Helpende Plus - Palliatieve zorg

Waar denk je aan bij palliatieve zorg?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waar denk je aan bij palliatieve zorg?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Curatieve, palliatieve en terminale zorg 
Curatieve zorg: Gericht op behandelen en geneest. 

Palliatieve zorg: Ziekte is ongeneeslijk maar kan nog behandeld worden. Ziekte gericht en symptoom gericht. Kwaliteit van leven belangrijk component.

Terminale zorg: Geen genezing meer mogelijk. Overlijden snel zal plaatsvinden, enkele dagen, weken tot levensverwachting van ongeveer 3 maanden. Onderdeel is kwalitatief van sterven. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

palliatieve zorg

Slide 3 - Tekstslide

1. ziektegerichte palliatie: ziekte wordt nog behandeld zonder dat genezing mogelijk is
2. Symptoomgerichte palliatie: verlichten en onder controle houden van symptomen
3. Stervensfase: kwaliteit van sterven
4. Nazorg voor naasten

DA en huisarts zorgen ervoor dat een patiënt gemarkeerd wordt als zijnde palliatief/terminaal. Bij triage kan er dan gelijk worden verwezen naar betreffende arts

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Fasen rouw Kubler - Ross

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rouw
Bij dementie voel je verlies. Je verliest ‘vroeger’. Soms gaat het snel, soms gaat het langzaam: maar dementie verandert je leven. Je moet afscheid nemen van hoe het was. Hoe jij zelf was, hoe de ander was. Of hoe jullie samen waren. Je rouwt, zonder begrafenis.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Complementaire zorg zorgt voor de hele mens: lichaam, geest, gevoelens, gedachten en wensen. Dat noem je een ‘holistische benadering’. 



Complementaire zorg kan helpen bij het verminderen van je klachten zoals:
pijn
misselijkheid
overgeven
angst
vermoeidheid
slaapproblemen
Als deze klachten verminderen, kan dat helpen voor een betere kwaliteit van leven.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complementaire zorg is niet hetzelfde als alternatieve geneeskunde.
Complementaire zorg richt zich op de klachten en welzijn, niet op de ziekte.
Voorbeelden:

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil euthanasie en palliatieve sedatie
Euthanasie:
In bijzondere gevallen een patiënt helpen met sterven. 

Palliatieve sedatie: 
Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase met als doel ondraaglijk lijden te verlichten. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rouwmand:
Tijdschriften
Puzzelboekje
Dichtbundels
Dekentje/warm kleed
Een schrift (om herinneringen in op te schrijven)
Schrijfgerei
Kleurboek (voor volwassenen en kinderen) en potloden
Massageolie (voor handmassage)
Leeslamp
Handlotion en/of bodycrème
CD-speler + cd’s
Etherische oliën (voor geur en/of beïnvloeding van stemming)
Snoepjes
Bijbel
Kaarsen
Boeken
Kaartspel
Oplader
Dekentje

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve sedatie
Voorbeeld: Pijn, benauwdheid, onrust, terminaal delier

- Intermitterend 
- Continue 
- Acuut (bijvoorbeeld bij een bloeding)


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Euthanasie 
Artsen doen dat alleen als een patiënt daar zelf om vraagt. In de euthanasiewet staan alle regels die gelden bij euthanasie.

Bij euthanasie geeft een arts de patiënt een dodelijk medicijn.




Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
Lichamelijk: zorg voor comfort, voorkom of behandel een delier, geef wisselligging, nathouden mond, denk aan obstipatie/retentie, pijnstilling (morfine), anti-misselijkheidsmedicatie, eten naar behoefte, zo nodig morfine/zuurstof bij benauwdheid, angstmedicatie.

Psychisch: bied emotionele ondersteuning, bespreek angsten rondom het sterven.

Sociaal: schakel netwerk in, bespreek gewenste plek van overlijden, voorkom ruzie aan sterfbed, zoek manieren tot communicatie. 

Spiritueel: schakel geestelijke verzorging in, maak levensvragen en angst voor de dood bespreekbaar.

Cultureel: belang van de religie, de grote rol van de familie en van specifieke rituelen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat te doen als?
Wel of niet reanimeren
Arts komt beoordelen
Orgaan donatie
Wensen mbt verzorgen
Begrafenis ondernemer 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rituelen
Filmpjes 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes 
Vingerprik 
Doen?

Wat meten we
Wat betekent dat?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje hypo en hyper 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Langzame koolhydraten (complex): 
Deze koolhydraten worden langzaam afgebroken en geven geleidelijk glucose af in de bloedbaan, waardoor de bloedsuikerspiegel langzaam stijgt. Hoge vezelinhoud.


 Voorbeelden zijn volkoren granen (zoals volkoren brood, volkoren pasta, havermout), peulvruchten (zoals bonen, linzen), quinoa, groenten en sommige fruitsoorten.
Snelle koolhydraten (eenvoudig): 
Deze koolhydraten worden snel afgebroken en resulteren in een snelle stijging van de bloedsuikerspiegel. Lage vezelinhoud.  



Het consumeren van grote hoeveelheden snelle koolhydraten kan leiden tot pieken in de bloedsuikerspiegel gevolgd door crashes. Voorbeelden zijn wit brood, witte rijst, witte pasta, suikerhoudende dranken, gebak, snoep en bewerkte snacks.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voeding 

  • Portie controle
  • Evenwichtige maaltijden: combinatie van koolhydraten, eiwitten en gezonde vetten om de bloedsuikerspiegel stabiel te houden 
  • Groenten en fruit: maar let op de portiegrootte van fruit vanwege het natuurlijke suikergehalte.
  • Vermijd transvetten: Transvetten kunnen de insulineresistentie verergeren 
  • Eiwitrijke voeding: Eiwitten kunnen helpen bij het stabiliseren van de bloedsuikerspiegel. Kies voor magere eiwitbronnen zoals gevogelte zonder vel, vis, tofu, bonen en peulvruchten.
  • Hydratatie: Drink voldoende water en vermijd suikerhoudende dranken.
  • Regelmatige maaltijdtijden: Probeer regelmatig te eten, bij voorkeur op vaste tijdstippen, om pieken en dalen in de bloedsuikerspiegel te voorkomen.








Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6 zorgvuldigheidseisen 
1. Vrijwillig en goed over nagedacht.
2. Uitzichtloos en ondraaglijk lijden.
3. Informeren over de situatie en de vooruitzichten.
4. Geen redelijke andere oplossing.
5. Raadplegen onafhankelijke arts.
6. Medisch zorgvuldige uitvoering.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies