Je weet welke productiefactoren je nodig hebt om te produceren en hun beloningsfactor.
Je weet het verschil tussen arbeids- en kapitaalintensief
Je weet hoe je de waardevermindering van kapitaalgoederen berekent.
Je weet wat een bedrijfskolom is.
Je kunt de toegevoegde waarde berekenen.
Slide 2 - Tekstslide
4 Productiefactoren
Natuur: alles wat de natuur levert.
Arbeid: zowel lichamelijke als geestelijke inspanning die mensen leveren bij het produceren.
Kapitaal: alle kapitaalgoederen waarin je geld investeert en die je in het productieproces gebruikt.
Ondernemerschap: een ondernemer probeert winst te maken door op de juiste manier de productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal in te zetten.
Slide 3 - Tekstslide
Productiefactoren en beloning
Slide 4 - Tekstslide
Kapitaalintensief: als bij de productie naar verhouding meer gebruik wordt gemaakt van kapitaalgoederen dan van arbeid.
Arbeidsintensief: als de productie vooral door menselijke arbeid tot stand komt.
Slide 5 - Tekstslide
Afschrijving
De afschrijving: is de jaarlijkse waardevermindering van je kapitaalgoederen.
Bedrijven investeren geregeld in nieuwe kapitaalgoederen, zoals machines en bedrijfsauto’s. Bedrijven vervangen om de paar jaar hun kapitaalgoederen.
De aanschafkosten van bijvoorbeeld een machine worden verdeeld over de gebruiksduur. De oude machine levert bij inruil nog een bedrag op, de restwaarde.