H4 Schrijven - Je mening opschrijven

Welkom/ Socialiseren
Mobiel in de koffer.
Pak je spullen.
Laptop dicht.











timer
5:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom/ Socialiseren
Mobiel in de koffer.
Pak je spullen.
Laptop dicht.











timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Nederlands 6-3
Wat gaan we doen deze les?
  1. Opstarten + controleren aanwezigheid
  2. Lezen
  3. Uitlegfilmpje 'je mening opschrijven'
  4. Opdracht via Lessonup
  5. Opdracht uit het boek
  6. Afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Je mening opschrijven
Aan het eind van de les kan jij je mening over een bepaald onderwerp geven en kan je je mening aansterken met argumenten en voorbeelden.

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijke dingen
  1. Je mening is iets wat jij vindt. Een mening kan je niet controleren.
  2. Je mening start je met: 'ik vind', 'ik denk' of 'volgens mij'
  3. Met een argument leg je je mening uit.
  4. Een argument start je met 'want' of 'doordat' 
  5. Met een voorbeeld leg je je argument uit. Je geeft je argument extra kracht. 

  • Ik vind dat corona stom is, want veel mensen worden ziek. Mijn buurman is bijvoorbeeld ziek.  

Slide 6 - Tekstslide

Even checken
  • Je gaat zo eerst de lesopdracht via Lessonup maken. Weet je iets niet? Gebruik je boek!

  • Klaar met de lesopdracht? Maak dan de volgende opdrachten uit je boek:
Basis: hoofdstuk 4 schrijven: opdracht 1 t/m 3 + 5 op blz. 134 t/m 136 
Kader: hoofdstuk 4 schrijven: startopdracht + opdracht 1 t/m 3 op blz. 96&97

  • Ben je klaar met de opdrachten? Stuur een foto van je werk naar mij in Teams.

Slide 7 - Tekstslide

Met welke drie woorden kan je je mening starten? Ik...

Slide 8 - Open vraag

Met welke woorden kan je je argument beginnen?

Slide 9 - Open vraag

Met welk doel geef je je mening?
A
Om mensen te overtuigen.
B
Om mensen te informeren.
C
Om mensen over te halen iets te doen
D
Om mensen te amuseren/vermaken.

Slide 10 - Quizvraag

Dilemma, je moet kiezen! Geef je keuze door en geef daarbij je mening met een voorbeeld.

Slide 11 - Open vraag

En nu... 
Nu ga je aan de slag met de opdrachten uit het boek. 
hoofdstuk 4 schrijven: opdracht 1 t/m 3 + 5 op blz. 134 t/m 136  

Zorg dat je je opdrachten afhebt voor de volgende les. 
Ben je klaar? 
- lezen
- ander vak

timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Vragen    ?
     +
    -/-

Slide 13 - Tekstslide