Unit 5 refreshing our memory klas 1

Unit 5
refreshing our memory
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Unit 5
refreshing our memory

Slide 1 - Tekstslide

Welk land hadden we het over?

Slide 2 - Tekstslide

Welke grammatica hebben we behandeld?

Slide 3 - Tekstslide

Grammar
(+) The children have a lot of toys to play with in the daycare.
(-) Please don't use too much sugar in your coffee.
(-) Don't buy too many clothes at the store.


Slide 4 - Tekstslide

Grammar
Trappen van vergelijking (degrees of comparison)

Ik ben lang. I am tall
Ik ben langer. I am taller
Ik ben het langst. I am the tallest. 


Slide 5 - Tekstslide

Quiz vraag 1
It's important to aim for the hoop in basketball.

Wat betekent 'to aim' in het Nederlands?

Slide 6 - Tekstslide

Quiz vraag 2
(-) Don't drink too _______________ coffee before bedtime.

Gebruik de goede vorm.

A lot of/much/many

Slide 7 - Tekstslide

Quiz vraag 3
dasf
(+) ___________ rangers take care of this park. 

Gebruik: a lot of/much/many

Slide 8 - Tekstslide

Quiz vraag 4
(gooi) the ball as far as you can!

Wat betekent gooien in het Engels?

Slide 9 - Tekstslide

Quiz vraag 5
Voor de vakantie hadden we het over apartheid in Zuid Afrika. Wat werd hiermee bedoeld? Probeer dit in maximaal twee zinnen op te schrijven.

Slide 10 - Tekstslide

Quiz vraag 6
Voor de vakantie hadden we het over apartheid in Zuid Afrika. 

Wanneer werd de apartheid afgeschaft? Je mag er 10 jaar naast zitten. 

Slide 11 - Tekstslide

Quiz vraag 7
(?) How _______________ bottles of water do we have for the trip?

Gebruik a lot of/much/many

Slide 12 - Tekstslide

Quiz vraag 8
My brother is the __________ (tall) person in our family.

Gebruik de goede trap van vergelijking. Tall/taller/tallest

Slide 13 - Tekstslide

Quiz vraag 9
The spider is __________ (small) than the tarantula.

Vul de goede trap van vergelijking in
hele werkwoord/+er/+est


Slide 14 - Tekstslide

Quiz vraag 10
You have to be in shape if you want to win.

Wat betekent 'in shape' in het Nederlands?

Slide 15 - Tekstslide

Quiz vraag 11
The Wembley (stadion) is one of the biggest (stadions) in the world!

Wat is stadion in het Engels?

Slide 16 - Tekstslide

Quiz vraag 12
This is the __________ (loud) music I've ever heard.

Hele werkwoord/+er/+est

Slide 17 - Tekstslide

Quiz vraag 13
Amy is __________ (young) than her brother.

Hele werkwoord/+er/+est

Slide 18 - Tekstslide

Quiz vraag 14
(?) How _______________ socks are in your drawer?

a lot of/much/many

Slide 19 - Tekstslide

Quiz vraag 15
(+) The museum exhibits _______________ artifacts from ancient civilizations.

A lot of/much/many

Slide 20 - Tekstslide

Quiz vraag 16
(-) Please don't talk too _______________ during the presentation.

A lot of/much/many

Slide 21 - Tekstslide

Quiz vraag 17
(-) Don't watch too _______________ TV before bed.

A lot of/much/many

Slide 22 - Tekstslide

Quiz vraag 18
The cat is __________ (clean) than the dog.

Hele werkwoord/+er/+est

Slide 23 - Tekstslide

Quiz vraag 19
The crowd cheers loudly when a player scores.

Wat is de Nederlandse vertaling van het woord crowd?

Slide 24 - Tekstslide

Quiz vraag 20
(-) Please don't make too _______________ noise during the movie.

A lot of/much/many

Slide 25 - Tekstslide