In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nederlands periode 2
Vier lessen in p2
NUMO in mentoruur
Uitlegfilmpjes SVO - YouTube
Examinering CE lezen en luisteren begin p3
Slide 1 - Tekstslide
Domein lezen en luisteren
1. Leesstrategieën
2. Tekstverbanden
3. Kritisch lezen
4. Examentraining
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
1. De student weet hoe het CE lezen en luisteren eruit ziet;
2. De student heeft kennis genomen van de vragen die gesteld worden op het CE door het oefenexamen te maken;
3. De student kan luisterenvragen beantwoorden door te luisteren naar verschillende audiofragmenten;
Slide 3 - Tekstslide
Programma vandaag
Taalverzorging
Inleiding
Oefentekst en oefenfragment examen
Afsluiting
10 minuten
5 minuten
25 minuten
5 minuten
Programma vandaag
Slide 4 - Tekstslide
Taalverzorging
Vaktaal
Slide 5 - Tekstslide
Wat is vaktaal?
Slide 6 - Woordweb
Vaktaal / jargon
Vaktaal, of jargon, is taal die je gebruikt in een bepaald vak of beroep. Het zorgt ervoor dat werknemers weten waar ze het over hebben. Het gaat vaak over materialen, producten en gereedschappen die gebruikt worden.
Slide 7 - Tekstslide
Ga met een medestudent in gesprek. Welke woorden gebruiken jullie in jullie beroep, die buiten het beroep niet gebruikt of begrepen worden? Schrijf er vijf op met betekenis.
timer
5:00
Slide 8 - Open vraag
NUMO
Zet voor de student klaar:
E: apostrof
- Meervoud op -s kiezen
- tien woorden met een vaste -s
- vaste -s of apostrof -s
Hier gaan ze 5 minuten mee aan het werk
Slide 9 - Tekstslide
Waar let je op bij kritisch lezen?
Slide 10 - Woordweb
Oefentekst lezen 2F
Slide 11 - Tekstslide
Informatie algemeen
- 90 minuten
- onderdeel lezen en onderdeel luisteren
- meerkeuzevragen
- onderdelen mag je door elkaar maken
- altijd antwoord geven
- ID meenemen
Slide 12 - Tekstslide
Examentekst lezen
- Oriënteer op de tekst
- Intensief lezen
-Vraag lezen > wat denk je?
-Zoekend lezen
- Antwoord invullen
Slide 13 - Tekstslide
Kleding
Leestekst 'Onderzoek: kleding grootste uitgavenpost
voor jongeren.' uit het voorbeeldexamen 2021-2022.
Stap 1: Oriënterend lezen
Stap 2: Intensief lezen
Stap 3: Vraag bekijken
Stap 4: Zoekend lezen
Stap 5: Antwoord invullen
Slide 14 - Tekstslide
Stap 1: Oriënterend lezen
Slide 15 - Tekstslide
Stap 2: Intensief lezen
Lees de tekst.
Staan er moeilijke woorden in die je niet aan een ander kunt uitleggen?
Zet deze in de volgende sheet.
timer
5:00
Slide 16 - Tekstslide
Moeilijke woorden tekst
Slide 17 - Woordweb
Stap 3 t/m 5
3: Vraag bekijken
4: Zoekend lezen
5: Antwoord invullen
Slide 18 - Tekstslide
Vraag 1
Slide 19 - Tekstslide
Welk onderschrift hoort bij de grafiek?
A
% budget huisvesting
B
% budget media
C
% budget uitgaan
Slide 20 - Quizvraag
Antwoord
Slide 21 - Tekstslide
Vraag 2
Slide 22 - Tekstslide
Waar of niet waar? Schrijf je antwoord zo op: 1 = 2 =
Slide 23 - Open vraag
Antwoord
Slide 24 - Tekstslide
Vraag 3
Slide 25 - Tekstslide
Wat kenmerkt de generatie Y volgens Joeri van den Bergh?
A
Deze generatie wil een goed salaris hebben en heeft behoefte aan luxe artikelen.
B
Deze generatie wil genieten van het leven in combinatie met een goede financiële situatie.
C
Deze generatie wil niet tot op een hoge leeftijd werken en hecht veel waarde aan vrijheid.
Slide 26 - Quizvraag
Antwoord
Slide 27 - Tekstslide
Vraag 4
Slide 28 - Tekstslide
Met welke conclusie sluit de schrijver de tekst af?
A
In het leven van de Nederlandse jongeren speelt geld een grote rol in vergelijking met jongeren in andere landen.
B
Met name voor jongeren uit Europese landen is het een heel belangrijk doel in het leven om zo snel mogelijk geld te verdienen.
C
Voor Nederlandse jongeren is geld verdienen belangrijk, maar de meerderheid vindt dat er belangrijkere dingen zijn.
Slide 29 - Quizvraag
Antwoord
Slide 30 - Tekstslide
Oefenfragmenten luisteren 2F
Slide 31 - Tekstslide
Luisteren algemeen
- Je kunt een fragment zo vaak beluisteren als je wil.
- Je mag zelf de volgorde bepalen.
- Er zijn hoofdtelefoons aanwezig.
Slide 32 - Tekstslide
Fragmenten luisteren
Stap 1: Oriënteer op de titel
Stap 2: Vraag lezen
- welk antwoord is sowieso fout?
- welk antwoord kan goed zijn?
Stap 3: Fragment beluisteren
Stap 4: Vraag beantwoorden
Slide 33 - Tekstslide
Barbecueën
Luister naar de instructie over barbecueën uit het voorbeeldexamen 2022-2023 .
Stap 1: vraag lezen > wat denk je?
Stap 2: fragment beluisteren
Stap 3: vraag beantwoorden
Slide 34 - Tekstslide
Barbecueën - vraag 1
Slide 35 - Tekstslide
Om de brandstof in de barbecue aan te steken, kun je gebruik maken van aanmaakblokjes. Waar moet je op letten?
A
Ze moeten allemaal op de kooltjes liggen.
B
Ze moeten goed vermengd zijn met de kooltjes.
C
Ze moeten ongeveer even heet worden.
Slide 36 - Quizvraag
Barbecueën - vraag 2
Slide 37 - Tekstslide
In het fragment wordt gezegd: 'Nu is het een kwestie van geduld.' Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Het duurt een hele tijd voordat de barbecue op temperatuur is.
B
Het duurt een hele tijd voordat de producten gaar zijn.
C
Het duurt een hele tijd voordat je kunt gaan eten.
Slide 38 - Quizvraag
Barbecueën - vraag 3
Slide 39 - Tekstslide
Wat wordt er bedoeld met roosteren 'in volgorde van bereidingstijd'?
A
Je moet het product dat je het eerst wilt eten, het eerste roosteren.
B
Je moet het product met de meeste bereidingstijd het eerste roosteren.
C
Je moet voorgekookte producten het eerst op de barbecue leggen.
Slide 40 - Quizvraag
Barbecueën - vraag 4
Slide 41 - Tekstslide
Waarom is het slim de kip eerst te koken voordat je het op de barbecue legt?
A
De kip brandt dan minder snel aan.
B
De kip is dan sneller gaar.
C
De kip krijgt dan de juiste smaak.
D
De kip raakt dan niet besmet.
Slide 42 - Quizvraag
Barbecueën - vraag 5
Slide 43 - Tekstslide
Waarom wordt aangeraden een tang te gebruiken om het vlees op de barbecue om te draaien?
A
Dan heb je sneller grip op het vlees.
B
Dan krijg je het vlees beter los van het rooster.
C
Dan verliest het vlees geen natuurlijk vocht.
Slide 44 - Quizvraag
Barbecueën - vraag 6
Slide 45 - Tekstslide
Waarom is het goed om gemarineerde producten als laatste op de barbecue te leggen?
A
Gemarineerd vlees is al voorgebakken, dus sneller gaar.
B
Gemarineerd vlees is gezoet, waardoor het rooster vies wordt.
C
Gemarineerd vlees verliest smaak als je het te lang bakt.
Slide 46 - Quizvraag
Afsluiting
Slide 47 - Tekstslide
Vragen over het examen?
Slide 48 - Woordweb
Als het filmpje van SVO over signaalwoorden klaar is, kun je hier de link delen, zodat ze het terug kunnen kijken.