Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
S.O. 6.0 t/m 6.2
Slide 1 - Tekstslide
Welke grondstoffen zitten er in een schoen?
Slide 2 - Open vraag
Welke grondstof zit er in ijs?
Slide 3 - Open vraag
Eindproduct
A
product dat klaar is om door de consument te worden gekocht
B
wat mensen willen kopen
C
goederen en diensten kopen in het buitenland
D
product dat direct van het land of uit de bodem wordt gehaald
Slide 4 - Quizvraag
Import
A
goederen en diensten verkopen aan het buitenland en ze het land uit brengen
B
goederen en diensten kopen in het buitenland en ze het land binnen brengen
C
product dat klaar is om door de consument te worden verkocht
D
product dat direct van het land of uit de bodem wordt gehaald
Slide 5 - Quizvraag
Nederland levert bloemen aan Duitsland. Dat noem je import.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Export is...
Slide 7 - Open vraag
Rotterdam
Singapore
Suezkanaal
Kaap de Goede Hoop
Panamakanaal
Los Angeles
Kaap Hoorn
Slide 8 - Sleepvraag
Noem twee belangrijke kanalen die goed zijn voor de wereldeconomie.
Slide 9 - Open vraag
Noordelijk halfrond
Zuidelijk halfrond
De evenaar
Slide 10 - Sleepvraag
Evenaar
A
noordelijke helft van de aarde
B
een gebied op aarde met dezelfde tijd
C
zuidelijke helft van de aarde
D
denkbeeldige lijn die de aarde verdeelt in noord en zuid
Slide 11 - Quizvraag
Specerijen worden hier gemaakt.
Indonesiërs brengen het naar India
De Arabieren brengen het over de woestijn naar Alexandrië.
De Arabieren kopen het van de Indonesiërs.
De Arabieren verschepen de specerijen richting Egypte
De Arabieren verkopen het aan de Italianen.
De Italianen brengen het naar Europa.
Slide 12 - Sleepvraag
Wie was Vasco da Gama en wat heeft hij ontdekt?
Slide 13 - Open vraag
Wie was Willem Barentz en wat welke route wilde hij uitproberen?
Slide 14 - Open vraag
Naar wie is Amerika genoemd?
Slide 15 - Open vraag
Een van de grootste indianenvolken is de
A
Azteken
B
Indonesiërs
C
Egyptenaren
D
Cubanen
Slide 16 - Quizvraag
De koning van ________________________ stuurde na de ontdekking van Amerika veroveraars.
A
Nederland
B
Italië
C
Portugal
D
Spanje
Slide 17 - Quizvraag
Een reden dat de Spanjaarden van de Azteken wonnen, was dat ze paarden hadden, waardoor ze sneller waren. Noem een andere reden.
Slide 18 - Open vraag
Waarom werden slaven uit Afrika gehaald?
Slide 19 - Open vraag
Wat is de goede volgorde?
1.
2.
3.
4.
5.
De Spanjaarden bouwen plantages.
De Spanjaarden halen slaven uit Afrika.
Azteken moeten op de plantages werken.
Azteken sterven door Europese ziektes.
Cortes verovert het land van de Azteken
Slide 20 - Sleepvraag
'We werken 16 uur per dag, 7 dagen in de week. Nooit hebben we rust of worden we met rust gelaten. Vrij zijn we niet. Iemand anders bezit ons om het zware werk op te knappen. Het geld dat ze aan ons verdienen houden ze voor zichzelf. Ons leven is uitzichtloos, we werken letterlijk tot we er bij neervallen.'
Wie zegt dit?
A
Ontdekkingsreiziger
B
Slaaf
C
Soldaat
D
Plantagebezitter
Slide 21 - Quizvraag
Afbeelding 1
Slide 22 - Tekstslide
Bekijk afbeelding 1. Hoe heet de rode lijn?
A
Noordelijk halfrond
B
Zuidelijk halfrond
C
Evenaar
D
Het middelijk halfrond
Slide 23 - Quizvraag
Wij bevinden ons nu op het ...
A
Noordelijk halfrond
B
Zuidelijk halfrond
Slide 24 - Quizvraag
Het zuidelijk halfrond is groter dan het noordelijk halfrond
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Kaart 1
Slide 26 - Tekstslide
Bekijk kaart 1. Welk kanaal is te vinden op het rode puntje?
A
Panamakanaal
B
Suezkanaal
C
Cairokanaal
D
Alexandria-kanaal
Slide 27 - Quizvraag
Waarvoor is dit kanaal zo belangrijk voor Europa?
Slide 28 - Open vraag
Wat is een kolonie?
Slide 29 - Open vraag
Aanbod
A
de manier waarop mensen samenleven
B
wat te koop is
C
handel tussen landen
D
wat mensen willen kopen
Slide 30 - Quizvraag
Vraag
A
de manier waarop mensen samenleven
B
wat te koop is
C
handel tussen landen
D
wat mensen willen kopen
Slide 31 - Quizvraag
Slaaf
A
iemand die het bezit is van iemand anders en voor hem moet werken
B
iemand die geen geld krijgt voor zijn werk
C
iemand die zonder toestemming werk verricht voor een ander
D
iemand die geen bezit heeft
Slide 32 - Quizvraag
Veroveraar
A
iemand die handelt tussen noord en zuid
B
iemand die handelt en veel macht heeft
C
iemand die goederen en diensten verkoopt
D
iemand die een bepaald gebied met geweld in bezit neemt