In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
H3 Water
3.1 IJs - water - waterdamp
3.2 Temperatuur meten
3.3 Veranderen van fase
3.4 Kookpunt en smeltpunt
Slide 1 - Tekstslide
Noem de drie fasen van water
Slide 2 - Open vraag
Waterdamp kun je zien
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Aan welke vorm kun je een kristalstructuur herkennen?
A
B
C
D
Slide 4 - Quizvraag
Heeft deze afbeelding een kristalstructuur?
A
Ja, dat is overduidelijk een kristalstructuur
B
Nee, dat is natuurlijk geen kristalstructuur!
Slide 5 - Quizvraag
Heeft deze afbeelding een kristalstructuur?
A
Ja, dat is overduidelijk een kristalstructuur
B
Nee, dat is natuurlijk geen kristalstructuur!
Slide 6 - Quizvraag
Heeft deze afbeelding een kristalstructuur?
A
Ja, dat is overduidelijk een kristalstructuur
B
Nee, dat is natuurlijk geen kristalstructuur!
Slide 7 - Quizvraag
In welke fase bevindt water zich de volgende neerslagen:
Vast
Vloeibaar
Gasvormig
Slide 8 - Sleepvraag
Wat is de functie van een thermometer?
Slide 9 - Open vraag
Plaats de onderdelen van de thermometer op de juiste plaats:
stijgbuis
reservoir
schaalverdeling
Slide 10 - Sleepvraag
Zet de stappen voor het maken van een schaalverdeling op de juiste volgorde: 1. Verdeel de afstand tussen de twee streepjes in tien gelijke delen van 10 °C. 2. Neem als honderdpunt (100 °C) het niveau v/d vloeistof bij kokend water. 3. Zet ten slotte ook getallen bij de streepjes. 4. Neem als nulpunt (0 °C) het niveau van de vloeistof bij smeltend ijs.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het verschil tussen analoge en digitale thermometers?
A
Analoog heeft een schermpje met getallen en digitaal heeft wijzers
B
Digitaal heeft een schermpje met getallen en analoog heeft wijzers
Slide 12 - Quizvraag
Plaats de faseovergangen op de juiste plaats:
rijpen
vervluchtigen
smelten
verdampen
stollen
condenseren
Slide 13 - Sleepvraag
Wat betekent condenseren?
Slide 14 - Open vraag
Zet de drie fasen van het koken van water in de juiste volgorde:
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Slide 15 - Sleepvraag
Als je kijkt naar tabel 1 op bladzijde 115. In welke fase bevindt de stof propaan zich in dit klaslokaal van 20 °C?
A
In de vaste fase
B
In de vloeibare fase
C
In de gas fase
D
Zapotron
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent kookpunt?
Slide 17 - Open vraag
Wat betekent smeltpunt?
Slide 18 - Open vraag
Waarom zijn kookpunt en smeltpunt stofeigenschappen?
A
Omdat alleen sommige stoffen kunnen koken / smelten en andere niet
B
Omdat elke stof hetzelfde smeltpunt heeft maar een ander kookpunt
C
Omdat elke stof hetzelfde kookpunt heeft maar een ander smeltpunt
D
Omdat het kookpunt en smeltpunt voor elke stof anders zijn en deze eigenschappen uniek maken