2.5 Woorden les 1

2.5 Woorden les 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.5 Woorden les 1

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

- Je weet hoe je citeert.

- Je kent 30 nieuwe woorden.



Slide 2 - Tekstslide

Woord van de week

opslokken

Slide 3 - Tekstslide

Start les. 
Stillezen in je boek voor de tweede boekopdracht.
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
2.4 Opdracht 4,5,7,8 en 9

Huiswerkcontrole
en
samen de opdrachten bespreken

Slide 5 - Tekstslide

Dilemma
Een lastige keuze die allebei voordelen of juist nadelen hebben. 


Slide 6 - Tekstslide

Dilemma op dinsdag

Slide 7 - Tekstslide

Geel doekje of struisvogel?

Slide 8 - Poll

JE HEBT EEN PERMANENTE PISVLEK IN JE BROEK.
JE HOUDT EEN AFSCHEIDSSPEECH VOOR ELKE DROL VOORDAT JE ‘M DOORSPOELT. (3 MIN)

Slide 9 - Tekstslide

Pies of poep?

Slide 10 - Poll

JE MOET 1 UUR LINEDANCEN VOORDAT JE MAG ETEN.
JE MOET EEN MAAND LANG VERKLEED ALS PAARD UNDERCOVER OP EEN MANEGE DOORBRENGEN.

Slide 11 - Tekstslide

Line dancen of undercover paard?

Slide 12 - Poll

ls je iemand voor het eerst ontmoet, moet je diegene spontaan seksuele voorlichting geven.
je moet ‘s nachts om 3 uur 1 kilomter achteruit rennen.

Slide 13 - Tekstslide

Seksuele voorlichting of nacht rennen?

Slide 14 - Poll

Dilemma op dinsdag
#411 BIJ ELK ZEBRAPAD MOET JE GALOPPEREND ALS EEN ZEBRA OVERSTEKEN -OF- BIJ GROEN LICHT MAG JE PAS VERTREKKEN ALS ER ACHTER JE WORDT GETOETERD OF GEBELD

Slide 15 - Tekstslide

Dilemma op dinsdag
#412 JE HEBT EEN PERMANENTE PISVLEK IN JE BROEK – OF – JE HOUDT EEN AFSCHEIDSSPEECH VOOR ELKE DROL 

Slide 16 - Tekstslide

Instapopdracht
  • Maak zelfstandig opdracht 1a.
  • Route door de paragraaf:
  •  - 3 of meer kruisjes in kolom 3 en 4? Maak alle opdrachten
  • - Minder dan 3 kruisjes in kolom 3 en 4? Sla opdracht 8,9 en 10 over

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk

H2.5 Opdracht 1,3,4,6,7

Klaar?
Oefenen met woordentrainer via methodesite


Slide 18 - Tekstslide