Cursus 1 - Meer dan lezen - paragraaf 3 - hoofdgedachte - les 2

Welkom
  • Telefoon in de telefoontas.

  • Doe je boek alvast open
    op bladzijde 20 + 21.



1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
  • Telefoon in de telefoontas.

  • Doe je boek alvast open
    op bladzijde 20 + 21.



Slide 1 - Tekstslide

1. De theorie van §2 Onderwerp en  §3 Hoofdgedachte herhalen. 
2. De opdrachten 4 en 5 van §3 Hoofdgedachte maken.



In deze les gaan we

Slide 2 - Tekstslide

De lesdoelen
  • Je kunt een tekst oriënterend lezen.
  • Je kunt een tekst precies lezen.
  • Je kunt het onderwerp van een tekst bepalen.
  • Je kunt de hoofdgedachte van een tekst bepalen.

Slide 3 - Tekstslide


1.2 Onderwerp
1.3 Hoofdgedachte

Waarover gaat de toets
Meer dan Lezen?

Slide 4 - Tekstslide

Bij oriënterend lezen . . . .
timer
0:30
A
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst.
B
bekijk je de tekst en lees je de 1e alinea.
C
lees je de 1e en laatste zin van elke alinea.
D
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.

Slide 5 - Quizvraag

Wat doe je NIET bij oriënterend lezen?
A
De titel lezen
B
Het slot lezen
C
De inleiding lezen
D
De tussenkopjes lezen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een tussenkopje?
A
Een alinea
B
De titel boven de hele tekst
C
De titel van een alinea
D
De bron

Slide 7 - Quizvraag

Een alinea heeft altijd een tussenkopje
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

orienterend lezen
anders
titel
alles lezen
afbeeldingen
iets opzoeken
inleiding
tussenkopjes

Slide 9 - Sleepvraag

Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord of een paar woorden waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
gevonden pootafdrukken van dino's
B
het Schotse eiland Skye
C
wetenschappers in Schotland
D
dino's leefden in een gezin

Slide 11 - Quizvraag


§3 Hoofdgedachte


Je kunt het belangrijkste van een tekst of programma in één zin samenvatten. 
Die ene zin noem je de hoofdgedachte.

Slide 12 - Tekstslide

  • Bepaal het onderwerp van de tekst.
  • Lees de tekst precies.
  • Kijk aan het begin en het eind van de tekst of de hoofdgedachte daar al staat.
  • Geef in één zin antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
Zo vind je de hoofdgedachte

Slide 13 - Tekstslide

Om de hoofdgedachte van een tekst te vinden
Om de hoofdgedachte vinden, moet je de tekst precies lezen: je leest de tekst dan goed van de eerste zin tot en met de laatste zin.
Precies lezen

Slide 14 - Tekstslide


Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
De belangrijkste zin van een alinea
B
Het onderwerp van de tekst.
C
Een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent.
D
Het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Wetenschappers in Schotland hebben iets onderzocht.
B
Er is iets bijzonders gebeurd op het Schotse eiland Skye.
C
Aan de Schotse kust zijn honderden pootafdrukken van dino's gevonden.
D
De pootafdrukken van dinosaurussen zijn 170 miljoen jaar oud.

Slide 16 - Quizvraag

Oefenen
Meer dan Lezen
§3: Hoofdgedachte
blz 23 + 24
 
Gezamenlijk: opdracht 4
Zelfstandig: opdracht 5

Tijd over? Maak de puzzel op blz 236.



waar?
wat?

Slide 17 - Tekstslide

Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu:

  • Hoe je een tekst oriënterend leest en hoe je een tekst precies leest.
  • Hoe je het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepaalt.

Slide 18 - Tekstslide