3VM blok 1.8 les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

• Lezen (10 minuten)
• Doelen
• Theorie
• Opdrachten/huiswerk
• Afsluiting

Welkom bij Nederlands!

Tekst

Mevrouw Muilenburg

Inhoud

• Boekpresentatie
• Woord van de week
  
• Huiswerk nakijken:  H1.8 opdr. 11 + Test jezelf H1.8
• Quizje
• Uitleg nieuw boekverslag
  
• Huiswerk/opdrachten:   Test jezelf H1.3 + H1.5 + H1.7 +  H1.8  nieuw leesboek mee
  
• Klaar? Oefenen + leren toetsweek
• Afsluiting
  

daar zit het 'm in de kneep

Een ................
zin heeft één persoonsvorm

1. samengestelde zin
2. enkelvoudige zin

Als je geluk hebt, hoef je niet lang te wachten.

1. samengestelde zin
2. enkelvoudige zin

Mijn vader (komen) over een kwartier thuis en dan (helpen) hij ons vast wel even.

1. kwam, hielp
2. komt, hielp
3. komt, helpt
4. komt, help

Gisteren (staan) de taart nog in de koelkast, maar nu (lijken) hij spoorloos verdwenen.

1. stond, leek
2. stond, lijkt
3. staat, leek
4. staat, lijkt

Matthijs (vertellen) me een uur geleden dat het vanochtend zo hard (misten).
.

1. vertelt, mist
2. vertelde, miste
3. vertelt, miste
4. vertelde, mistte

Een citaat geef je aan met
..........

1. hoofdletters
2. puntkomma
3. dubbele punt
4. aanhalingstekens

De komma gebruik je onder meer tussen twee .......................... en tussen twee of meer .........................
naamwoorden.

1. pv + bz. vn
2. ww + bn
3. pv + bn
4. ww + zn

Nu ben ik jouw gedrag echt helemaal zat .....

1. ?
2. .
3. !
4. ,

Ik heb vier personen uitgenodigd Jan Tina Jesse en Serkan

1. dubbele punt + komma + punt
2. komma + punt
3. dubbele punt + punt
4. komma + komma + punt

Vader vroeg Waar ga je heen

1. Vader vroeg: 'Waar ga je heen'?
2. Vader vroeg: 'Waar ga je heen?'

Ik bel je morgen oké

1. Ik bel je morgen oké!
2. Ik bel je morgen oké?
3. Ik bel je morgen, oké?
4. Ik bel je morgen. Oké?

Toen moeder mij riep ging ik meteen naar binnen

1. Toen moeder mij riep ging ik meteen naar binnen.
2. Toen moeder mij riep, ging ik meteen naar binnen.
3. Toen moeder mij riep ging ik meteen naar binnen!
4. Toen moeder mij riep ging ik, meteen naar binnen.

Tina riep Laat me met rust

1. Tina riep: 'Laat me met rust!'
2. Tina riep. 'Laat me met rust!'
3. Tina riep; 'Laat me met rust!'
4. Tina riep, 'Laat me met rust!'

De chef-kok ..........het vlees altijd in een grote, gietijzeren pan.

1. bereid
2. bereitt
3. bereit
4. bereidt

Wat .......... jij van talentenjachten?

1. vindt
2. vintd
3. vint
4. vind

Het sollicitatiegesprek verliep best goed, maar helaas ben ik niet (aannemen).

1. aangeneemd
2. aangenomen
3. aan genomen
4. aanneem