europese unie

Het ontstaan van de Europese Unie.



1 / 58
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3,5

In deze les zitten 58 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het ontstaan van de Europese Unie.



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel.

Aan het eind van deze presentatie kun je uitleggen hoe de Europese Unie is 
ontstaan en hoe het werkt. Ook weet je wat de Europese Unie (EU) betekent voor de landen in Europa. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om te starten moesten de Europese erfvijanden echter bij elkaar worden gebracht.
Nederland, Belgie, Luxemburg, West - Duitsland, Italie en Frankrijk.

Dit is het startsein voor een steeds verder doorgevoerde Europese integratie. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De volgende stap tot samenwerking was de oprichting in 1957 van de Europese Economische Gemeenschap. De landen van de EEG wilden met elkaar samenwerken op het gebied van handel en industrie. Dit vergrootte de markt en versterkte de concurrentie-positie met de V.S. en Japan.
 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steeds meer landen werden lid van de EEG 
Steeds meer landen aangetrokken door de voordelen van economische samenwerking.

1967: Dee EEG wordt de EG

Handel tussen de landen werd vrij. Zij hoeven op alles geen invoerrechten meer te betalen. 

Hierdoor Daarnaast werden 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om  economisch samen te werken, moet er ook op politiek niveau samengewerkt worden. 
En gaan ze Gaan ze o.a. ook op het gebied van millieu samenwerken.

Daarnaast werden steeds meer landen aangetrokken door de voordelen van economische samenwerking.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1992: Verdrag van Maastricht-> oprichting  EU:
1. Grotere bevoegdheden parlement
2. Vrij verkeer van goederen, diensten en personen
3. Invoering gemeenschappelijk valuta

Na einde Koude Oorlog snelle groei richting Oost-Europa

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Europese Unie. 

In 1992 werd besloten tot de oprichting van de Europese Unie (EU). 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Europese Unie.

Binnen de unie is er één markt. Burgers  van de lidstaten kunnen binnen de EU  vrij reizen. Ook kunnen burgers vrij wonen, studeren en werken in de lidstaten. Bedrijven uit lidstaten kunnen zich overal vestigen en hoeven geen invoerrechten te betalen.  
Een aantal landen wilde zelfs zo ver gaan om een gezamelijke munt in te voeren.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht Europese eenwording
  • 1951 oprichting EGKS
  • 1957 oprichting EEG
  • 1973 / 1980 uitbereidingen
  • 1985 verdrag van Schengen
  • 1992 verdrag van Maastricht -> Europese Unie
  • 1 januari 2002 Euro

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe het begon.
Na de Tweede Wereldoorlog drong de VS er op aan om meer samen te gaan werken. 

Ook moest oorlog in de toekomst  worden 
voorkomen.

Periode van de wederopbouw. 

Robert Schuman kwam met het Schumanplan. 




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1951 : Oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. (EGKS).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marshallplan
EGKS

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In 1951 wordt Nederland lid van de  van de EGKS.
Kolen en staal zijn nodig voor wederopbouw, maar ook voor oorlogsindustrie: elkaar in de gaten houden. 
Doelen:
-Geen oorlog
-Geen eco crisis meer
-Samen sterk tegen SU

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 4 landen deden met het Schumanplan mee
A
Frankrijk, West-Duitsland, Spanje Griekenland.
B
Frankrijk, West-Duitsland, Luxemburg, Nederland,
C
West-Duitsland, Nederland, Belgie en Engeland.
D
Frankrijk, West-Duitsland, Rusland, Nederland.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Europese Economische Gemeenschap 
EEG wordt in 1957 opgericht; gemeenschappelijke markt
  • Vrijhandel in EEG
  • gezamenlijke Importheffing





VS
1968: Douane-unie
Geen invoer-rechten

Slide 16 - Tekstslide

Binnen de EEG kunnen landen goederen en diensten aan elkaar verkopen zonder daar belasting over te betalen

> Economie groeit enorm tov VS en GB
Europese Raad
In 1974 opgericht
Regeringsleiders van alle lidstaten
Bepaalt het beleid
Behandelt politieke kwesties

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1985 Verdrag van Schengen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schengen: vrij verkeer van personen
  •  In 1985 werd in Schengen een verdrag ondertekend tussen 5 landen. Ze spraken af om vrij verkeer voor personen mogelijk te maken.
  • De paspoortcontrole werd afgeschaft, en zo ontstond een gebied zonder binnengrenzen: de Schengenzone
  • Steeds meer landen sloten zich aan bij deze Schengenzone. Eind 2008: 26 landen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitbreiding van de Samenwerking
Na de Koude Oorlog ging het verder met de Europese Intergratie (Op gaan in een groter geheel). 

Vanaf 1991 gingen de 12 EEG landen nauwer samenwerken in de Europese Unie (EU). 
  1. Lidstaten schaften grenscontroles af. 
  2. En er zou een Europese munt komen: De Euro. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdrag van Maastricht
Met het Verdrag van Maastricht in 1992 werd de Europese Unie officieel gevormd, hierop volgde in 2002 de invoering van de Euro als een gemeenschappelijke munt.
Er kwam nog meer economische en politieke samenwerking in Europa.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Een Europese grondwet?


  • In 2004 is besloten dat er een Europese grondwet zou komen. 
  • Hierover mochten de inwoners van Europa in een referendum beslissen.
  • Sommigen schrokken: zoveel macht voor Europa?!
  • De inwoners van Nederland en Frankrijk stemden tegen: de Europese grondwet kwam er niet. Er is dus nog geen 'Verenigde Staten van Europa'.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitbreiding EU 
In 2004 komen veel Oost Europese landen bij de EU. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verdrag van Lissabon 

Vanaf 2007 werd er gewerkt aan een verdrag met hervormingen en  alsnog een Europese grondwet (Verdrag van Lissabon). Het kostte 2 jaar voordat alle landen het goedgekeurd hadden.
Op 1 december 2009 trad het in werking.

Europa moest democratischer en bestuurbaarder worde!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verenigd Koninkrijk: geen €
Denemarken: geen €
Zweden: geen €
Polen: geen €
Hongarije: geen €
Roemenië: geen €
Bulgarije: geen €
Tsjechië: geen €

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verdrag van Lissabon (1992)

Inmiddels behoren 28 landen tot de Europese Unie. 

Europa moest democratischer worden.

In het laatste verdrag is ook vastgelegd hoe landen de EU kunnen verlaten. (Brexit)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultaten
  •  De Europese samenwerking heeft veel opgeleverd.
  • Door de samenwerking kunnen wij economisch en politiek weerstand bieden aan grootmachten als Amerika en China.
  • Daarbij is er door de samenwerking en het gedeelde belang al erg lang vrede op een continent dat voor de samenwerking het toneel was geweest van twee wereldoorlogen. 
  • Europese integratie heeft dus bijgedragen aan de toenemende welvaart en veiligheid in Europa.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen.

  1. Nederland moet net als Engeland uit de EU stappen.
  2.  De Europese Unie is nog steeds een goed idee, we moeten alleen het systeem verbeteren.
  3. Eigenlijk moeten wij nog veel meer samenwerken. Europese landen zouden eigenlijk op moeten gaan in een Verenigde staten van Europa.
  4. Nederland moet de gulden weer invoeren, door de Euro is alles duurder geworden. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke volgorde is juist?
A
EGKS, EU, EG, euro
B
Euro, EU, EG, EGKS
C
EGKS, EG, EU, euro
D
EGKS, EG, euro, EU

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 28 landen lid van de EU.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met de euro kun je in de hele EU betalen .
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De EU bestaat sinds....
A
1951
B
2002
C
1993
D
1989

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de Franse minister, die er voor zorgde dat Frankrijk en Duitsland na WOII weer gingen samenwerken.
A
Chamberlain
B
Chateaubraind
C
Balzac
D
Schuman

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 1992 werd de Europese Unie opgericht. In welke Nederlandse plaats?
A
Maastricht
B
Rotterdam
C
Den Haag
D
Amsterdam

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Europese Unie heeft ervoor gezorgd dat dierproeven voor het maken van cosmetica verboden zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om als land toe te treden tot de EU moet je de mensenrechten beschermen.
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De EU heeft meer inwoners dan de Verenigde Staten.
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt de Europese Unie?

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europese Commissie

  • Dagelijks bestuur. Europese Commisie maakt voorstellen voor wetten.  De Europese commissie  controleert ook of alle EU - landen die wetten invoeren. 
  • Bestaat uit 27 commissarissen (vergelijkbaar met onze ministers).  Uit elke lidstaat komt  een Eurocommissaris. 
  • Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor een beleidsterrein. (een thema)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Raad van Ministers
  • Bestaat uit ministers van alle lidstaten.
  • De samenstelling van de Raad is afhankelijk van het onderwerp dat besproken wordt. 
  • Is het thema onderwijs , komen de ministers van onderwijs uit alle EU-landen bijelkaar. 
  • Zo behartigen de ministers hun landsbelang.
  • Bepalen het beleid van de Europese Commissie.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europees Parlement


  • Het Europees Parlement bestaat uit 720 leden. Ze worden iedere vijf jaar door de burgers van de lidstaten gekozen. Hoe meer inwoners een lidstaat heeft, hoe meer zetels dat land heeft in het Europees Parlement. 
  • Het Parlement beslist over de wetsvoorstellen van de Europese Commissie.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Burgers van de Europese lidstaten kiezen elke 5 jaar leden voor het Europees parlement. 

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europese Raad
Onderwerp
Wetsvoorstel
Besluit
Europese Commissie

Europees Parlement

Europese Commissie

+
Europese Raad
+

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is Ursula von der Leyen. Wat is haar functie in de EU?
A
Voorzitter Europees Parlement
B
Voorzitter Raad van Europa
C
Voorzitter Europese Commissie
D
President van Europa

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Regeringsleiders en staatshoofden van alle lidstaten samen bepalen de beleidslijnen.

4 keer per jaar een Europese Top.

Extra 'toppen' 
bootvluchtelingen. millieu 
 
       Charles Michel voorzitter
Europese Raad

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het dagelijkse bestuur van Europa heet....
A
De raad van Europa
B
Het Europese parlement
C
De Europese commissie

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van de Raad van Europa?
A
De parlementaire democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten verdedigen
B
De economieën van de verschillende lidstaten controleren en bewaken.
C
Europese wetten en regels opstellen en controleren op naleving.
D
Democratie invoeren in alle lidstaten.

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

uitdagingen.
  • Europa is niet alleen maar een succesverhaal.
  • Er speelt altijd de tegenstelling tussen samenwerking en zelf kunnen bepalen.
  • Daarnaast heeft men in het begin niet goed nagedacht over belangrijke punten. 
  • wat te doen als een deelnemer de rest belazert of wat als een land niet meer mee wil doen.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen
  • Afwijzen Europese grondwet in 2004 in een referendum in NL en FR; er is wantrouwen over de macht van "Brussel".
  • Economische crisis van 2008: de EU moest Zuid-Europese landen met honderden miljarden steunen.
  • aanval van Rusland op de Krim (onderdeel Oekraïne) in 2014. De EU kon niets doen, maar leden als Estland , Letland en Litouwen voelden zich zeer bedreigd.
  • vanaf 2014 sluit de EU zijn grenzen voor vluchtelingen uit Afrika en Azië.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • De bereidheid om samen te werken bleek tijdens de vluchtenlingencrisis ook ver te zoeken.
  • Daarbij roept ook het democratische gehalte van de EU de nodige vraagtekens op.

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog een probleem:
veel nationalisme in landen;
In 2016 kiest GB voor Brexit

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EU en oorlog Oekraïne 
EU landen steunen Oekraïne: 
Wapens en geld. 
Geen soldaten!!
Maar wat als Rusland een EU land aanvalt? 
voorbeeld: Raket in Polen. 
Discussie in NL; Dienstplicht invoeren. 

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drieging Poetin!
Nu steunt de EU Oekraïne financieel en wil Oekraïne toelaten in de EU
De EU is een sterk financieel, maar zal ook meer richting samenwerking op defensiegebied gaan.  

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lid worden van de EU
 kandidaat lidstaat Oekraïne 

Slide 56 - Tekstslide

Kandidaat lid sinds zomer 2022 en er wordt niet verwacht dat Oekraïne binnenkort aan deze criteria zal voldoen. Zo zal de Oekraïense regering noodzakelijke hervormingen moeten doorvoeren om de rechtsstaat en de democratie te versterken en corruptie te bestrijden. Ook moeten nog veel Europese regels worden ingevoerd en is de Oekraïense economie nog niet klaar voor de Europese interne markt, al is Oekraïne de afgelopen jaren meer en meer met de EU verstrengeld geraakt.

Turkije ook kandidaat lid
Albanië
Bosnië en Herzegovina.
Moldavië
Montenegro.
Noord-Macedonië
Servië
Turkije.
Oekraïne.

Slide 57 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 58 - Video

Deze slide heeft geen instructies