WEEK 23-NE-2M-lezen-h5-HERHALING

Lezen H5
Kritisch lezen/tekst en publiek
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lezen H5
Kritisch lezen/tekst en publiek

Slide 1 - Tekstslide

                    Wat gaan we behandelen?

   

 1. Kritisch lezen 
 2. betrouwbaarheid van teksten
 3. Tekstbronnen 

Slide 2 - Tekstslide

Wat kan je je nog herinneren over (begrijpend) lezen?

Slide 3 - Open vraag

Wat vind je nog lastig met begrijpend lezen?

Slide 4 - Open vraag

Wat doe je als je een tekst kritisch leest?
A
Je bekijkt de tekst en leest de eerste alinea
B
Je leest de eerste en de laatste zin van de alinea's
C
Je leest de tekst van het begin tot aan het eind goed door
D
Je leest de tekst en beoordeelt of de informatie juist en betrouwbaar is

Slide 5 - Quizvraag

De betrouwbaarheid van een artikel nagaan
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen
C
Kritisch lezen
D
Studerend lezen

Slide 6 - Quizvraag

Je wil de tekst helemaal begrijpen. Welke leesmanier gebruik je?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Grondig lezen
D
Kritisch lezen

Slide 7 - Quizvraag

0

Slide 8 - Video

Zet de volgende bronnen op volgorde van betrouwbaarheid. 
Van minst betrouwbaar naar betrouwbaarst.
1
2
3
4
5

Slide 9 - Sleepvraag

Intensief lezen 
Verkennend lezen
Globaal lezen 
Zoekend lezen
Je leest niet de hele tekst maar je gaat direct op zoek naar de informatie die je nodig hebt
Voor je de tekst helemaal doorleest, bekijk je eerst de opmaak van de tekst. Je kijkt naar de titel en tussentitels, de algemene lay-out (opbouw van de tekst met alinea's, afbeeldingen...) en de cursief of vet gedrukte woorden en zinnen.
Je leest de tekst niet aandachtig door, maar bekijkt deze snel door naar titel, plaatjes, bronnen en tussenkopjes te kijken. Hierdoor krijg je een indruk van de tekst en kun je al nagaan wat je al weet van dit onderwerp.
Je leest de tekst heel aandachtig en grondig. 

Slide 10 - Sleepvraag

Waar moet je op letten als je de betrouwbaarheid van informatie wilt controleren? Het antwoord in de volgende dia plaatsen (foto van je schrift) 
Betrouwbaarheid

Slide 11 - Woordweb

Woordweb: betrouwbaarheid

Slide 12 - Open vraag


3. Welke bron is geschikt voor iemand in groep 6 

Bron 1 en  2 
Alleen bron 2
Geen van beide bronnen.
Alleen bron 1 .

Slide 13 - Sleepvraag

 Het antwoord in de volgende dia plaatsen (foto van je schrift) 
Noem een voorbeeld van een onbetrouwbare bron.

Slide 14 - Woordweb

Woordweb: onbetrouwbare bron

Slide 15 - Open vraag

lezen H1 opdracht 2

Slide 16 - Open vraag

lezen H5 opdracht 3

Slide 17 - Open vraag

Lezen H 5 opdracht 4

Slide 18 - Open vraag

NOG NIET KLAAR .... 

Slide 19 - Tekstslide