- Heb je geoefend met het feedbackformulier spreken
Slide 4 - Tekstslide
5.2 Spreekdoel en spreekpubliek
Blz. 91 Theorie 3: Spreken voor publiek
Spreken voor publiek doe je altijd met een spreekdoel. Je wilt het publiek informeren, instrueren of overtuigen.
Wanneer je spreekt, moet je rekening houden met het publiek. Dit doe je door je af te vragen welk soort taalgebruik het beste past bij het publiek: formeel en informeel.
Ook moet je inschatten in hoeverre het publiek beschikt over bepaalde voorkennis.
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht 5
Situatie:
"Tijdens een basketbalwedstrijd raakt je vriendin zodanig geblesseerd dat ze naar de spoedeisende hulp moet. Jij gaat met haar mee. Ze heeft veel pijn en de arts vraagt jou wat er is gebeurd en welke eerste hulp is verleend. Je legt de arts uit hoe je vriendin geblesseerd is geraakt. Ook vertel je welke eerste hulp ze heeft gekregen"
Slide 6 - Tekstslide
Feedbackformulier spreken blz. 93
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht 6
Situatie:
"Je doet mee aan de landelijke finale van een discussiewedstrijd voor mbo-studenten. Eén van de discussies gaat over de volgende stelling: 'Het is niet terecht dat een werkgever loon moet doorbetalen als een werknemer door een sportblessure niet kon werken.' Tijdens de discussie geef jij je standpunt en een argument."