2024_05_23 Examens oefenen

Programma
Uitleg examen
Examens oefenen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Programma
Uitleg examen
Examens oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak een oefenexamen schrijven 
Lever deze via een chat in teams in bij je docent -> laklaassen@rocvantwente.nl




timer
30:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak een oefenexamen schrijven 

Kijk deze na middels het beoordelingsformulier



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijke brief of e-mail.

Wanneer?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijke correspondentie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formele taal
Formele taal is een naam voor taal die je gebruikt in meestal serieuze situaties. 
Je gebruikt het vooral als je praat of schrijft met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die wat "belangrijker" zijn. 
Je gedraagt je netter en je gebruikt ook wat nettere taal. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informele taal
Informele taal is taal die je gebruikt in minder serieuze situaties. Het is ‘losser’. 
Je gebruikt het als je praat met je ouder(s) of als je een berichtje schrijft naar bijvoorbeeld een vriend.
Let op: informeel betekent niet dat je meer fouten mag maken. Je gebruikt alleen wat eenvoudigere woorden, die lijken op de taal die je spreekt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding examenopdracht

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaste structuur / opbouw

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inleiding
kern
slot
Wat wil je en waarom? Je behandelt de verschillende kanten van je onderwerp; de deelonderwerpen. Deze zet je in een logische volgorde.
Kun je nogmaals het doel van de brief weergeven. Je schrijft precies wat je verwacht van de ontvanger. 
vertel je wat de aanleiding is voor het schrijven van je brief. Nooit beginnen met ik of mijn, dit is onbeleefd.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe spel ik namen in de aanhef?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nog meer belangrijk?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen:

Bij een informele brief gebruik je:
A
je, jij
B
altijd u
C
kan allebei
D
je, jij en u

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent T.a.v.? in een zakelijke brief of e-mail?
A
ter attentie van
B
ter attentie voor
C
ten attentie van
D
ten attentie voor

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord geeft aan: Hier staat het onderwerp van de brief?
A
Bijlage(n)
B
Briefhoofd
C
Slotformule
D
Betreft- regel

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een zakelijke brief moet je een 'aanhef' zetten. Wat is dat?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aanhef is goed?
A
Hoi mevrouw,
B
Geachte A. de Groot,
C
Beste Mevrouw Bakker,
D
Geachte heer Van Baalen,

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe eindig je dus bij voorkeur een zakelijke brief?
A
Met vriendelijke groet,
B
Groetjes,
C
Nou, tot ziens dan maar!
D
Hoogachtend,

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We maken opdracht 2 (blz. 183)

Slide 27 - Tekstslide

Uitnodiging personeelsfeest 2 mei
Bevestiging aanwezigheid personeelsfeest
Foto's van personeelsfeest 2 mei
Afspraak APK verzetten van 12 naar 20 febr.
Je hebt een afspraak gemaakt met je mentor op 30 mei. Op dat tijdstip moet je naar de tandarts. Je wilt de afspraak verzetten.
Noteer een kort en duidelijk bericht.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 7
  • Schrijf op de computer eerst de 
inleiding, het middenstuk en het 
slot. Maak eventueel een schrijfplan.
  • Stuur je mail naar een klasgenoot
  • Beoordeel de mail van je 
klasgenoot aan de hand van het 
beoordelingsformulier.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeel de mail van klasgenoot

Slide 30 - Tekstslide

beoordelingsformulier zakelijke e-mail staat op gedeelde onedrive onder beroepsgericht Nederlands, lesmateriaal NN, 3e editie,  schrijven.
Wat was je score op de gemaakte mail?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb nog uitleg nodig over zakelijke e-mail of brief

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies