Een veenpolder was vroeger een veenmoerras. De boeren maakte deze geschikt voor landbouw door het gebied te ontwateren. bijv door sloten te graven of te draineren.
Door de ontwatering droogte het veen uit en zakte het land in = inklinking.
Het land zakt op sommige plekken met 2 meter!
Om de lagere stukken land te beschermen werden dijken aangelegd.
De waterstand wordt in de sloten kunstmatig geregeld. Dit gebeurt met een molen of gemaal.