In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Communicatie
Slide 1 - Tekstslide
Wat is communicatie in de zorg?
Communiceren in de zorg is het overbrengen en ontvangen van een boodschap, het uitwisselen van informatie tussen mensen. Het is een doorlopend proces van informatie uitwisselen tussen zorgverlener en cliënt: de een reageert steeds op de ander.
Slide 2 - Tekstslide
Doel van communicatie
Elkaar willen bereiken: je wilt de ander iets vertellen of vragen.
Zorgen voor meer contact, een betere omgang met elkaar.
Elkaar beter leren kennen en beter begrijpen.
Betere samenwerking.
Zorgen voor betere zorg en dienstverlening.
Een goed gesprek, een dialoog (een tweespraak, een samenspraak) dus luisteren en spreken.
Slide 3 - Tekstslide
Zorginstellingen willen de zelfredzaamheid van cliënten vergroten, hen geruststellen in hun keuze of motiveren tot een bepaald gedrag.
Dit vraagt om goede communicatie gericht op de cliënt en familie van de cliënt.
Slide 4 - Tekstslide
De cliënt staat centraal
Gericht communiceren geeft een cliënt het gevoel dat zij gehoord en begrepen worden.
Door gericht te communiceren krijgen cliënten meer grip op hun eigen situatie, voelen zij zich gesteund, en neemt de zelfredzaamheid van de cliënt weer toe
Slide 5 - Tekstslide
verbale en non-verbale communicatie
In een gesprek zijn niet alleen de woorden die je zegt belangrijk, de verbale communicatie.
Nog belangrijker is de manier waarop je die woorden zegt en hoe je je gezicht of lichaamstaal daarbij gebruikt: de non-verbale communicatie.
Je gezichtsuitdrukkingen en lichaamshouding hebben grote invloed.
Slide 6 - Tekstslide
Non verbale communicatie
zijn uitingen als handbewegingen, oogbewegingen, hoofdbewegingen. Het gaat er om je lichaamshouding, je gelaats uitdrukken en welke combinaties je er maar van wilt maken.
Slide 7 - Tekstslide
weet jij wat er bedoeld wordt met non-verbale communicatie?
Slide 8 - Woordweb
bekijk het volgende filmpje
Sandra is de woning van mevrouw Goedhart binnengegaan om een enveloppe te overhandigen en het ontbijtservies op te halen. Mevrouw Goedhart is cliënt van de zorgorganisatie van Sandra. Is er contact? Is er aandacht? Luistert Sandra naar verbale en non-verbale signalen? Welk effect heeft dit alles op mevrouw Goedhart?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Je hebt het filmpje bekeken waarin de situatie 2 x is voorgedaan. Wat is het verschil in beide situaties?
Slide 11 - Open vraag
Bekijk het volgende filmpje
Siona haalt mevrouw Vreeswijk op om naar de dagopvang te gaan. Mevrouw Vreeswijk is gedesoriënteerd in plaats en tijd. Sluit Siona aan bij de beleving van mevrouw? Neemt zij de tijd? Welk effect heeft dit alles op mevrouw Vreeswijk?
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Je hebt het filmpje bekeken waarin de situatie 2 x is voorgedaan. Wat is het verschil in beide situaties?