In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
1. Lesopening/Lesdoel Sport Kwartetspel
2. Terugblik Wat doet een grafisch vormgever?
3. Instructie Stappenplan
4. Begeleid inoefenen Voorbeelden
5. Zelfstandig werken Nu jij!
6. Evaluatie
Slide 1 - Tekstslide
1. Lesopening/Lesdoel
Voor deze tekenopdracht ga je aan de slag als een echte grafisch ontwerper. Een grafisch ontwerper is iemand die in opdracht de vormgeving van bijvoorbeeld een bedrijf of sportclub verzorgt. Deze opdracht bestaat uit twee onderdelen. Je krijgt voor beide onderdelen een cijfer.
Vormgeving Kwartet (proces)
Creativiteit/netheid van de afbeeldingen (techniek, inzicht, werkhouding, verzorging)
Slide 2 - Tekstslide
1. Lesopening/Lesdoel
Weten wat een grafisch vormgever is en doet.
Weten wat de eisen van een kwartetspel zijn
Kwartetspel kunnen maken
Beeld en tekst samen kunnen voegen en zorgen dat dit bij elkaar past
Lesduur:
2 lesuren, schetsen
6 lesuren, uitwerken
Slide 3 - Tekstslide
2. Terugblik
Wat doet een grafisch vormgever?
Wat is een kwartet spel?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
3. Instructie
Stappenplan:
Sporten verdelen
Vier onderdelen kiezen
Schetsen
Vormgeving kaartjes maken
Echte kwartet maken
Slide 7 - Tekstslide
1. Sporten verdelen
Iedereen in de klas krijgt een eigen sport die hij of zij gaat uitwerken. Dit betekend dat er geen sporten dubbel zijn. Als klas heb je straks een compleet kwartet spel.
De docent komt zo langs met een bak met kaartjes hier trek je jouw kaartje uit en dit is de sport waarmee je aan de slag gaat.
Slide 8 - Tekstslide
2. Vier onderdelen
Een kwartet bestaat uit vier kaartjes die bij één thema horen. Bedenk vier onderdelen die passen bij jou sport. Bijvoorbeeld:
Voetbal: bal, goal, voetballer, voetbalschoen
Schrijf de vier onderdelen die bij jouw sport horen op en overleg met de docent of dit goed is.
Slide 9 - Tekstslide
3. Schetsen
Je gaat nu vier schetsen maken van de gekozen onderdelen. Dit hoeft nog niet in detail, maar zorg er wel voor dat het duidelijk wordt welke onderdelen je gekozen hebt.
Slide 10 - Tekstslide
4. Vormgeving
Layout, lettertype, kleur, zwart/wit....
Waar komt de naam van het hoofdonderwerp?
Waar de afbeelding?
Hoe kun je zien om welke het gaat?
Is het rijtje met alle onderwerpen overal gelijk?
Slide 11 - Tekstslide
Vormgeving
Op alle vier de kaartje moet op de zelfde plek het onderwerp, plaatje en sub-onderwerpen. Daarom ga je nu een ontwerp maken hoe dit eruit komt te zien. De vier begrippen moeten op de juiste volgorde komen en dit schrijf je met zwart op. De volgorde van de begrippen is altijd hetzelfde. Het begrip dat bij het plaatje hoort schrijf je een andere kleur.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
5. Echte kwartet
De vier onderdelen worden netjes in kleur uitgewerkt op de kaartjes die je van de leraar hebt gekregen. Zorg ervoor dat de tekeningen allemaal even groot zijn en dat de vormgeving overal het zelfde is.
Werk Netjes!!
Slide 14 - Tekstslide
4. Begeleid inoefenen
Slide 15 - Tekstslide
Dit is een goed voorbeeld waarbij de vormgeving niet helemaal klopt.