5.4

Welkom!
       Pak je boek (blz. 68), schrift en etui
Eerste 5 min kans om je schrift te laten zien
-5.3: voor vandaag 11e uur

Alleen als je onv. staat of onv. hebt gehaald op de laatste toets. Of als je het zelf wilt.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
       Pak je boek (blz. 68), schrift en etui
Eerste 5 min kans om je schrift te laten zien
-5.3: voor vandaag 11e uur

Alleen als je onv. staat of onv. hebt gehaald op de laatste toets. Of als je het zelf wilt.

Slide 1 - Tekstslide

Ready?
  • Is iedereen aanwezig?

  • Hebben we alles mee? Boek, schrift, etui, werkblad

  • Dewy en Suzanne: vrijdag 18 maart jullie lesje


Slide 2 - Tekstslide

Planning
LESDOEL: Woordformules: herkennen, mee rekenen, grafieken bij maken.

Herhalen 5.3 / afmaken uitleg
Uitleg 5.4
Aan de slag (?)
Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

5.3 herhalen
  • Hoe noem je zo'n tabel?
  • Tabel met regelmaat --> lineair verband
  • Boven en onder steeds dezelfde stappen, hoe noem je dit
  • regelmatige toename of afname
  • Hoe ziet de grafiek eruit?
  • Een rechte lijn

Slide 4 - Tekstslide

5.3 herhalen
  • Assenstelsel met grafiek tekenen
  1. Is het een lineair verband?
  2. Teken je assenstelsel (max 10 x 10) en schrijf alles erbij. Denk goed na over stapgrootte
  3. Zet 3 punten!   
    (boek zegt 2, ik zeg 3)
Neem over en teken mee

Slide 5 - Tekstslide

5.4 woordformules
  • Ik heb een kaars van 30 cm gekocht. Deze doe ik aan. Elk uur gaat er 3 cm vanaf. Ik wil weten hoelang deze nog is na 3 uur. 
  • En na 5? 
  • Wanneer is deze op?
  • Wat doe ik?
  • Opschrijven in een woordformule
  • Lengte (cm) = 30 - 3 x tijd (uren)

Slide 6 - Tekstslide

5.4 woordformules          
  • Lengte (cm) = 30 - 3 x tijd (uren) is een woordformule
  • Verband tussen 2 variabelen
  • Wat zijn de variabelen?
  • Lengte (cm) en tijd (uren)
  • Uitkomst  = startgetal + richtingsgetal x variabele
  • Startgetal: waar begin/start je mee?
  • Richtingsgetal: wat is de toename/afname? (per 1)
Neem over 

Slide 7 - Tekstslide

5.4 woordformules          
  • Wat als het startgetal 0 is?
  • 1 kilo kaas kost 5 euro. 
  • Prijs (euro) = 5 x gewicht (kilo)
  • Stel ik heb 3,5 kilo, hoeveel euro moet ik betalen?
Neem over 

Slide 8 - Tekstslide

5.4 woordformules           
Lengte (cm) = 30 - 3 x tijd (uren) 
Ik wil hier een grafiek bij maken
  1. Maak een tabel bij de woordformule
    Wat je invult bovenin,  wat je berekend onderin. 
    Minimaal 5 stappen
  2. Teken het assenstelsel (schrijf alles erbij!)
  3. zet 3 punten, teken je grafiek
Neem over en teken mee

Slide 9 - Tekstslide

5.4 woordformules
Laatste stukje "Controleren of een punt op de grafiek ligt" zelf zorgvuldig lezen!!!

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag

Maak: zie somtoday!

Kritisch nakijken!


Klaar? Laat hw zien als je onv. staat en/of hebt gehaald







Je gaat rustig aan het werk!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt. 


Slide 11 - Tekstslide

Lesdoel behaalt?
R: Ik weet wat een woordformule is en uit welke onderdelen een woordformule kan bestaan
T1: Ik kan rekenen met een woordformule en een grafiek tekenen van een woordformule
T2: Ik kan uitleggen wat de getallen in een woordformule en in een grafiek betekenen in een bepaalde situatie
I: Ik begrijp het verband tussen woordformule, tabel, coördinaten en grafiek en kan zelf een woordformule opstellen



Slide 12 - Tekstslide

Hoe ging de les?

Slide 13 - Tekstslide