Keuzedeel pitch HTV Maart 2022

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1-3

-Introductie op het keuzedeel

-2 keuzes in niveau

-Waarom volg je dit keuzedeel?

-Hoe sluit je het keuzedeel af?

-Welke materialen moet je hebben?

-Vragen?

Keuzedeel Engels

A2-B1 & B1-B2

Je geeft aan bij de start van de keuzedelen 

welk niveau jij gaat volgen

(Overleg dit met jouw docent indien nodig).

A2-B1 (Engels op niveau huidige lessen, 

examens op niveau A2-B1)

B1-B2 (Engels op hoger niveau, examens op niveau B1-B2)

Keuzedeel Engels; jouw keuze voor welk niveau jij kiest;)

Welk niveau keuzedeel zou jij op dit moment kiezen?

A2-B1

B1-B2

-Kunnen redden in het buitenland

-Tijdens jouw stage

-Tijdens het gamen

Als jij jouw Engels goed kan 

beheersen...

Heb jij een stapje voor bij bedrijven;)

(plus op jouw diploma staat dan

dat je A2-B1 of B1-B2 Engels beheerst.)

Waarom volg je dit keuzedeel?

-Schrijven (3 teksten, 1,5 uur, ong. 400 woorden)

-Lezen en luisteren (1,5 uur, computer examen

op externe locatie)

-Spreken (PPT presentatie over vooraf verteld onderwerp, +/- 15 minuten, 5 min. spreken)

-Gesprekken voeren (Casus uitvoeren in verstaanbaar Engels, +/- 15 minuten, 5 min. spreken)

-Hoe sluit je het keuzedeel af?

-Hoe sluit je het keuzedeel af?

Periode 1	Periode 2	Periode 3
Schrijven a-kans CE (Lezen/Lu.) B1-B2 a-kans	CE (Lezen/Lu.) a-kans schrijven b-kans	Spreken/gespr. voeren a-kans/b-kans CE (Lezen/Lu.) b-kans evt. c-kans Schrijven

-Taalblokken online

Engels licentie 12 maanden

-Losse materialen

-Spelletjes om de taal te verbeteren

-Boek jaar 1 (soms refereren we hieraan tijdens de lessen, zal op tijd worden aangegeven).

Welke materialen gaan we gebruiken?

Hoe zou jij jouw beheersing van de Engelse taal omschrijven? (mag middels tekst, meme or plaatje)

Let's put this to the test!

Vul de zin aan met de juiste 

(werk)woorden

OF het juiste woord (woordenschat).

He ...... a lot of money on sports clothes.

1. costs
2. spends
3. buys
4. spend

On Sunday Becca ...... for her classes the next day.

1. prepares
2. compares
3. remembers
4. prepare

Make sure you ...... the brakes carefully when you buy a new bike.

1. look
2. find
3. check

Rachel didn’t get up until 10 a.m. but it didn’t ………… because it wasn’t a college day.

1. matter
2. mind
3. mattered

They ...... (inpakken) two large bags with all the things they needed.

1. paced
2. pakked
3. packed

Yesterday must ....... ....... tiring. He can barely keep his eyes open.

1. has been
2. have been
3. had been

When Gloria is older, she hopes that she can ...... some money from playing football

1. earns
2. earn
3. earned

I'm reading a book about a ....... .

1. witch
2. which
3. wits

Last one; I'm very ......... at English.

1. well
2. good

Waarom?

Tijdens het examen gesprekken voeren en spreken moet jij in staat zijn om begrippen toe te lichten. Soms kom je gewoon even niet op een woord... - Uitleggen is dan de key.

Pak een kaartje en probeer zo veel mogelijk 

begrippen uit te leggen in 30 sec. (hou zelf de timer bij;)

Nu....

Dus aan jouw nu de keuze, welk niveau wil jij gaan doen?

(Dit hoef je pas aan te geven bij de start van 

het keuzedeel! - overleg dus ook met jouw docent wat het slimst is voor jou.)

Tot volgend jaar, alleen nog even het volgende...