T5BS1 Genotype en fenotype

Erfelijkheid en evolutie
basisstof 1 Genotype en fenotype

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Erfelijkheid en evolutie
basisstof 1 Genotype en fenotype

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
  • Je kunt omschrijven wat fenotype is.
  • Je kunt omschrijven wat genotype is.
  • Je kunt uitleggen hoe genexpressie werkt.
  • Je kunt uitleggen hoe je fenotype kan veranderen.

Slide 2 - Tekstslide

Fenotype
Het uiterlijk van een organisme dus hoe je er uit ziet:
  • haarkleur
  • huidskleur
  • kleur van je ogen
  • enz

Slide 3 - Tekstslide

Fenotype

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende fenotype bij honden

Slide 5 - Tekstslide

Fenotype = 
genotype + omgeving


Hoe je eruit ziet (je fenotype) wordt bepaald door je erfelijke informatie op je DNA (genotype) en de omgevingsinvloeden

Slide 6 - Tekstslide


Slide 7 - Tekstslide

DNA
De informatie voor je erfelijke eigenschappen ligt in het DNA.

DNA zit in iedere celkern op de chromosomen.

In elke cel van je lichaam bevat de  celkern DNA.

Slide 8 - Tekstslide

DNA-helix
Als je DNA helemaal uitrekt, is het een dubbele helix (een soort wenteltrap)
De treden zijn opgebouwd uit vier ver-schillende bouwstenen: C, G, A en T.
De C en G liggen altijd tegenover elkaar en de A en de T ook. 
De volgorde van de code bepaalt het genotype.

Slide 9 - Tekstslide

Chromosomen
  • Chromosomen komen in paren voor
  • Deze liggen in de celkern
  • Een mens heeft 46 chromosomen in iedere cel

Slide 10 - Tekstslide

Celkern

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Zet in de juiste volgorde van klein naar groot:
A
cel - chromosoom - DNA - gen
B
gen - chromosoom - DNA - cel
C
gen - chromosoom -cel - DNA
D
gen - DNA - chromosoom - cel

Slide 13 - Quizvraag


Wat is juist?
A
1 celkern 2 genen
B
1 cel 2 chromosomen
C
3 DNA 4 gen
D
3 Chromosomen 4 DNA

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen hebben wij?
A
22
B
23
C
44
D
46

Slide 15 - Quizvraag

Welke uitspraak over genotype en fenotype klopt het best?
A
Het fenotype komt voort uit het genotype.
B
Het genotype komt voort uit het fenotype.
C
Het fenotype komt voort uit het genotype en milieuinvloeden.
D
Het genotype komt voort uit het fenotype en milieuinvloeden.

Slide 16 - Quizvraag

Hebben plantencellen ook DNA?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Waar bestaan chromosomen uit?
A
Celplasma
B
DNA

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video