Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
havo: haben, sein, werden
haben, sein, werden
verleden tijd
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
haben, sein, werden
verleden tijd
Slide 1 - Tekstslide
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 2 - Sleepvraag
het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 3 - Sleepvraag
Verleden tijd + haben - sein
haben sein
ich hatte war
du hattest warst
er/sie/es hatte war
wir hatten waren
ihr hattet wart
Sie/sie hatten waren
gehabt gewesen
Slide 4 - Tekstslide
Wat is geen juiste vorm van "sein" in de verleden tijd?
A
warsten
B
waren
C
war
D
wart
Slide 5 - Quizvraag
Welke vorm van de verleden tijd van het werkwoord 'haben' hoort bij du
A
du hattst
B
du hatte
C
du hattet
D
du hattest
Slide 6 - Quizvraag
........ihr dort auch mal?
Vervoeg SEIN in de verleden tijd.
A
Waren
B
Warst
C
Wart
D
War
Slide 7 - Quizvraag
Vervoeg SEIN in de verleden tijd.
.......Sie schon mal auf Ibiza?
A
Waren
B
Wart
C
War
D
Warst
Slide 8 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de verleden tijd in:
( sein ) Ich ..... sehr krank.
A
was
B
war
C
bin
D
ware
Slide 9 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van de verleden tijd in:
(haben) Wir ..... keine Ahnung.
A
haten
B
hatten
C
hattet
D
haben
Slide 10 - Quizvraag
Vervoeg HABEN in de verleden tijd.
.........ihr auch viele freunde?
A
Hattet
B
Hattest
C
Hatten
D
Hatte
Slide 11 - Quizvraag
Ich..............gestern Kopfschmerzen.
Vervoeg HABEN in de verleden tijd.
A
hatte
B
hattet
C
hattest
D
hatten
Slide 12 - Quizvraag
Ich (haben) ..... nichts dagegen!
Vervoeg HABEN in de verleden tijd.
A
habe
B
hatte
C
werde
D
werden
Slide 13 - Quizvraag
Wo (sein) ..... du gestern?
A
war
B
bist
C
warst
D
wurdest
Slide 14 - Quizvraag
Tegenwoordige tijd - werden
ich werde
du wirst
er/sie/es/man wird
wir werden
ihr werdet
sie werden
Sie werden
Slide 15 - Tekstslide
werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
Slide 16 - Sleepvraag
Mein Bruder (werden) ..... 15 Jahre alt.
A
werde
B
wirst
C
wird
D
werden
Slide 17 - Quizvraag
Was _________ (werden) er?
A
werden
B
wird
C
werdet
D
werde
Slide 18 - Quizvraag
Vul een vorm van het werkwoord werden in:
Ihr ....................... die Polizei anrufen
A
wirt
B
werdet
C
werden
D
wirst
Slide 19 - Quizvraag
Juiste vervoeging van het werkwoord werden tegenwoordige tijd
timer
0:30
000
A
ich werde du wirst er/sie/es wird
B
ich werde du werst er/sie/es wird
C
ich werde du wirst er/sie/es wirt
D
ich werde du wirst er/sie/es wird
Slide 20 - Quizvraag
Werkwoord "werden".
Meine Schwester ... fünfzehn Jahre alt.
A
wirdt
B
werdet
C
wirst
D
wird
Slide 21 - Quizvraag
Alles klar?
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
havo: haben, sein, werden
Oktober 2023
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
haben, sein werden verleden tijd
September 2024
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
KW23 -3v- Umgebung und Wetter
Oktober 2023
- Les met
43 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
haben, sein, werden in de t.t. & v.t.
Juli 2023
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
haben, sein werden in de verleden tijd
September 2022
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HA3: Kapitel 1: herhaling haben, sein, werden ott en ovt
Oktober 2022
- Les met
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
TL3: haben, sein, werden tt en vt
Augustus 2022
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 3
HABEN & SEIN & WERDEN verleden tijd
November 2023
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,3