§6.4 Is het eerlijk verdeeld?

Hoofdstuk 6
De overheid en ons inkomen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6
De overheid en ons inkomen

Slide 1 - Tekstslide

Stappenplan belasting

  • Stap 1 Belastbaar inkomen uitrekenen (inkomen +bijtellingen min aftrekposten)
  • Stap 2 Belasting Box 1 uitrekenen (werk en woning)
  • Stap 3 Belastbaar inkomen uit vermogen
  • Stap 4 Belasting in Box 3 (vermogen)
  • Stap 5 Verschuldigde inkomsten belasting: Box 1 + Box 3 – heffingskortingen
  • Stap 6 Te betalen aan de belastingdienst: verschuldigde inkomsten - loonheffing

Slide 2 - Tekstslide

Heffingskorting
Van de belasting die je in box 1 en box 3 hebt berekend, gaat nog heffingskorting af.

Berekening:
Verschuldigde inkomstenbelasting =
belasting box 1 + belasting box 3 - heffingskortingen

Slide 3 - Tekstslide

§6.4 Is het eerlijk verdeeld?

Slide 4 - Tekstslide

lesdoelen
Je leert:
  • welke uitgangspunten er zijn bij de belastingheffing
  • hoe de overheid zorgt voor gelijkmatige inkomensverdeling
  • wat nivelleren en denivelleren is

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bedenk enkele nadelen die de samenleving als geheel heeft als er heel grote welvaartsverschillen zijn tussen rijk en arm.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Lage inkomens   ---->        Hoge inkomens






Slide 9 - Tekstslide

Nivelleren >> inkomensverschillen worden kleiner...
Lage inkomens   ---->        Hoge inkomens






Belasting




Inkomen

Slide 10 - Tekstslide

Lorenzcurve:
  • B -> voor belasting
  • A -> na belasting
  • A-> inkomen is beter verdeeld (verschillen zijn kleiner geworden= nivellering)

Slide 11 - Tekstslide

Welk type belastingsysteem nivelleert de primaire inkomens?
A
degressief belastingsysteem
B
vlaktaks
C
progressief belastingsysteem
D
proportioneel belastingsysteem

Slide 12 - Quizvraag

Welke van deze
belastingtarieven
maakt de inkomens-
verschillen groter?
A
1. Proportioneel tarief
B
3. Degressief tarief
C
2. Progressief tarief
D
Geen van de drie

Slide 13 - Quizvraag

De belasting in box 1 wordt met een schijventarief berekend. Daarbij gelden verschillende, oplopende percentages. Hoe noem je zo'n oplopend tarief?

Slide 14 - Open vraag

Estland is een van de weinige landen met één tarief van 26% inkomstenbelasting. Sommige politici in ons land zouden ook graag zo'n vlaktaks willen, al zou het percentage dan wel hoger worden dan in Estland.
Noem een argument vóór de vlaktaks.
Noem een argument tegen de vlaktaks.

Slide 15 - Open vraag

lesdoelen
Je leert:
  • welke uitgangspunten er zijn bij de belastingheffing
  • hoe de overheid zorgt voor gelijkmatige inkomensverdeling
  • wat nivelleren en denivelleren is

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoel 1: Welke drie uitgangspunten zijn er bij belastingheffen?

Slide 17 - Open vraag

Leerdoel 2: Hoe zorgt Nederland ervoor dat de inkomens eerlijk zijn verdeeld

Slide 18 - Open vraag

Leerdoel 3: Het verschil tussen nivelleren en denivelleren

Twee beweringen over belasting.
I. Nederland kent een progressief belastingstelsel. Daardoor worden de inkomens genivelleerd.
II. Vlaktaks betekent slechts één marginaal belastingtarief; De inkomens nivelleren niet, maar denivelleren ook niet.
A
Beide zijn juist
B
I is juist II is onjuist
C
I is onjuist II is juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 19 - Quizvraag