Werknemerschap en recht les 7

Werknemerschap en recht
les 7
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Werknemerschap en recht
les 7

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
1. AWR 
2. deadline
2. Lesdoelen
3. Terugblikken
4. Wetten
6. rubric

Slide 2 - Tekstslide

Deel 1: 90 min

5 min. Welkom en AWR
5 min. Jezelf voorstellen (als je een nieuwe klas hebt)
2 min. lesdoelen
8 min. Energizer
5 min opbouw vak
5 min uitleg eindopdracht/ leeractiviteiten
5 min voorkennis check vragen
20 min Leeractiviteit 1
20 min Leeractiviteit 3
5 minuten afsluiting

80 min. totaal




Deadline WENR
31 januari 23:59- 1e poging
daarna in totaal 2 herkansingen->
niet ingeleverd-> verbeterplan!

2e herkansing BO(laatste!)
op 24 januari 23:59-> daarna verbeterplan.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

360 graden feedbackformulier
Je hebt nu duidelijk op papier waar je krachten en leerpunten liggen. 
-> Je hebt nu 3 formulieren 360 graden feedbackformulier. 

Stap 1. Maak hiervan 3 persoonlijk leerdoelen
Stap 2. Maak een stappenplan om dit doel te bereiken -> dit kan je ook gebruiken voor je stageplan!


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de lessen kun je


- het verschil benoemen tussen een recht en een wet.
- omschrijven van het Internationaal en Europees recht inhoud.
- de theorie uit de les koppelen aan de eindopdracht/ rubric van werknemerschap en recht.
- uitleggen in eigen woorden wat er onder de AVG wet verstaat
- de uitgangspunten van de volgende zorgwetten: AVG, WLZ, KWZ, WMO en WZD en ZZP.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recht
In verband met wetgeving kun je recht omschrijven als het geheel van rechtsregels en rechtsgewoonten. 

Rechtvaardigheid wil zeggen dat je krijgt waar je recht op hebt. Recht bepaalt wat je mag doen en niet mag doen, wat je mag bezitten en wat je mag vragen van anderen.

Slide 6 - Tekstslide

Laat de studenten het woord billijkheid googlen

Niet elk recht in wet
Niet alles wat te maken heeft met recht is geregeld in wetten. Bij veel overeenkomsten is sprake van regels en afspraken die op zichzelf niet in de wet zijn vastgelegd. 

Zo is in de wet vastgelegd wat het minimumaantal vakantiedagen is en dat de werknemer in principe zelf bepaalt wanneer hij die dagen opneemt. 

Slide 7 - Tekstslide

Niet alles wat te maken heeft met recht is geregeld in wetten. Bij veel overeenkomsten is sprake van regels en afspraken die op zichzelf niet in de wet zijn vastgelegd. Zo is in de wet vastgelegd wat het minimumaantal vakantiedagen is en dat de werknemer in principe zelf bepaalt wanneer hij die dagen opneemt. Voor veel organisaties leidt dit tot onwerkbare situaties. Daarom kunnen in een (collectieve arbeids)overeenkomst of in een aparte overeenkomst tussen werkgever en ondernemingsraad aparte regels worden vastgelegd voor het opnemen van vakantiedagen. Die afspraken zijn dan niet in een wet vastgelegd maar wel bindend voor werkgever en werknemers.
Wetten
Een wet is door de hoogste staatsmacht vastgestelde en met gezag gehandhaafde geheel van voorschriften en regels voor het maatschappelijk leven. 
In Nederland bestaat de hoogste staatsmacht uit de regering samen met de Eerste en de Tweede Kamer.
Wetten zijn een hulpmiddel met twee belangrijke functies:
- inrichten en ordenen van de samenleving
- bevorderen van gelijkheid.

Slide 8 - Tekstslide

Een wet is volgens Van Dale het door de hoogste staatsmacht vastgestelde en met gezag gehandhaafde geheel van voorschriften en regels voor het maatschappelijk leven. In Nederland bestaat de hoogste staatsmacht uit de regering samen met de Eerste en de Tweede Kamer.
De overheid maakt niet zomaar een nieuwe wet omdat het weer eens tijd wordt voor iets nieuws. Wetgeving is geen doel op zich. Wetten zijn een hulpmiddel met twee belangrijke functies:
inrichten en ordenen van de samenleving
bevorderen van gelijkheid.
Wetten bepalen hoe de staat is ingericht. Ze bepalen hoe iedereen zich ten opzichte van elkaar hoort te gedragen. Overheid naar burgers en omgekeerd, burgers onderling, burgers naar bedrijven en organisaties en omgekeerd. Wetgeving bevordert gelijkheid omdat de wet voor iedereen gelijk wordt toegepast ongeacht overtuiging, achtergrond, arm of rijk enzovoort.
Hiërarchie in recht
Landen verschillen onderling in bijvoorbeeld waarden en normen die ze voor hun eigen samenleving belangrijk vinden, politieke keuzes, het belang van religie en democratie of dictatuur. Daarom zijn er tussen landen verschillen in wetten en het rechtssysteem. 
Maar in het recht geldt wel een bepaalde hiërarchie:
- Internationaal recht, wereldwijd,
- Europees recht,
- Landenrecht.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Protocol, regel, richtlijn in organisaties
Protocol: 
Document met vastgelegde instructies/ handelingen die je moet uit te voeren in een specifieke werksituatie. De stappen in het protocol zijn niet vrijblijvend en er mag dus niet vanaf geweken worden. Denk aan: protocol voor brand, protocol bij agressie/onveiligheid. 
Richtlijn: 
Document met aanbevelingen gericht op het verbeteren van kwaliteit.
Richtlijnen vertellen iets over wat wenselijk is. Bijv. richtlijnen in de organisatie hoe er met elkaar gecommuniceerd wordt. 

Regel: Afspraken onderling. Regels zijn zachter en minder streng dan protocollen. Ze zijn meer gericht op de mens dan op de officiële werkprocessen. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rubric
4. Je hebt de rechten van de mens op Internationale, Europese en Nederlands niveau beschreven. Je hebt toegelicht welke rechten en plichten horen bij het werken in de maatschappelijke zorg als begeleider/stagiaire (o.a. protocollen, richtlijnen, regels) en waarom deze van belang zijn in het werken binnen de maatschappelijke zorg.

5. Je hebt verantwoord welke wet-en regelgeving er toegepast wordt binnen het werken als begeleider in de maatschappelijke zorg. Je hebt minimaal deze begrippen benoemd: AVG, WLZ, KWZ, WMO, WZD.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! Rubric 4 en 5.
Professional in de MZ Thema 4.1. t/m 4.4 en Thema 8

 
- Internationaal recht, wereldwijd
  1. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
  2. VN-Kinderrechtenverdrag
  3. VN-Verdrag Handicap
- Europees recht
  1. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
  2. Aanbestedingsregels (ook in de zorg en welzijn)
- Landenrecht

Lees en verwerk dit in je eindopdracht!

Check de rubric om te kijken wat je precies moet omschrijven voor de eindopdracht!

timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgingsstaat naar participatiesamenleving 
  • Na de tweede wereldoorlog (1950) ontstaat de verzorgingsstaat. Een verzorgingsstaat is een staat waarin de overheid verantwoordelijk is voor het welzijn van de burgers.  
    ''Zorgen voor'' 
  • in 2013-2015- start participatiesamenleving: Er komt veel meer focus op eigen kracht en zelfredzaamheid van burgers. Burgers hebben naast recht op zorg en andere voorzieningen ook de plicht om voor zichzelf op te komen en hun omgeving. (participatiewet, WMO etc) 
    ''Zorgen met'' 

    Takenpakket wordt meer neergelegd bij gemeente op het gebied van : jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en arbeidsparticipatie.
                                                                                 Boek: Professional in de maatschappelijke zorg, thema 1 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgingsstaat naar participatiesamenleving 
Door de participatiesamenleving- bijv ook de ontwikkeling: Wijkteams 
Een team met professionals met een aandachtsgebied. 

Vraag:
We gaan zo naar een filmfragment kijken van AVG en er wordt uitgelegd wat de inhoud.
Kijk eens of jij de koppeling kan maken waarom juist in een participatiesamenleving en de decentralisatie van de zorg de AVG belangrijker dan ooit is. 

Kun je aan het einde van de dia AVG instellingen dit uitleggen?? 

Slide 15 - Tekstslide

Lees jezelf goed in als je hier nog niet veel vanaf weet. En behandel de highlights met de studenten. 
Thema 1 ''Professional maatschappelijke zorg'' 

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

AVG en instellingen 
Om cliënten en medewerkers te beschermen zijn er een aantal regels en verplichtingen voor instellingen binnen de zorg. 

  • Bewijsplicht - instellingen moeten kunnen laten zien dat ze AVG hanteren 
  • Streng gegevensbeheer - privacyreglement of privacy verklaring. Instellingen leggen vast hoe ze omgaan met de informatie. 
  • Expliciete toestemming gegevensgebruik -delen en opslaan - expliciet toestemming nodig
  • Verwerkingsovereenkomst sluiten - afspraken met externe bedrijven (denk aan ICT)
  • Aanstelling functionaris gegevensbescherming  - adviseur/toezichthouder AVG in instelling 
  • Een periodieke risico-analyse uitvoeren - een keer in zoveel tijd controle doen en bijstellen   Boek: Professional maatschappelijke zorg -Thema 4.5 

Slide 17 - Tekstslide

Na het behandelen van deze dia kun je terugkomen op de voorgaande vraag. 
Maak een duidelijke koppeling voor de student met participatiemaatschappij en AVG. Gericht op zelfstandigheid en zelfbeschikking van cliënt waarom is de AVG wet zo belangrijk! 

Wetten maatschappelijke zorg- opdracht 
1. Opdracht- Pak je boek erbij ''Professional in de maatschappelijke zorg'' Thema 5

2. Ga individueel of in tweetallen in het boek de volgende wetten
 opzoeken. 
AVG, WLZ, KWZ, WMO en WZD en ZZP.

3. Check de rubric!


timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies