oefenen voor de SO

Bonjour la classe!

Quelle est la date d'aujourd'hui?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bonjour la classe!

Quelle est la date d'aujourd'hui?

Slide 1 - Tekstslide

Le but d'aujourd'hui :

Aan het einde van de les weet ik wat ik nog voor mijn SO moet leren. 



Slide 2 - Tekstslide

Le planning d'aujourd'hui 
le planning d'aujourd'hui 
  • Quiz
  • Corriger les devoirs: 16C, 16D, 16E, 20, 21, 24
  • Vragenmoment: vragen stellen over de SO
  • Zelfevaluatiemoment

Slide 3 - Tekstslide

Welke zin is correct?
A
Elle a monté en haut
B
Elle est monté en haut
C
Elle est montée en haut
D
Elle est monter en haut

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin is correct?
A
Ils ont parti à l'école
B
Ils sont parties à l'école
C
Ils sont partis à l'ècole
D
Ils sont parti à l'école

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin is correct?
A
Nous avons eu un accident
B
Nous sommes eu un accident
C
Nous avons été un accident
D
Nous avez eu un accident

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin is correct?
A
Vous avez allé en France ?
B
Vous êtes allés en France?
C
Vous êtes allé en France
D
Vous êtes allez en France?

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal de volgende zin:
Il y avait plein de choses à faire dans la région.

Slide 8 - Open vraag

Vertaal de volgende zin?
We hebben een hele goede vakantie gehad

Slide 9 - Open vraag

Vertaal het volgende woord!
La randonnée

Slide 10 - Open vraag

Vertaal het volgende woord?
Ook niet

Slide 11 - Open vraag

Vertaal het volgende woord!
de jongeren

Slide 12 - Open vraag

Vertaal de volgende zin:
Je suis parti(e) en avion avec mes parents et ma soeur.

Slide 13 - Open vraag

Huiswerk klassikaal nakijken
  1. Prends ton livre 
  2. Prends un stylo rouge ou vert
  3. On corrige : 16C, 16D, 16E, 20, 21, 24

Slide 14 - Tekstslide

Hoe ging het tot nu 
Zijn er vragen over de  SO ?

Slide 15 - Tekstslide

Zelfreflectie:
  • Hoe ging het tot nu met vocabulaire leren?
  • en met grammaire leren?
  • Wat vond ik moeilijker vocabulaire leren of grammaire?
  • Hoe kan ik beter leren?


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide