In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Grasland
Les 3
Rassen
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Herhalen lesstof vorige week
Bespreken opdrachten
Uitleg rassen gras
Maken opdrachten
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Welke twee soorten groei van gras zijn er?
Slide 4 - Open vraag
In welke ontwikkelingsfase maait de veehouder het gras?
A
Vegetatieve fase
B
Generatieve fase
Slide 5 - Quizvraag
Waarom?
Slide 6 - Tekstslide
Onderwerp 3: Rassen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Aan de slag met de opdrachten
Zie hiervoor ELO - Opdrachten - Vakspecifiek les 3
Voor Wikiwijs: Studiewijzer periode 3 Erf en gebouwen - Vakspecifiek week 3 - Wiki grasland!!!!!
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Hogere opname en meer melk met tetraploïde rassen
Het verschil tussen tetraplöide en diploïde rassen zit in de opbouw van de celwanden. Tetraploïde rassen hebben in verhouding meer celinhoud ten opzichte van celwanden. In de praktijk betekent dit dat tetraploïde rassen meer voedingsstoffen zoals suiker en eiwit bevatten (celinhoud) en minder structuur (celwanden). Dit resulteert in een betere vertering en een hogere opname van het gras. Melkkoeien produceren meer melk van dezelfde hoeveelheid droge stof tetraploïd gras ten opzichte van diplöid gras.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Welk van de voorgaande rassen heeft een hoog DS-opbrengst?