4H chap 4 herhalen gramm pronom personnel, négation + verbes
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vervang het onderstreepte deel
Tout comme les Pays-Bas, la France a aussi ses propres fromages. timer
0:45
Slide 2 - Open vraag
Oui, mais il ne va pas donner d'argent à Sophie.
timer
0:45
Slide 3 - Open vraag
Ainsi, Marianne représente la France.
timer
0:45
Slide 4 - Open vraag
Maman a téléphoné souvent à ses filles.
timer
0:45
Slide 5 - Open vraag
Il n'a pas acheté le dernier jeu vidéo pour la play station.
timer
0:45
Slide 6 - Open vraag
Il veut montrer le jeu vidéo à ses amis.
timer
0:45
Slide 7 - Open vraag
Ses amis adorent ses jeux vidéo.
timer
0:45
Slide 8 - Open vraag
Il n'a pas montré le jeu à ses camarades de classe.
timer
0:45
Slide 9 - Open vraag
Mais hélas pour lui Sophie préfère la musique.
timer
0:45
Slide 10 - Open vraag
Papa va donner de l’argent de poche à ses enfants?
timer
0:45
Slide 11 - Open vraag
Zet de ontkenning in de zin:
(nooit) Il va chez le médecin.
timer
0:45
Slide 12 - Open vraag
Zet de ontkenning in de zin:
(niet meer) Nous faisons beaucoup de sport.
timer
0:45
Slide 13 - Open vraag
Geef antwoord . Begin met Non
Tu as fait tes devoirs? (nog niet)
timer
0:45
Slide 14 - Open vraag
Geef antwoord . Begin met Non
Tu révises quelque chose? (niets)
timer
0:45
Slide 15 - Open vraag
Vertaal:
Ik heb mijn eindexamen nog niet gehaald.
timer
0:45
Slide 16 - Open vraag
Vertaal:
Ik houd helemaal niet van wiskunde.
timer
0:45
Slide 17 - Open vraag
Geef antwoord . Begin met Non
Le professeur a interrogé quelqu'un? (niemand)
timer
0:45
Slide 18 - Open vraag
Vertaal:
Hij heeft niemand gezien.
timer
0:45
