Liberalisme legt veel nadruk op vrijheid, vooral economische
vrijheid en
vrijheid van het
individu tegenover de overheid. De garantie van klassieke grondrechten als vrijheid van godsdienst, meningsuiting en drukpers moest hierbij helpen. Ze wilden de macht van de koning beperken en gingen uit van
censuskiesrecht voor de volksvertegenwoordiging.
Goed onderwijs zou lijden naar welvaart, maar en zagen geen rol van de overheid in het oplossen van de sociale kwestie.
De overheid moet weinig bemoeien met de economie —> welvaart.