B1B Chapitre 5 les 16

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

BONJOUR ET BIENVENUE 2AHA!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Programme d'aujourd'hui

Francofolies

Révision phrases-clés

Révision bijvoeglijk naamwoord

Menu de choix

Révision les mots (quizlet)

Noem 3 Franse merken :)

Bron C

Tu as passé un bon week-end?

C'était bien?

C'est quand ton anniversaire?

C'est qui, Laura?

C'est ma cousine

c'est le deux juillet.

Oui, j'ai fêté mon anniversaire.

Oui, c'était super!

Oui, avec mon frère, on a regardé un film

Non, c'était nul

Combineer de Nederlandse betekenis met de Franse zin. Bron G

Il aime le sport?

Il porte des lunettes. 

Non, il est petit.

Elle est sympa?

il a les yeux verts

Elle est de taille moyenne.

Ton frère est comment?

Zij is van gemiddelde lengte.

Nee, hij is klein.

Houdt hij van sport?

Hoe is jouw broer?

Hij heeft groene ogen.

Is zij aardig?

hij draagt een bril.

Maintenant c'est à toi.

1. Ja, wij hebben gedanst.

2. Met mijn zus en mijn nicht.

3. Was het leuk?

4. Ja, het was super.

5. Beschrijf 1 persoon op de foto. ( geslacht, lengte, ogen, haar, bril?)

Corrigez!

1. Oui, nous avons dansé (of on a dansé).
2. Avec ma soeur et ma cousine.
3. C'était bien?
4. Oui, c'était super!
5.  Jinek: C'est une fille. Elle est de taille moyenne. Elle a les yeux bleus et les cheveux blonds. Elle ne porte pas de lunettes.                                               Ali B: C'est un garçon. Il est petit. Il a les yeux marron et les cheveux noirs. Il porte des lunettes. 

Bloc H

Bijvoeglijk naamwoord

Je mag aantekeningen of boek erbij houden.

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm.
Schrijf alleen dat woord op.

Ils sont ____ (grand)

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm.
Schrijf alleen dat woord op.

Elles sont ____ (timide)

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm.
Schrijf alleen dat woord op.

Le lion est ____ (rouge)

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm.
Schrijf alleen dat woord op.

la fille est ______ (gemeen)

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm.
Schrijf alleen dat woord op.

Les cousins sont ____ (grappig)

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm.
Schrijf alleen dat woord op.

les (oude) ____ copines

Menu au choix

A: Corriger ex. 2,3 + passé composé (mail magister) + leren.

B: Corriger ex 2,3 + beschrijven personen / wat heb je gedaan + leren

C: Corriger ex 2,3 + woorden vertalen + leren

i.p.v.  punt 3 ;leren mag je natuurlijk ook een andere opdracht doen uit het menu.

Choix B:

Beschrijf Lola, Jules, Jade en Louise in hele Franse zinnen. (blz. 177)

Verwerk; ogen, haren, bril, lengte, karaktereigenschap

Noem 2 dingen (passé composé) wat je afgelopen weekend hebt gedaan en met wie.

Choix C:

Traduis:

1. Je vois un chien dans la piscine.

2. C'est le poisson de mon cousin. Il est drôle.

3. Ils sont souvent ensemble. C'est incroyable.

4. Pourquoi tu es sans tes parents?

5. Ik heb een konijn. Hij is rustig.

6. De ochtend  is niet leuk.

7.  Op 8 augustus.

8. Natuurlijk, heb ik de telefoon gegeven.

Waar ben je achter gekomen tijdens de keuze werktijd?

Ik ben klaar voor de toets

1. Ja, ik ben er klaar voor
2. Bijna, ik moet nog wel het een en ander doen
3. Nee, ik weet niet waar ik moet beginnen met leren
4. Nee, maar het gaat wel goedkomen

Quizlet

ga naar  quizlet.live

Je ontvangt van de docent een code.

Vul je eigen naam in.