3.3 Een onzeker bestaan

3.3 Anders actief: Bronnen - Een onzeker bestaan
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.3 Anders actief: Bronnen - Een onzeker bestaan

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen par. 3.3 
-Nog nooit waren Nederlanders zo rijk als nu. Hoe kan het dan dat er toch armoede is?
 -Hoe ziet het leven van laagopgeleide en beginnende werknemers eruit in Nederland?
-Je weet wat minimumloon is

Slide 2 - Tekstslide

Stijgende lonen en stijgende prijzen
- Nederlander waren nog nooit zo rijk, gelukkig en gezond als nu. 100 jaar geleden was honger heel gewoon.
- Toch nog veel arme Nederlanders, ze hebben het moeilijk
- Lonen en uitkering stegen, maar dingen werden duurder

Slide 3 - Tekstslide

Stijgende lonen en stijgende prijzen
- minder vaste banen voor laagopgeleiden
- Door open grenzen in de EU komen er mensen uit andere EU landen naar Nederland om hier te werken

Slide 4 - Tekstslide

Stijgende lonen en stijgende prijzen
- Het minimumloon is het laagste loon dat een werkgever volgens de Nederlandse wet mag betalen. 
- Voor mensen uit Polen en andere Oost-EU landen is dat meer dan ze in eigen land kunnen verdienen. 
- Ze komen daarom naar NL
- Voor laagopgeleide Nederlanders is het daarom steeds moeilijker om werk te vinden.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Aan het werk
Lees de theorie van 3.3 en bekijk en lees alle bronnen

Maken opdrachten:
1,2,3,4.5bc 

timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Herhaling 
Paragraaf 3.2
Veranderingen in oude arbeiderswijken

Slide 10 - Tekstslide

Wat is integratie?

Slide 11 - Open vraag

Leefbaarheid is...
A
geschiktheid van je huis om er goed te leven
B
geschiktheid van een wijk om er goed te leven
C
geschiktheid van de stad om er goed te leven
D
geschiktheid van de regio om er goed te leven

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van sociale onveiligheid?
A
Spullen vernielen
B
Inbraken
C
Afval dumpen in de wijk
D
Hangjongeren

Slide 13 - Quizvraag

Wat is sociale cohesie?
A
Hoe goed mensen met elkaar verbonden zijn
B
Hoe sociaal mensen zijn naar vreemden
C
Hoe betrokken je bent bij de wijk.
D
Hoe goed je samenwerkt met de gemeente

Slide 14 - Quizvraag

Waar is sociale cohesie het grootst?
A
In de stad
B
In grotere dorpen
C
Op het platteland
D
Overal in Nederland even hoog.

Slide 15 - Quizvraag

Hoe ontstaat structurele werkeloosheid in Nederland?
A
Door automatisering
B
Mensen willen bepaald werk niet meer uitvoeren
C
Het verdwijnen van werk naar andere landen
D
Niet iedereen hoeft meer te werken

Slide 16 - Quizvraag

De verbondenheid die mensen met elkaar voelen door gezamenlijke activiteiten en gesprekken noem je...
A
integratie
B
welzijn
C
sociaal-economische status
D
sociale cohesie

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn welvaartsziekten?

Slide 18 - Woordweb

Het opleidingsniveau is een voorbeeld van ...
A
buurtkenmerken
B
bewonerskenmerken

Slide 19 - Quizvraag

Dit zijn kenmerken van achterstandswijken
A
hoge werkloosheid, veel koopwoningen en drugsoverlast
B
weinig sociale cohesie, veel welvaartsziektes en veel koopwoningen
C
mensen met weinig opleiding, een slechte gezondheid en a-sociaal gedrag
D
hoge autodichtheid, weinig voorzieningen en hoge sociaaleconomische status

Slide 20 - Quizvraag

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 21 - Quizvraag

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll