Werkwoordspelling les 1
1 / 18
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Gebiedende wijs
Kies de juiste schrijfwijze:
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Wordt niet boos!
B
Wort niet boos!
C
Wor niet boos!
D
Word niet boos!
Slide 6 - Quizvraag
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Hij gamet de hele dag.
B
Hij gamed de hele dag.
C
Hij gamt de hele dag.
D
Hij game't de hele dag.
Slide 7 - Quizvraag
PV tt -d of -t?
Kies de juiste schrijfwijze.
Kies de juiste schrijfwijze.
timer
0:15
A
De docent verbaasd zich nog altijd over A2a.
B
Lika speldt de woorden beter dan ik.
C
De lockdown ontregelt het openbare leven.
D
Wanneer word jouw docent ontslagen?
Slide 8 - Quizvraag
PV vt
Kies de juiste schrijfwijze:
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Gisteren bevrijdden de brandweerlieden de kat.
B
Gisteren bevrijden de brandweerlieden de kat.
C
Gisteren bevrijdde de brandweerlieden de kat.
D
Gisteren bevrijde de brandweerlieden de kat.
Slide 9 - Quizvraag
PV samengestelde zinnen
Ik vond het niet leuk dat je dat zei, maar je had wel gelijk gekregen.
Ik vond het niet leuk dat je dat zei, maar je had wel gelijk gekregen.
timer
0:15
A
De zin heeft 1 persoonsvorm.
B
De zin heeft 2 persoonsvormen.
C
De zin heeft 3 persoonsvormen.
D
De zin heeft 4 persoonsvormen.
Slide 10 - Quizvraag
pv tt of volt. deelwoord?
Kies de juiste schrijfwijze:
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Het verbaast me dat dit niet vaker is gebeurt.
B
Het verbaasd me dat dit niet vaker is gebeurd.
C
Het verbaasd me dat dit niet vaker is gebeurt.
D
Het verbaast me dat dit niet vaker is gebeurd.
Slide 11 - Quizvraag
Lastige werkwoorden
(Antwoorden) ik voor mijn beurt?
(Antwoorden) ik voor mijn beurt?
A
Antwoordt
B
Antwordt
C
Antwoord
D
Antword
Slide 12 - Quizvraag
Lastige werkwoorden
(Melden) jij ons even aan.
(Melden) jij ons even aan.
Slide 13 - Open vraag
Lastige werkwoorden
Binnenkort (vinden) je wel weer een baantje.
Binnenkort (vinden) je wel weer een baantje.
Slide 14 - Open vraag
Lastige werkwoorden
(Verbranden) je vader zijn tuinafval?
(Verbranden) je vader zijn tuinafval?
Slide 15 - Open vraag
Lastige werkwoorden
De docent (raden) je aan goed te leren voor de toets.
De docent (raden) je aan goed te leren voor de toets.
Slide 16 - Open vraag
Lastige werkwoorden
Welke minister (beantwoorden) de vraag?
Welke minister (beantwoorden) de vraag?
