Oefentoets Thema 5 Waarneming B1-B4 + B7

OefenToets
Thema 5: B1 t/m B4 + B7

Heel veel succes!!
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

OefenToets
Thema 5: B1 t/m B4 + B7

Heel veel succes!!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer uit de afbeelding geeft het
deel van het oor aan, waarin zich de
gehoorzintuigcellen bevinden?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk product uit de huid houdt de hoornlaag soepel?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Om de uitloper van iedere zenuwcel zit een dun laagje.
Welke functie heeft dit laagje?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Danny bakt een taart voor zijn vrienden. In de taart gebruikt hij de kruiden nootmuskaat, vanille, peper en zout. Welke van deze smaken kun je proeven met zintuigen in je tong?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Behalve smaakzintuigcellen zitten er nog andere zintuigcellen in de tong.
Noem nog twee andere type zintuigcellen in de tong.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de bron. Voor wie is de kauwgom tijdens het opstijgen en landen nuttig?
A
Alleen voor Eric.
B
Alleen voor Frank.
C
Voor Eric en Frank.
D
Voor geen van beiden.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gehoorbeentje zit tegen het vlies van het slakkenhuis aan?
A
Het aambeeld.
B
De hamer.
C
De stijgbeugel.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of de volgende stelling juist of onjuist is:
Pijnpunten liggen in de lederhuid.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of de volgende stelling juist of onjuist is:
Barbara heeft blauwe ogen.
Dat komt doordat haar pupillen blauw gekleurd zijn.

A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of de volgende stelling juist of onjuist is:
Eliah dekt één van zijn ogen af met zijn hand. Met het andere oog kijkt hij rond.
De pupillen van zijn ogen zijn nu niet even groot.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of de volgende stelling juist of onjuist is:
In je bovenbeen vind je een deel van het centrale zenuwstelsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of de volgende stelling juist of onjuist is:
Als je verkouden bent, kun je niet goed proeven of er suiker in je thee zit.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of de volgende stelling juist of onjuist is:
Als je minder eet dan je nodig hebt, wordt er vet verbrand onder je huid.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Doordat de geur van benzine ook je pijnpunten prikkelt en de geur van gebak niet.
B
Doordat de geur van benzine via een andere reukzenuw je hersenen binnenkomt dan de geur van gebak.
C
Doordat de geur van gebak andere reukzintuigcellen prikkelt dan de geur van benzine.
D
Doordat de geur van gebak ook je smaakzintuigcellen prikkelt en de geur van benzine niet.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk zintuig wordt in de
afbeelding getest?
A
Het drukzintuig.
B
Het evenwichtszintuig.
C
Het gezichtszintuig.
D
Het tastzintuig.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Beschermen van de lederhuid tegen ziekteverwekkers.
B
Beschermen van de opperhuid tegen beschadiging van buitenaf.
C
Pijnpunten stimuleren zodat je niet op de blaar gaat staan.
D
Talgklieren stimuleren zodat de huid soepel blijft.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan.
Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Trommelvlies – gehoorbeentjes – gehoorgang
B
Trommelvlies – gehoorgang – gehoorbeentjes
C
Gehoorbeentjes – trommelvlies – gehoorgang
D
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Enkele delen van een oog zijn het harde oogvlies, de iris, het netvlies en de pupil.
Als je iemand aankijkt, wel deel kunt je dan niet zien?
A
De iris.
B
De pupil.
C
Het harde oogvlies.
D
Het netvlies.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
2
B
4
C
6
D
7

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding is een doorsnede van
een oog schematisch getekend.

Welk nummer geeft het vaatvlies aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je vanuit een kelder naar buiten in de zon stapt, wat gebeurt er dan met de pupil?
A
Hij wordt groter, zodat er meer licht op je netvlies valt.
B
Hij wordt groter, zodat er minder licht op je netvlies valt.
C
Hij wordt kleiner, zodat er meer licht op je netvlies valt.
D
Hij wordt kleiner, zodat er minder licht op je netvlies valt.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor wordt het prikkelende deeltje waargenomen?
A
Door een klier.
B
Door een pijnpunt.
C
Door een zenuw.
D
Door een zintuigcel.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Alleen Job heeft gelijk.
B
Alleen Line heeft gelijk.
C
Job en Line hebben allebei gelijk.
D
Geen van beiden heeft gelijk.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De trainer moet de olifant prikkelen.
Welk zintuig is het sterkst ontwikkeld bij de olifant?
A
Het gehoorzintuig.
B
Het gezichtszintuig.
C
Het reukzintuig.
D
Het smaakzintuig.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De degenslikker moet leren niet te braken als het metaal zachtjes langs de keel naar de slokdarm en de maag wordt gebracht.
Welke zintuigen worden daar geprikkeld?
A
Drukzintuigen.
B
Reukzintuigen.
C
Smaakzintuigen.
D
Tastzintuigen.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Behalve zintuigen speelt bij de act van de degenslikker ook het zenuwstelsel een rol.
Via welk onderdeel of welke onderdelen?
A
Alleen de hersenen.
B
Hersenen en zenuwen.
C
Alleen het ruggenmerg.
D
Hersenen, ruggenmerg en zenuwen.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In het spookhuis worden hun pupillen klein.
Hoe heet deze reactie?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In het spookhuis voelen ze plotseling een ijskoude draad over hun lijf gaan. De meiden gillen van angst.
Met welke twee zintuigen nemen ze de ijskoude draad waar?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je ver kijkt wordt je lens
A
bol
B
rond
C
plat
D
gevlekt

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oudere mensen die niet goed kunnen lezen (van dichtbij) zijn.......
A
Bijziend
B
Nachtblind
C
Kleurenblind
D
Verziend

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je bijziend bent heb je dan een + of - bril nodig?
A
+
B
-

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het als iemand van dichtbij goed ziet, maar van ver-weg niet?
A
Verziend
B
Dichtziend
C
Bijziend
D
Aanziend

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geluidstrillingen.
Oorschelp
Trommelvlies en gehoorbeentjes.
Slakkenhuis
Zenuwen

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hersenen
Zenuwen
Ruggenmerg

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vaste, snelle onbewuste reactie op een bepaalde prikkel noem je een..
A
impuls
B
respons
C
reflex
D
bewuste reactie

Slide 41 - Quizvraag

ONBEWUST BETEKENT OOK DAT HET NIET (Meteen)NAAR JE HERSENEN GAAT?

EXTRA: Hoe komt het dat een reflex reactie sneller is dan een normale reactie?

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

A
F
Kijk eens naar de afbeelding van het kattenpootje dat op een spijker trapt, dan kunnen we de reflex stap voor stap volgen van A naar F. Opdracht zit op volgende slide.

Slide 43 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

tik me
Koppel de LETTERS naar passend stelling.
Tip: Als je alle letters koppel lees je een logisch verhaal van A tot F. ( C en G zijn samen).
De spijker veroorzaakt een pijnprikkel.
De pijnprikkel wordt in de huid in een voor pijn gevoelige zintuigcel omgezet in een impuls.
De impuls gaat over de gevoelszenuw naar het ruggenmerg.
De impuls wordt door een schakelcel overgenomen.
De schakelcel geeft de impuls door aan de bewegingszenuw.
De bewegingszenuw geeft een impuls aan de spier die samentrekt waardoor de kat z’n poot terugtrekt.
A
B
C
D
E
F

Slide 44 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bewegingszenuw
Gevoelszenuw

Slide 45 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een roofvogel heeft een extra grote gele vlek.
Wat is het voordeel daarvan?

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Koppel het juiste begrip aan het juiste voorbeeld.
Geluid
Elektrisch signaaltje
Gehoorzenuw
Smaakknopje
Oor
Zenuw
Zintuig
Impuls
Prikkel
Zintuigcel

Slide 47 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Isabella is geboren met een oogafwijking, waarbij de spiertjes in haar iris niet goed werken.
Hierdoor kan zij bijna niet zien in het donker.
Leg uit waarom zij in het donker niet goed kan zien.

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding zie je een afbeelding van een Boxer en een Duitse Dog. Hoe goed een hond
kan ruiken, verschilt per ras.

Welke van deze twee hondenrassen kan beter ruiken, de boxer of de Duitse Dog? Leg je antwoord uit.

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies