4TL 11.3 Je lijkt op Les 1

Thema 11: Erfelijkheid


11.3   Je lijkt op les 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 11: Erfelijkheid


11.3   Je lijkt op les 1

Slide 1 - Tekstslide

Korte herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel chromosomen heeft een menselijke cel?
A
23
B
24
C
46
D
48

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel chromosomenparen heeft een menselijke cel?
A
23
B
24
C
46
D
48

Slide 4 - Quizvraag

Waardoor wordt het fenotype bepaalt?
A
Genotype
B
genotype en omgeving
C
omgeving
D
omgeving en opvoeding

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noem je een stukje DNA met informatie voor een specifieke eigenschap?
A
Genotype
B
Gen

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een homozygoot en een heterozygoot genotype is.
  • Je kunt uitleggen wat een dominant en een recessief gen is.
  • Je kunt genotypen noteren in letters.

Slide 7 - Tekstslide

Homozygoot/heterozygoot
Twee dezelfde genen voor een bepaalde eigenschap op de chromosomen van 1 paar: 
HOMOZYGOOT
Twee verschillende genen voor een bepaalde eigenschap op de chromosomen van 1 paar:
HETEROZYGOOT
homo = hetzelfde            hetero = anders

Slide 8 - Tekstslide

Homozygoot

Hetzelfde

De 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn hetzelfde.


Slide 9 - Tekstslide

Heterozygoot

Verschillend

De 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn verschillend.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Dominant/recessief
Wat bepaald nou de eigenschap die het kind krijgt?

Het gen waarvan het kind de eigenschap krijgt noemen we DOMINANT. (Dit gen 'wint') 

Het gen dat heeft 'verloren' heet RECESSIEF.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe schrijven we dit op?

Dominant gen: HOOFDLETTER 

Recessief gen: kleine letter


Homozygoot dominant: AAheeft de dominante eigenschap

Homozygoot recessief: aaheeft de recessieve eigenschap

Heterozygoot: Aa = heeft dominante eigenschap; A wint van a


Er zijn dus altijd 3 mogelijkheden

Slide 13 - Tekstslide

Homozygoot

Hetzelfde

De 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn hetzelfde


AA
aa

Slide 14 - Tekstslide

Heterozygoot

Verschillend

De 2 genen voor één erfelijke eigenschap zijn verschillend

Aa

Slide 15 - Tekstslide

 Kruisingen
Door het maken van een kruisingsschema kan je het het genotype en fenotype van de nakomelingen voorspellen


Slide 16 - Tekstslide

Maken en lezen:

Lezen blz 103 t/m 108
Maken opdracht 1 t/m 10




De volgende les

11.4 Uiterlijk voorspellen
Kruisingsschema's



Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een homozygoot en een heterozygoot genotype is.
  • Je kunt uitleggen wat een dominant en een recessief gen is.
  • Je kunt genotypen noteren in letters.

Slide 18 - Tekstslide