Rekenen H1

Rekenen H1
29-09-2022
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rekenen H1
29-09-2022

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Filmpje bekijken
  • Uitleg rekenen
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Met procenten een getal berekenen



Getal = totaal / 100 X percentage

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
Getal = totaal / 100 X percentage

Kyra heeft een beddenwinkel. In totaal heeft ze 150 matrassen. 20 % van deze matrassen liggen in een loods.
Hoeveel matrassen liggen er in de loods van Kyra?

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
Getal = totaal / 100 X percentage

Kyra heeft een beddenwinkel. In totaal heeft ze 150 matrassen. 20 % van deze matrassen liggen in een loods.
Hoeveel matrassen liggen er in de loods van Kyra?

150 / 100 X 20 = 30 matrassen in de loods

Slide 6 - Tekstslide

Een percentage berekenen
Boek: Percentage = gevraagd aantal / totaal x 100
Of: Deel / geheel x 100

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Boek: Percentage = gevraagd aantal / totaal x 100
of : Deel / geheel x 100

Samir heeft een inkomen van €215. hij krijgt een bonus van €32,25. Hoeveel procent is de bonus van zijn loon?

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Boek: Percentage = gevraagd aantal / totaal x 100
of : Deel / geheel x 100

Samir heeft een inkomen van €215. hij krijgt een bonus van €32,25. Hoeveel procent is de bonus van zijn loon?
32,25 / 215 x 100 = 15

Slide 9 - Tekstslide

Een prijsverschil in procenten
Prijsverschil in procenten = prijsverschil / prijs waarmee je vergelijkt X 100

Let op het woordje : DAN

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Prijsverschil in procenten = prijsverschil / prijs waarmee je vergelijkt X 100

Een boormachine kost € 400 bij de Gamma, dezelfde boormachine kost bij de praxis €355.
Hoeveel procent is de Gamma duurder dan de Praxis?

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Prijsverschil in procenten = prijsverschil / prijs waarmee je vergelijkt X 100

Een boormachine kost € 400 bij de Gamma, dezelfde boormachine kost bij de praxis €355.
Hoeveel procent is de Gamma duurder dan de Praxis?
45 / 355 x 100 = 12,7%

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
Prijsverschil in procenten = prijsverschil / prijs waarmee je vergelijkt X 100

Een boormachine kost € 400 bij de Gamma, dezelfde boormachine kost bij de praxis €355.
Hoeveel procent is de Praxis goedkoper dan de Gamma?
45 / 400 x 100 = 11,3%

Slide 13 - Tekstslide

Stijging of daling in procenten
stijging of daling in % = (Nieuw - Oud) / Oud  X 100


Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
stijging of daling in % = (Nieuw - Oud) / Oud  X 100

In 2020 kostte de IPhone 10 €1100, maar nu kost de IPhone 10 €760. Hoeveel is de procentuele daling van de IPhone 10?

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld
stijging of daling in % = (Nieuw - Oud) / Oud  X 100

In 2020 kostte de IPhone 10 €1100, maar nu kost de IPhone 10 €760. Hoeveel is de procentuele daling van de IPhone 10?

(€760 - €1100) / €1100 X 100 = 30,9% daling

Slide 16 - Tekstslide

Lorenzcurve
Grafische weergave
Inkomens verdeling in een land.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Checkvraag
Wat kan je in een Lorenzcurve aflezen?

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Werkblad rekenen H1
Werk in duo's

Klaar? -> Vraag om nakijkblad.

Wie heeft procentueel de meeste vragen goed?

Slide 20 - Tekstslide

Wie heeft er gewonnen?
Bereken het door:
behaalde punten / totaal gemaakte vragen x 100 =

 behaalde punten .... / 25 x 100 = ..... procent goed gemaakt!

Slide 21 - Tekstslide