totaal 3 werklessen en daarnaast werk je thuis.
  • Je werkt in tweetallen of alleen.
  • Je houdt een gecompliceerd betoog.
  • Je kiest uit een van de dilemma's van Robin de film.
  • Je schrijft een betoog a.d.h.v. meerdere betrouwbare bronnen. Deze komen terug in het betoog.
  • Het betoog duurt 5-6 minuten.

Slide 5 - Tekstslide

Fase 1 Oriëntatie 
  • Voordracht
  • Eigen spreekgedrag
  • Opbouw betoog

Fase 2 Voorbereiding
  • Onderwerp kiezen (dilemma's)
  • Stelling bedenken
  • Informatie verzamelen en verwerken (min. 3 bronnen)
  • Opzet maken voor de voordracht met je groepsgenoot  
Fase 3 Uitvoering 
  • De voordracht houden

Fase 4 Reflectie 
  • Reflecteren 


Slide 6 - Tekstslide

De betogende voordracht

Wat is het?
Het doel van de betogende voordracht is om het publiek te overtuigen van een standpunt. 
De betogende voordracht 

Waarom?
Je leert te overtuigen
Je leert je mening onderbouwen 

Deze vaardigheden heb je nodig in vervolgopleiding en beroep, maar ook in spontane situaties! 

Slide 7 - Tekstslide

Kijk eens naar de twee betogen op papier.

Wat is het verschil tussen deze twee betogen?

Slide 8 - Open vraag

soorten betoog
Eenvoudig betoog: 
  • Een mooie binnenkomer + standpunt
  • onderbouwing met argumenten voor.

Gecompliceerd betoog: 
  • een mooie binnenkomer + standpunt
  • argument 1
  • argument 2
  • tegenargument + weerlegging (dit mag ook ergens anders in de tekst)
  • argument 3


Slide 9 - Tekstslide

Welke structuur kan je aanhouden? 
  • A. Inleiding
  1. Onderwerp en stelling
  2. Achtergrond en belang van het onderwerp
  3. Aankondiging van de structuur van de voordracht (argumenten en tegenargumenten)



  • B. Middendeel
  1. Behandeling argument 1 
  2.  Behandeling argument 2 (etc.)
  3. Weerlegging tegenargument 1
  4. Weerlegging tegenargument 2 (etc.)

  • C. Slot
  1. Samenvatting van de argumentatie voor de stelling
  2. Afsluitende conclusie 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe presenteer ik? 
Eloquentia 
De vorm van welsprekendheid die gericht is op de praktijk, de mondelinge voordracht van teksten. 

Het gaat er niet om wat je zegt, maar hoe je het zegt.

Slide 11 - Tekstslide

Ik wou dat ik twee burgers was (dan kon ik samenleven)
en dit is mijn gedicht, komt u binnen
let niet op de galm, wees niet bang
laat ons beginnen in leegte
welkom in mijn krater van licht

ooit kwamen wij samen, u en ik, weet u nog
koel leefden wij op in de glans van een roemer
onze schaduwen als helder kristal
onze roem even terloops als de lichtval 
op de brief van een windstille vrouw 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat draagt bij aan de voordracht van Ramsey Nasr?

Slide 14 - Open vraag

Welsprekendheid 
• Houding;
• Mimiek;
• Tempowisseling;
• Volume;
• Handgebaren;
• Pauzegebruik;

• Intonatie;
• Natuurlijk;
• Vloeiendheid;
• Articulatie;
• Oogcontact.

Slide 15 - Tekstslide

Intonatie en interpretatie 
  •  ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief, zo sprak mijn lief mij toe’ 
  • Jan kust Marie 

Slide 16 - Tekstslide

Oefenen! 
In groepjes van vier: draag het gedicht van Rotown Magic om beurten voor. 
Wie is de koning van de .... 
- intonatie
- Vloeiendheid
- houding en gebaren
- mimiek 

timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hoe klink je slim?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Welke stijlfiguren kan je inzetten? 
  • Definitie: Stijlfiguren gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer. Het zijn middelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.
  • Lees de pagina effectieve stijlfiguren
  •  Kies 1 stijlfiguur uit dat je in gaat zetten tijdens je voordracht. Dit stijlfiguur komt in je presentatieplan. 
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

De voordracht presenteren - eerste minuut

Attentum parare (aandacht trekken)
Belang van onderwerp benadrukken;
humor; metafoor; anekdote; citaat; vraag …

Benevolum parare (welwillend maken)
Benadrukken eigen geloofwaardigheid;
complimenteren en bedanken;
gemeenschappelijkheid benadrukken;
gemeenschappelijke vijand…
Docilem parare (begrip mogelijk maken) 
Kern van de zaak geven; aankondiging
hoofdpunten; bruggetje; narratio (verhaal)...

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

De voordracht presenteren - laatste minuut 
  • Herhaal iets uit de opening 
  • Herhaal je drie belangrijkste argumenten om je statement nog een keer te ondersteunen 
  • Laat de “Dank u (voor de aandacht)”-dia achterwege 
  • Eindig met energie en daadkracht 

Slide 24 - Tekstslide

Hoe word je beoordeeld? 

Jullie gaan straks een filmpje van een betoog kijken, waarbij je het beoordelingsformulier in tweetallen gaat invullen. 
Je vult het beoordelingsschema in.

Wat is het eindcijfer?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Vul het beoordelingsschema in 
Bepaal het cijfer 
Noteer je naam en het cijfer dat je de presentatie geeft op het bord. 


timer
5:00

Slide 27 - Tekstslide

Met wie ga je presenteren?

Slide 28 - Open vraag

De opdracht is voor mij helemaal duidelijk.
0100

Slide 29 - Poll

Ik weet waar ik op moet letten bij de presentatie.
0100

Slide 30 - Poll

Ik vond dit een interessante les.
0100

Slide 31 - Poll