Formuleren: bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort, havo 2

Herhaling: variatie in zinsopbouw
Vorige les heb je geleerd dat je je tekst aantrekkelijker kunt maken door de woordvolgorde af te wisselen.
Er waren vier mogelijkheden:
  • OPA (Onderwerp-Persoonsvorm-Ander zinsdeel)
  • APO (Ander zinsdeel-Persoonsvorm-Onderwerp)
  • POA (Persoonsvorm-Onderwerp-Ander zinsdeel)=vraag
  • PA (Persoonsvorm-Ander zinsdeel)=gebiedende wijs
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling: variatie in zinsopbouw
Vorige les heb je geleerd dat je je tekst aantrekkelijker kunt maken door de woordvolgorde af te wisselen.
Er waren vier mogelijkheden:
  • OPA (Onderwerp-Persoonsvorm-Ander zinsdeel)
  • APO (Ander zinsdeel-Persoonsvorm-Onderwerp)
  • POA (Persoonsvorm-Onderwerp-Ander zinsdeel)=vraag
  • PA (Persoonsvorm-Ander zinsdeel)=gebiedende wijs

Slide 1 - Tekstslide

Formuleren
Je kunt al:
  • synoniemen gebruiken
  • verschillende woordvolgordes toepassen
en nu leer je:
  • bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort

Slide 3 - Tekstslide

Welke zin is het MINST DUIDELIJK ? Leg uit waarom.
a Al het zakgeld dat ik dit hele jaar heb opgespaard, geef ik uit aan vuurwerk.
b Al mijn dit hele jaar opgespaarde zakgeld geef ik uit aan vuurwerk.
c Ik heb dit hele jaar al mijn zakgeld opgespaard en dat geef ik uit aan vuurwerk.

Slide 4 - Open vraag

Een tekst leest gemakkelijker als woorden of zinsdelen die bij elkaar horen, ook dicht bij elkaar staan. 

Om dit in jouw eigen teksten ook te doen, kun je de volgende tips toepassen (blz.242):

Woorden die bij elkaar horen, bij elkaar plaatsen

Slide 5 - Tekstslide

Schrijftips Formuleren H4

Slide 6 - Tekstslide



Een door een loslopende hond in zijn hand gebeten man werd naar de spoedeisende hulp gebracht.

Een man die door een loslopende hond in zijn hand was gebeten, werd naar de spoedeisende hulp gebracht.
Voorbeeld
Noteer de woorden die dichter bij elkaar gezet moeten worden. 

Slide 7 - Tekstslide

Noteer de woorden die dichter bij elkaar gezet moeten worden.

In Nederland moet je om een tatoeage te laten zetten 16 jaar
of ouder zijn.

Slide 8 - Open vraag

Noteer de woorden die dichter bij elkaar gezet moeten worden.

Een sollicitant kan op basis van zijn werkervaring
afgewezen worden.

Slide 9 - Open vraag

Noteer de woorden die dichter bij elkaar gezet moeten worden.

Een zeer goed betaalde en bij het grote publiek geliefde voetballer is Kylian Mbappé.

Slide 10 - Open vraag

Verbeter de zin door de woorden 'door' en 'lopen' dichter bij elkaar te zetten. Schrijf je verbeterde zin op.

Zegt de trainer dat we harder door zouden moeten lopen?
timer
1:30

Slide 11 - Open vraag

Verbeter de zin door de woorden 'De' en 'tuin' dichter bij elkaar te zetten. Schrijf je verbeterde zin op.

De door de zware storm van gisteren compleet verwoeste tuin moet flink worden opgeknapt.

timer
2:00

Slide 12 - Open vraag

Verbeter de zin door de woordgroepen 'zal' en 'binnengehouden
moeten worden' dichter bij elkaar te zetten. Schrijf je verbeterde zin op.

Een huiskat zal, omdat hij veel schade aanricht aan de natuur als hij ’s nachts gaat rondzwerven, binnengehouden moeten worden.
timer
2:00

Slide 13 - Open vraag

Formuleren
blz. 242-243

Opdracht 1, 2 en 3. Gebruik de theorie!
Maken

Slide 14 - Tekstslide