Hartziekten: Leer over angina pectoris, hartritmestoornissen, hartinfarct en hartfalen

Hartziekten: Leer over angina pectoris, hartritmestoornissen, hartinfarct en hartfalen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hartziekten: Leer over angina pectoris, hartritmestoornissen, hartinfarct en hartfalen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de verschillen tussen angina pectoris, hartritmestoornissen, hartinfarct en hartfalen benoemen en begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over hartziekten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is angina pectoris?
Angina pectoris is een pijn op de borst die optreedt wanneer het hart te weinig zuurstof krijgt door vernauwde kransslagaders.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartritmestoornissen
Hartritmestoornissen zijn abnormale hartslagen, zoals te snel, te langzaam of onregelmatig, die het normale hartritme verstoren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartinfarct
Een hartinfarct treedt op wanneer een deel van het hart geen bloed en zuurstof krijgt, meestal als gevolg van een verstopte kransslagader.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartfalen
Hartfalen is een aandoening waarbij het hart niet in staat is om voldoende bloed door het lichaam te pompen, wat leidt tot vermoeidheid en kortademigheid.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren
Risicofactoren voor hartziekten zijn onder andere roken, hoge bloeddruk, hoog cholesterol, diabetes en een inactieve levensstijl.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnose en behandeling
Diagnose van hartziekten omvat tests zoals een elektrocardiogram en bloedonderzoek. Behandeling kan medicatie, levensstijlaanpassingen en soms operaties omvatten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensstijlaanpassingen
Gezonde levensstijlaanpassingen, zoals regelmatige lichaamsbeweging, een gezond dieet en stoppen met roken, kunnen helpen bij het voorkomen van hartziekten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impact op zorgverlening
Het begrijpen van hartziekten is essentieel voor zorgverleners om patiënten te helpen bij het beheren van hun aandoeningen en het nemen van preventieve maatregelen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartgezondheid promoten
Als leerlingverzorgenden is het belangrijk om patiënten te informeren over het belang van hartgezondheid en preventiemaatregelen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casestudy: Patiënt met hartproblemen
Beschrijf een casestudy van een patiënt met hartproblemen en vraag de leerlingen om mogelijke zorg- en behandelingsplannen te bespreken.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen en antwoorden
Neem de tijd om vragen van de leerlingen te beantwoorden en moedig hen aan om openlijk hun gedachten en zorgen te uiten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Reflecteer op wat je vandaag hebt geleerd over hartziekten en hoe dit van toepassing kan zijn op je toekomstige rol als zorgverlener.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz
Doe een korte quiz om te controleren wat je hebt geleerd over angina pectoris, hartritmestoornissen, hartinfarct en hartfalen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Evalueer de les en geef feedback over wat je hebt geleerd en hoe de les kan worden verbeterd.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.