Les 5: Cultuur en Identiteit & Les 6 Multiculturele samenleving
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Burgerschap
Sociaal-maatschappelijke dimensie
Les 5: Cultuur en Identiteit & Les 6 Multiculturele samenleving
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen les 5
Je weet wat het verschil is tussen de dominante, sub,- en tegencultuur.
Je weet wat het verband is tussen een norm en een waarde.
Je weet wat een traditie is, en hoe symbolen en rituelen daar mee in verband staan.
Je kunt uitleggen wat identiteit en afkomst met elkaar te maken hebben
Je weet wat secularisme betekent.
Je weet wat socialisatie is, en hoe je als mens een referentiekader ontwikkelt op basis daarvan.
Slide 2 - Tekstslide
Cultuur?
Slide 3 - Woordweb
Cultuur
Een geheel van kenmerken, normen, waarden en gewoonten van een groep mensen.
Slide 4 - Tekstslide
Cultuur
Dominante cultuur
Subcultuur
Tegencultuur
Slide 5 - Tekstslide
Koekje bij de koffie...
Gewoonten zijn vaste manieren om iets te doen, gebruik wat veel voorkomt.
Waarden zijn die we belangrijk vinden in het leven. Een ideaal of principe.
Normen zijn geschreven en ongeschreven regels over wat we normaal vinden.
Slide 6 - Tekstslide
Niet jokken
Waarde
Slide 7 - Tekstslide
Dominante
Cultuur
Norm
Sub-
cultuur
Tegen-
cultuur
Hiphop
Vrouwen geen hand geven
Neonazi's
Koningsdag vieren
Slide 8 - Sleepvraag
Waarom is Koningsdag een traditie?
Slide 9 - Tekstslide
Tradities...
worden van generatie op generatie doorgegeven;
geven vaak het gevoel dat je bij een bepaalde cultuur hoort;
hebben vaak hun eigen symbolen en rituelen...
Slide 10 - Tekstslide
4 en 5 mei viering
Traditie
Symbolen
Rituelen
Slide 11 - Tekstslide
Norm
Symbool
Ritueel
Waarde
Proosten om 24:00 bij oud en nieuw.
Een witte jurk dragen als je gaat trouwen.
Vrijheid
Niet liegen
Slide 12 - Sleepvraag
Identiteit?
Slide 13 - Woordweb
Identiteit
Wie je bent, hoe je jezelf of anderen je zien is je identiteit. Dit bestaat uit alle eigenschappen die je hebt, zoals uiterlijke kenmerken, karaktertrekken, hobby's en interesses.
Slide 14 - Tekstslide
Wat hebben identiteit en afkomst met elkaar te maken?
Slide 15 - Open vraag
Socialisatie
Het proces waarbij je waarden en normen aangeleerd krijgt:
Primair (ouders/familie)
Secundair (school/vrienden)
Slide 16 - Tekstslide
Referentiekader
Is het geheel aan normen en waarden op basis waarvan je naar de wereld kijkt.
Je oordeelt en handelt op basis van je referentiekader.
Slide 17 - Tekstslide
Referentiekader verandert...
Gebeurtenissen in het leven;
Welvaart neemt toe;
Mensen kunnen steeds beter zelf beslissingen nemen;
Normen en waarden veranderen;
Invloed van de Kerk of religie wordt minder;
Slide 18 - Tekstslide
Secularisme
Scheiding tussen Kerk en staat.
De overheid bepaalt wat in de wet staat. Religie/ geloof niet.
Slide 19 - Tekstslide
Welk land is het minst seculair?
A
België
B
Iran
C
Frankrijk
D
Turkije
Slide 20 - Quizvraag
Oefeningen bespreken:
Opdracht 3: a t/m e
Exit Ticket invullen
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Les 6 BBL Burgerschap
Multiculturele samenleving
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoelen:
Je weet wat de kenmerken zijn van een multiculturele samenleving;
Je weet wat migratie betekent en kun het verschil tussen een immigrant en een emigrant uitleggen;
Je kunt de begrippen assimilatie, integratie en segregatie uitleggen;
Je weet wat vooroordelen en stereotypen zijn, en je kunt hiervan voorbeelden geven.
Slide 24 - Tekstslide
Multiculturele samenleving
Veel mensen met verschillende culturele achtergronden;
Als je uit eten gaat dan kun je kiezen uit veel verschillende keukens;
Veel verschillende religieuze achtergronden.
Slide 25 - Tekstslide
Migreren
Betekent verhuizen; je vestigen in een ander land.
Immigrant: een persoon die in een ander land is gaan wonen.
Emigrant: een persoon die verhuist naar een ander land.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Wat zijn de belangrijkste redenen om je land te ontvluchten?
Slide 28 - Open vraag
Redenen om te vluchten:
Natuurrampen;
Oorlog;
Politieke onderdrukking of vervolging;
Discriminatie en Rascisme.
Slide 29 - Tekstslide
Omgaan met cultuurverschillen
Segregatie Assimilatie Integratie
Slide 30 - Tekstslide
De eigen cultuur wordt vervangen door
de dominante cultuur van het land waar je woont.
Je past je dus helemaal aan.
Dominante cultuur
De cultuur die door de meeste mensen wordt gedeeld.
Slide 31 - Tekstslide
Verschillende culturen die in een land gescheiden van elkaar leven.
Leven naast elkaar, niet met of door elkaar.
Slide 32 - Tekstslide
Migranten nemen een deel van de dominante cultuur over,
maar ook omgekeerd worden gewoonten overgenomen.
Slide 33 - Tekstslide
Sleep de juiste afbeelding bij de juiste term
Integratie
Segregatie
Assimilatie
Op een school in Nederland vieren christelijke en islamitische kinderen samen Pasen en het Suikerfeest.
Rhavi uit India woont al zo lang in Nederland, dat zij de moedertaal niet meer spreekt.
De Japanse Aiko woont in Nederland. In haar vrijd tijd gaat ze alleen met Japanners om.
Slide 34 - Sleepvraag
De Nederlandse overheid richt zich vooral op?
A
Assimilatie
B
Integratie
C
Segregatie
Slide 35 - Quizvraag
Wat is je eerste gedachte?
Slide 36 - Open vraag
Wat is je eerste gedachte?
Slide 37 - Open vraag
Vooroordelen
Een mening hebben over iemand of een groep mensen die niet op feiten is gebaseerd;
Emotioneel geladen, meestal negatief bedoeld;
Het oordeel is van te voren al bepaald.
Stereotypen
Algemeen versimpeld beeld over kenmerken, eigenschappen en gedragingen van een bepaalde groep;
Overdreven en generaliserend;
Dat is gewoon zo! Kennis over de groep.
Slide 38 - Tekstslide
Welke vooroordelen zijn er over het werken in een verpleeghuis?