In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 180 min
Onderdelen in deze les
Geschiedenis van de wetenschap - week 2.2
Eveline Geraedts
Slide 1 - Tekstslide
Programma van vandaag
13:00-13:50 Inleiding en theorie
13:50-15:00 Opdracht 0
15:00-15:15 Pauze
15:15-16:15 Socratisch gesprek
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
Inzicht in filosofische, historische en maatschappelijke ontwikkelingen in de natuurwetenschap biologie.
Inzicht in wetenschappelijk denken, waarnemen en communiceren.
Inzicht in ethische en maatschappelijke implicaties van de natuurwetenschap.
Bovenstaande doelen kunnen didactiseren in je eigen onderwijs, bijvoorbeeld met filosoferen
Slide 3 - Tekstslide
Verwachtingen
Actieve deelname aan de lessen
opdrachten uitvoeren
extra info bestuderen (video’s, aanvullende teksten, geschiedenis)
materiaal uitproberen in eigen les,
discussies voorbereiden en voeren, …
Slide 4 - Tekstslide
Organisatie van de OWE
7 bijeenkomsten
4 opdrachten voor het dossier
Elke bijeenkomst een stelling in een discussie/dialoog
Voorbereid door een drietal
Vorm is vrij
5 EC = 140 klokuur
7 x 3 uur op vrijdag
Ongeveer 120 uur zelfstandig in te vullen
Slide 5 - Tekstslide
Inhoud lessen
2.2 - Geschiedenis van de filosofie
2.4 - Wetenschapsfilosofie
2.7 - Biologie in de 21e eeuw
2.9 - Ethiek
3.2 - Concept-contextonderwijs
3.4 - Kritisch denken
3.6 - Toekomst van het biologieonderwijs
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
timer
3:00
Wat is filosofie?
Slide 8 - Woordweb
Filosofie is...
LIEFDE VOOR DE WIJSHEID (Grieks)
Nadenken
Grote vragen van het leven
Filo= Liefde voor/houden van
Sophia= wijsheid
Wat is goed? Waarom bestaat de wereld? Wat is de zin van het leven? Wat maakt ons een mens? Etc.
Vragen stelllen!
Wat vond je van doelpunt? Wanneer, welk doelpunt, was het mooi? Wat is een doelpunt, wat is mooi?
Denken is dat waar je mee bezig bent als je gaat nadenken over zaken die voorheen waren zoals het was (Een doelplunt = doelpunt, mooi doelpunt = mooi doelpunt, gewoon) Vanzelfsprekende zaken nu bijzonder maken.
De oude grieken stelden ook al vragen: Wat is hagel? Ze dachten dat goden aan het tennissen waren en de ballen dan op aarde terecht kwamen.
Je denkt dat je wijs bent, maar eigenlijk weet je niet waar je het over hebt.
Stellen van vragen is eenvoudiger dan het geven van het antwoord.
Filosofie begint met het stellen van vragen! Klinkt dit nog bekend? Denk nog maar eens terug aan Vakdidactiek 1!
Slide 9 - Tekstslide
Filosofie...
Komt voort uit verwondering
Is een traditie
Is de basis van onze huidige wetenschap
Durf vraagtekens te zetten bij bestaande dingen
2500 jaar oud
Horizontaal wetenschapsgebied
Horizontaal wetenschapsgebied: geschiedenis is belangrijk, door alle tijden heen wordt over dezelfde vragen nagedacht, waarbij alle antwoorden relevant zijn.
Dit staat tegenover verticale wetenschapsgebieden: vakken als wiskunde: als theorie A is weerlegd en vervangen voor theorie B, hoef je je niet meer in theorie A te verdiepen.
Slide 10 - Tekstslide
Waarom filosoferen (met pubers)?
Slide 11 - Woordweb
Filosoferen met pubers, omdat...
het bijdraagt aan morele vorming
ze leren om kritisch te denken
het juist in deze tijd belangrijk is
Zoals het inleven in anderen en betrokkenheid kunnen tonen.
Zoals kennis verwerven, logisch redeneren en reflecteren.
in een multiculturele samenleving, er veel sociale media is en AI.
Zorg dat het een zinvol is in je les (doel van de les)
Gebruik voorbeelden die niet alleen de leerlingen, maar ook jou aanspreken (zaken die je graag toe wil passen)
Houd hierbij je doelgroep voor ogen
uitstroomprofielen
In het uitstroomprofiel vmbo/mbo benader je het onderwerp vanuit verwondering
Bij de havo/vwo benader je het vanuit de filosofie/onderzoek.
Slide 17 - Tekstslide
Margreet de Heer - filosofie in beeld
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Geschiedenis van de filosofie
Slide 20 - Tekstslide
Opkomst van de wetenschap
700 v C. Grieken gingen in steden wonen
Athene
Rijke mensen
Schrift
Dicht op elkaar
Slide 21 - Tekstslide
Wetenschap
Het zoeken voor verklaringen van de wereld om ons heen, op zoek naar de waarheid
Natuur: Pythagoras, verklaringen in de wiskunde
Mens: Hippocrates, verband tussen ziekte en slechte leefomstandigheden
Verleden: Herodotus, oorlog Persen en Grieken. Van 2 kanten onderzoeken
Verstand/nadenken
Onderzoeken
Slide 22 - Tekstslide
Wetenschap onderwijs sofisten
Ontstaan van Academie en Lyceum
Leren in spreken/retorica werd belangrijk
Sofistiek
De sofistiek is een beweging in de Griekse, antieke filosofie, die in de 5e eeuw v.Chr. voortvloeide uit de presocratische filosofie. Ze bestond uit sofisten of 'leraren', rondtrekkende onderwijzers die tegen betaling les gaven in ethiek, logica en retorica. De sofisten kwamen uit het gehele Griekse cultuurgebied, maar in tegenstelling tot de presocraten waren ze vooral in Griekenland actief.
Slide 23 - Tekstslide
Fiolosofie
Nadenken over grote levensvragen
Op zoek naar wijsheid
Socrates en Plato
Slide 24 - Tekstslide
Oude Grieken
goden bekritiseren (ervaring + verstand), verklaringen vinden in de natuur. Alles uit bouwstenen (water, elementen etc.)
Ethiek - sofisten
Mens centraal. Ideeën gevormd na waarneming.
Hellenisme
Religie + filosofie. Troost, verlossing van het aardse leven.
Middeleeuwen
Verstand had grenzen, geloof was leidend! Filosofie en wetenschap moest passen binnen de grenzen van het geloof.
Renaissance en verlichting
Terug naar de mens. Anatomie, uitvindingen belangrijk. (boekdruk/buskruid/kompas)
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Socrates
"Het enige dat ik weet, is dat ik niets weet"
Socrates
Socrates verspreidde zijn ideeën op marktpleinen. Hij stelde al zijn vragen aan een niet al te blij publiek. Mensen vonden hem maar vervelend. Hij stelde vragen als: Wat is kennis? Zijn motto's waren: blijf kritisch, blijf discussiëren, zoek naar de waarheid. Hij stelde ook de regels op voor het socratisch gesprek.
Slide 27 - Tekstslide
Aristoteles
"Twijfel is het begin van wijsheid"
Aristoteles
Hij was een leerling van Plato en bleef bijna 20 jaar bij Plato's academie. Hij was enorm productief en had kennis over ongeveer alle gebieden (zoals biologie, ethiek), maar dacht ook na over de grote levensvragen: wat is het doel van een mens zijn?
Slide 28 - Tekstslide
Francis Bacon
"Een verstandige vraag is de helft van de wijsheid"
Francis Bacon
Heeft veel geleerd van Plato en Aristoteles, maar hij vond dat er niet doorgegaan mocht worden op Plato's rationalistische weg, maar dat je je zintuigen moest gebruiken om tot nieuwe kennis te komen (en dus niet alleen maar nadenken over).
Bacon heeft de inductie gepresenteerd als methode voor wetenschappelijk onderzoek en de werking ervan in detail en met voorbeelden beschreven. De inductieve methode wordt daardoor wel de Baconiaanse methode wordt genoemd, of simpelweg de wetenschappelijke methode. Zijn eis voor een vaste procedure van het onderzoeken van alle dingen zorgde voor een standaardisering in de wetenschap. Zelf voerde hij weinig experimenten uit, en hij deed geen significante ontdekkingen.
Slide 29 - Tekstslide
Simone de Beauvoir
"Wat is een volwassene? Een door het leven opgeblazen kind"
Simone de Beauvoir
Was een voorvechter van vrouwenrechten. Zij stelde dat vrouwen gelijk zijn aan mannen (en niet de ander van de man bent: alles wat de man niet is) en dat je niet als vrouw wordt geboren, maar tot vrouw wordt gemaakt door de heersende cultuur. Ze vindt dat dit niet alleen de schuld is van de man, maar dat de vrouw dit heeft laten gebeuren.
Slide 30 - Tekstslide
Thomas van Aquino
"De dingen waar we van houden, vertellen ons wie we zijn"
Thomas van Aquino
van Aquino ontwierp een rationeel systeem waar alles in paste en waarbij hij logisch en inductief te werk ging. Zijn werk geeft onder meer een beeld van de middeleeuwse kosmologie, de vier elementen (aarde, water, lucht en vuur), de cirkelvormige beweging van de hemellichamen (die wijst op hun volmaaktheid).
Bovenal was Thomas een theoloog en beschreef bijvoorbeeld 5 bewijzen dat God bestaat.
Slide 31 - Tekstslide
René Descartes
"Ik denk, dus ik besta"
René Descartes
Was naast filosoof ook een bioloog. In tegenstelling tot Thomas van Aquino redeneerde hij niet alleen over onderwerpen, maar ging hij ook daadwerkelijk op onderzoek uit. Hij sneed mensen open en ontdekte zo het lymfevatenstelsel, wat hij benaderde als een buizensysteem (mechanisch systeem). Hij is belangrijk geweest in de wetenschappelijke revolutie.
Slide 32 - Tekstslide
Baruch Spinoza
"Mensen zijn sociale dieren"
Baruch Spinoza
Hij ging als filosoof recht tegen de kerk in. Toch schreef hij veel over god en was hij niet een atheïst. God is het universum! En dit universum verandert constant. Hij geloofde niet in een vrije weil, maar dat alles gebeurt met een bepaalde oorzaak (dan daarna een bepaald effect heeft).
Slide 33 - Tekstslide
Connie Palmen
"Het toeval is vaak verstandiger dan onze wil"
Slide 34 - Tekstslide
Arthur Schopenhauer
"Intellect is onzichtbaar voor wie het niet heeft"
Arthur Schopenhauer
Was een ontzettende pessimist. De volgende gedachte is gier heel sprekend in:
De menselijke wil wordt gestuurd door motieven, maar is zelf blind en dom. Het is de drang om te bestaan die in alles werkzaam is, en tevens de bron van het oneindige lijden van de wereld: alles vecht om te bestaan en in de levende natuur wordt geen verlangen definitief bevredigd, en dat allemaal zonder enige reden en zonder enig doel.
Slide 35 - Tekstslide
Friedrich Nietzsche
"Dat wat mij niet doodt, maakt mij sterker"
Friedrich Nietzsche
Heeft veel invloed gehad op het moderne denken. Hij was een opvallend personage en deed heftige uitsparen zoals 'God is dood' en dat de mens een wil tot macht heeft.
Hij heeft met zijn denken een grote stempel gedrukt op waarde en vrijheid. Door te zeggen dat god dood is, wilde hij eigenlijk zeggen dat alle waarden die ons leven richting gaven nu op losse schroeven staan. Dit maakte de mens vrij om zijn eigen waarden te bepalen. Niet iedereen mocht deze waarden voor de mensheid bepalen, dit mochten alleen ubermenschen doen (hogere mensen, vrije geesten). Dit laatste is van grote invloed geweest op het ontstaan van het Duitse nationaal socialisme, zij hebben de ubermensch uiteindelijk flink uit het verband getrokken.
Slide 36 - Tekstslide
Immanuel Kant
"Over smaak valt wel te twisten (maar niet te discussiëren)"
Immanuel Kant
Kant hield zich vooral bezig met ethiek: Hoe handel je goed en rechtvaardig? Kant stelde dat dit puur door rede (denken) bepaald kon worden. Dit was niet afhankelijk van omstandigheden en dus voor iedereen hetzelfde. Iedereen heeft een goede wil die ervoor zorgt dat we doen wat de morele wet voorschrijft. Dit is te vertalen in: bedenk wat jou gedrag voor gevolg heeft als iedereen het zou doen. Is dit dan goed, dan is je gedrag toelaatbaar volgens de morele wet. Zo is het niet goed als je liegt (wat zou er gebeuren als iedereen altijd zou liegen?).
Slide 37 - Tekstslide
Niccolò Machiavelli
"Een veelvoorkomende fout van mensen: bij goed weer geen rekening houden met storm"
Slide 38 - Tekstslide
Albus Dumbledore
"Niet zozeer onze vaardigheden maar, onze keuzes laten zien wie we werkelijk zijn"
Slide 39 - Tekstslide
Nu zelf aan de slag!
Werken aan opdracht 0
Lees ter inspiratie: Margreet de Heer 'Philosophy'
timer
1:10:00
Slide 40 - Tekstslide
Huiswerk
Opdracht geschiedenis af en volgende les presenteren
Nadenken over 4 opdrachten voor dossier
Iedereen mailt voor aanstaande donderdag een groepje en onderwerp/stelling door (opdracht 2)
Eén groepje bereid een discussie/stelling voor (week 2.4)