06 11 22 De hersenen

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
afpMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hersenen 

Slide 6 - Tekstslide

Wat heb je vandaag allemaal gedaan, waar je hersenen bij betrokken was?

Slide 7 - Woordweb

De hersenen
De hersenen zijn onderdeel van ons zenuwstelsel. Bij alle activiteiten die je onderneemt is het zenuwstelsel betrokken:
  • Voelen
  •  Bewegen van spieren
  • Bewust zijn van je omgeving
  • Kunnen slapen en wakker zijn
  • Kunnen praten
  • Begrijpen wat je hoort

 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Functie van de hersenen
Verantwoordelijk voor:
- De centrale regulatie van alle organen in het lichaam
- De opname van alle binnenkomende informatie
- De coördinatie van gepaste reacties op binnenkomende prikkels

Bestaan uit verschillende gebieden met eigen functies, maar zijn toch een geheel.

Slide 10 - Tekstslide

Hersenen
Grote hersenen (cerebrum), tussenhersenen, hersenstam en kleine hersenen (cerebellum).

Slide 11 - Tekstslide

Grote hersenen (cerebrum)

  • Bestaan uit een linker en een rechter hemisfeer (hersenhelft)
  • Beide helften zijn gescheiden door een diepe spleet
  • Beide helften zijn verbonden door corpus callosum (hersenbalk)
  • Veel vouwingen om meer oppervlak voor zenuwcellen te maken (hersenschors)

De grote hersenen bestaan uit 4 kwabben/gebieden...

Slide 12 - Tekstslide

Grote hersenen (Cerebrum)
De grote hersenen regelen:
  • Alle vrijwillige bewegingen 
  • Het denken en de intelligentie (leren van nieuwe dingen)
  • Het bewustzijn, het geheugen en de persoonlijkheid.

Zij verwerken bovendien alle zintuigelijke informatie van binnen en van buiten het lichaam en zorgen ervoor dat er correct op wordt gereageerd 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke hersenhelft is dominant?

Klap nu gewoon in je handen zoals je dat normaal zou doen en houd je handen bij elkaar vast.

Kijk naar je handen. Welke hand (duim) is boven?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht: zoek uit wat de functies zijn van de verschillende kwabben: 
  1. Voorhoofdskwab (Frontaal kwab)
  2. Wandbeenkwab (Pariëtaal kwab) 
  3.  Slaapbeenkwab (Temporaal kwab)
  4. Achterhoofdskwab (Occipitaal kwab)

Slide 19 - Tekstslide

1. Voorhoofdskwab (frontaalkwab)
  • planning
  • organiseren
  • geheugen
  • impulscontrole
  • het oplossen van problemen
  • selectieve aandacht
  • besluitvorming
  • beheersen van gedrag en emoties.

Slide 20 - Tekstslide

2. Wandbeenkwab (pariëtaalkwab)

  • Sensorische informatie; pijn, gevoel warm, koud
  • Ruimtelijke oriëntatie
  •  Centraal: aansturing grove motoriek
  •  Lateraal: Aansturing fijne motorieken en sensoriek, bv handen en  gezicht 
  • Voorkomt stoten. 

Slide 21 - Tekstslide

3. Slaapbeenkwab (Temporaal kwab)
  • verwerken auditieve informatie
  • taalbegrip
  • gehoorvermogen
  • geheugen
  • gedrag
  • concentratie
  • visuele waarneming
  • categoriseren van voorwerpen
  • geur- en smaakherkenning.

Slide 22 - Tekstslide

4. Achterhoofdskwab ( Occipitaal kwab)

  •  Ontvangen en verwerken visuele informatie
  •  helpen bij waarnemen kleuren en vorm.

Slide 23 - Tekstslide

De hersenstam
  • De verbinding tussen de hersenen en het ruggenmerg. 
  • Verantwoordelijk voor de vitale functies. 

Slide 24 - Tekstslide

De kleine hersenen  (cerebellum)
  • Coördineren houding, bewegingen  en 
motorische vaardigheden via de verbindingen met
de grote hersenen, de hersenstam en het ruggen-
merg. 

Slide 25 - Tekstslide

De tussenhersenen (diencephalon)
Liggen tussen de hersenen en de hersenstam en bevatten twee belangrijke controlecentra:

  • De thalamus; is schakelstation voor sensorische zenuwen. Ontvangt, verwerkt en verstuurd.
  • De hypothalamus; controlecentra die lichaamstempratuur, bepaalde gedragingen, dorst, honger en slaap reguleren. Regelt ook de hormoonuitscheiding van het hersenaanhangsel (hypofyse)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Waar in de hersenen worden de vitale functies aangestuurd?
A
De hersenstam
B
De kleine hersenen
C
De grote hersenen
D
Het ruggenmerg

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Wat doen je hersenen wanneer
je te weinig slaapt ...denk je?!
A
Groeien
B
Krimpen
C
Langzamer worden
D
Sneller worden

Slide 30 - Quizvraag

Vraag: 
Een zorgvrager heeft na een beroerte krachtsvermindering in haar linkerarm en -been.
Leg uit waar de beroerte zit: links of rechts? Voor, midden of achter?

Slide 31 - Tekstslide

Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel werkt snel, via elektrische prikkels die worden voortgeleid langs de uitlopers van zenuwcellen (neuronen). De zenuwcellen dragen de prikkels over door een boodschapperstof (neurotransmitter). 

Slide 32 - Tekstslide

Zenuwcellen (neuronen)

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

timer
1:00
Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen
Ruggenmerg

Slide 35 - Sleepvraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide