Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammar unit 3
Today's planning
Herhaling grammatica!
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Today's planning
Herhaling grammatica!
Slide 1 - Tekstslide
May/might
May:
misschien
(kans 50 %)
I
may not have
time to walk the dog
Might:
heel misschien
(kans 30%)
I
might own
a horse one day!
Slide 2 - Tekstslide
(? weigeren) My lazy sister _____ if I ask her to walk the dog.
A
may refuse
B
might refuse
Slide 3 - Quizvraag
(?? zien) The officers ____ the burglar that is sneaking around.
A
may see
B
might see
Slide 4 - Quizvraag
(? geloven) Mum ___my lie about breaking the window.
A
may believe
B
might believe
Slide 5 - Quizvraag
(?? spreken) Julian ____ never _____ about this.
A
may never speak
B
might never speak
Slide 6 - Quizvraag
Je legt uit dat je favoriete speelgoed waarschijnlijk Fidget Spinners zijn.
Fidget Spinners ___ be my favourite toy, because they relax me.
A
may
B
might
Slide 7 - Quizvraag
Je vertelt dat je heel misschien het eerste uur op school zal komen om te leren.
I ___come to school during the first hour to study for my maths test.
A
may
B
might
Slide 8 - Quizvraag
Past simple
Wat
Past simple
Wanneer
Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd.
Hoe
Met –ed OF een onregelmatige vorm.
Signaalwoorden
Yesterday, last week, last month, two days ago, four days ago, months ago, etc.
Voorbeelden
He
walked
her home last night.
I
talked
to him on the phone yesterday.
She
tried
to close her book but a fly got caught in between the pages.
Slide 9 - Tekstslide
Past simple
Als in het verleden iets gebeurt, gebruik je de past simple
The past simple eindigt vaak op -ed.
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I played
You played
He/she/it played
We played
They played
You played
I
did
not
play
You
did
not
play
He/she/it
did
not
play
We
did
not
play
They
did
not
play
You
did
not
play
Did
I play?
Did
you play?
Did
he/she/it play?
Did
we play?
Did
they play?
Did
you play?
Slide 10 - Tekstslide
Past continuous
Wat
Past continuous
Wanneer
Om aan te geven dat iets in het verleden een tijdje doorgegaan is.
Hoe
was of were + hele werkwoord + ing
Signaalwoorden
Yesterday, last week, last month, two days ago, four days ago, months ago, etc.
Voorbeelden
He
was talking
to his teacher yesterday.
You
were working
last month.
She
was playing
yesterday.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Past continuous: (-to find) Nathan ____anything useful in those ruins.
Slide 13 - Open vraag
Past continuous: (+to walk) My mother and I down the road on a Sunday afternoon.
Slide 14 - Open vraag
Past continuous: (+to snore)Ralph the whole night. I couldn’t sleep at all!
Slide 15 - Open vraag
Past continuous: (?to whistle) _____ you ____? I could swear I heard something.
Slide 16 - Open vraag
Past simple: (to touch) Last week, my younger brother ____ a snake at the zoo.
A
touched
B
touching
C
were touching
D
have touched
Slide 17 - Quizvraag
past continuous: (to leave) Sam ______ the party when the police arrived.
A
left
B
was leaving
C
had left
D
have left
Slide 18 - Quizvraag
past simple: (to do) I ____my homework yesterday. So, I am going out to play.
A
have done
B
had done
C
did
D
does
Slide 19 - Quizvraag
past continuous: (to ride) Muhammed ____ his bicycle while the others kids were playing hide-and-seek.
A
have ridden
B
was riding
C
rode
D
rides
Slide 20 - Quizvraag
Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
.
Je geeft aan wat dat zelfstandig naamwoord is,
bijvoorbeeld snel of mooi.
She is wearing a
beautiful
dress
.
He
looks
tired
I
feel
good
Let op!
Bij deze werkwoorden moet je een
bijvoeglijk naamwoord gebruiken
:
be, taste, smell, look, sound en feel.
Slide 21 - Tekstslide
Adverb (Bijwoord)
Wat is een adverb (bijwoord)?
Een bijwoord
geeft meer informatie
over het hoe:
hoe iets gebeurt
of bijvoorbeeld
hoe oud iets is
.
Voorbeeld:
Hoe zingt zij?
She sings
beautifully
.
Hoe oud?
This castle is
incredibly
old.
Hoe maak je een bijwoord?
De vorm van het bijwoord is vaak
bijvoeglijk naamwoord + -ly.
Er zijn ook
onregelmatige bijwoorden.
Slide 22 - Tekstslide
Onregelmatige bijwoorden
Regelmatig
Onregelmatig
bad -- bad
ly
good --
well
slow -- slow
ly
fast --
fast
usual -- usual
ly
hard --
hard (=hard)
hardly (=nauwelijks)
real -- real
ly
daily --
daily
week -- week
ly
friendly --
in a friendly manner/way
Slide 23 - Tekstslide
Let op!
Let op
de spelling van sommige regelmatige bijwoorden:
y - ily
fun
ny
-- funn
ily
le - ly
gent
le
-- gent
ly
ic - ically
automatic -- automat
ically
ue -uly
true -- tru
ly
ll - lly
full -- fu
lly
Slide 24 - Tekstslide
Plaats van het bijwoord
vóór
een
bijvoeglijk naamwoord
of
een ander bijwoord:
You’re going to become
extremely
popular.
She works
really
seriously
on the journal.
vóór het hoofdwerkwoord:
She
regularly
asks
me to write for her website.
He
quickly
grabbed
the snake.
aan het einde van de zin voor meer nadruk:
He grabbed the snake
quickly.
She takes everything so
seriously.
Let op!
Bijwoorden staan
ná een vorm van to be (am / are / is / was / were).
They
are usually
late.
It
is not exactly
cheap, is it?
Een bijwoord staat in het algemeen
vóór het woord waarover het iets zegt
.
Slide 25 - Tekstslide
Many people think that he is an angry man.
A
Angry = in deze zin een adjective
B
Angry = in deze zin een adverb
Slide 26 - Quizvraag
Our teachers are so nice. They treat me very well.
A
nice = in deze zin een adjective
B
nice = in deze zin een adverb
Slide 27 - Quizvraag
The answer you wrote down looks perfectly correct to me.
A
perfectly = in deze zin een adjective
B
perfectly = in deze zin een adverb
Slide 28 - Quizvraag
Susanne looked at Raphael quite coldly.
A
coldly = is in deze zin een adjective
B
coldly = in deze zin een adverb
Slide 29 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Present Simple, Past Simple, Present Continuous, Past Continuous, Present Perfect
Juni 2022
- Les met
52 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammar unit 3
November 2022
- Les met
11 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Grammar: Past Continuous (verleden tijd, langere vorm)
Juni 2022
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Week 2: Passive (8B)
Augustus 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
week 6 present perfect continuous, past perfect continuous
Augustus 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Past Continuous (uitleg - crash film - vragen)
Juni 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
W22 verplichte grammar les
Mei 2020
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Grammar overview
Juni 2024
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3