3.2 Het Christendom wordt belangrijker

Hoofdstuk 3
3.2 Het Christendom wordt belangrijker
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
3.2 Het Christendom wordt belangrijker

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
  • Kun je uitleggen hoe monniken het christendom verder verspreidden in Europa.

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Wat weet je nog? (+- 10 min)
  • Uitleg (+- 20 min)
  • Opdrachtje (+- 15 min)

Slide 3 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit hoe het hofstelsel werkt

Slide 5 - Open vraag

Leg uit hoe het leenstelsel werkt

Slide 6 - Open vraag

Sommige mensen (Friesland en delen van Duitsland) geloofden nog in natuurgodsdiensten. De Christenen noemden hen heidenen

Slide 7 - Tekstslide


Verspreiden van het geloof

  • Frankische koningen stuurden missionarissen op de heidenen af om ze te bekeren tot het christelijke geloof. 
  • Een bekende missionaris in Nederland was Bonifatius.
Missionaris= Persoon die het christendom verspreidt

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Kloosters
  • Sommige mensen wilden zich afzonderen van de ''zondige wereld'' en wilden zich alleen maar bezig houden met het geloof.
  • Ontstaan kloosters.
  • Vrouwen worden nonnen en mannen worden monniken. 
Klooster= Gebouw waar monniken of nonnen leven om zich helemaal aan hun geloof te wijden.
Non: Vrouw die haar leven aan haar geloof heeft gewijd en in een klooster woont.

Monnik: Man die zijn leven aan zijn geloof heeft gewijd en in een klooster woont.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video


Leven in een klooster

Zou jij kunnen leven in een klooster?
2.30: opstaan
2.30 - 3.00: studie en meditatie
3.00 - 5.00: kerkdienst /bidden
5:00 - 6:00: studie en meditatie
6:00 - 7:30: kerkdienst /bidden
7:30 - 8:00: werken
8:00 - 9:30: kerkdienst /bidden
9.30 - 12.00: werken
12.00 - 13.30: kerkdienst /bidden
13.30 - 14.00: avondeten
14:00 - 16:15: werken
16:15 - 17:30: kerkdienst /bidden
17:30 - 18:00: studie en meditatie
18:00 - 18:30: kerkdienst /bidden
19:00: slapen


  • In een klooster werd veel gebeden door de monniken en nonnen, maar ze werkten ook hard, bijvoorbeeld op het land.
  • Daarnaast verzorgden zij de zieken en hielpen mensen bij hun geloof in God.




Slide 12 - Tekstslide




  • In de kloosters werden soms ook oude boeken overgeschreven. 
  • Dit duurde heel lang: het was dus echt 'monnikenwerk'.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Een vrouwelijke monnik
wordt een non genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Het verzorgen en genezen van zieken
was één van de taken van monniken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving
van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 17 - Quizvraag

Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Opdracht: monnikenwerk
Teken je eigen letter!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
3.2 Het Christendom wordt belangrijk 

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk

opdr. 3, 6, 7, 8 en 9


Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe monniken het christendom verder verspreidden in Europa. 
  • Je kunt met voorbeelden laten zien dat het christendom belangrijk was voor de middeleeuwen.
  • Je kunt de drie standen in de middeleeuwse samenleving beschrijven.

Slide 23 - Tekstslide

Planning
  • Wat weet je nog? (+- 10 min)
  • Uitleg (+- 20 min)
  • Huiswerk maken (+- 15 min)

Slide 24 - Tekstslide

Christendom in de
Middeleeuwen

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Video

Standensamenleving
In de middeleeuwen ontstond een standensamenleving.
Er waren drie standen:

  1. De geestelijkheid (priesters, monniken, paus, enz.)
  2. De adel (koningen, hertogen, ridders, enz.)
  3. De boeren (vrije boeren en horigen)

Slide 27 - Tekstslide

Kijk goed!
Herken jij de drie standen?

Slide 28 - Tekstslide

3: De standensamenleving in de Middeleeuwen was opgedeeld in 3 standen. Sleep de juiste stand naar de bijbehorende afbeelding.
Geestelijkheid
Boeren
Adel

Slide 29 - Sleepvraag

In de Late Middeleeuwen was de samenleving verdeeld in een standenmaatshappij. Sleep de drie standen naar de juiste plek in de afbeelding:
Geestelijkheid
Adel
Boeren

Slide 30 - Sleepvraag

Eigen taken
Iedere stand had zijn eigen taak:

  • De geestelijkheid zorgde voor het contact met god.
  • De adel zorgde voor bescherming.
  • De boeren zorgden voor het voedsel. Alleen de 3e stand (boeren) betaalde belasting.

Slide 31 - Tekstslide

Sleep de kenmerken naar de juiste standen
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
De geestelijken
De adel
De boeren
Moest vechten
Moest werken
Moest bidden

Slide 32 - Sleepvraag

Huiswerk

opdr. 3, 6, 7, 8 en 9


timer
10:00

Slide 33 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
3.2 Het Christendom wordt belangrijker

Welkom!
Pak je agenda, schrift en boek erbij!

Slide 34 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
  • Kun je uitleggen hoe monniken het christendom verder verspreidden in Europa.

Slide 35 - Tekstslide

Planning
  • Wat weet je nog? (+- 10 min)
  • Video (+- 15 min)
  • Huiswerk maken (+- 10 min)
  • Kahoot (+- 10 min)

Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk
Voor donderdag: paragraaf 3.2 opdracht 1, 2, 4 en 10
timer
2:00

Slide 37 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 38 - Tekstslide

Wat hoort er niet bij?
A.  Heidenen
B. Missionaris 
C. Bekeren
D. Romeinse Rijk

Slide 39 - Tekstslide

Wat hoort er niet bij?
A.  Heidenen
B. Missionaris 
C. Bekeren
D. Romeinse Rijk

Slide 40 - Tekstslide

Wat hoort er niet bij?
A.  Priester
B. Non
C. Monnik
D. Klooster

Slide 41 - Tekstslide

Wat hoort er niet bij?
A.  Priester
B. Non
C. Monnik
D. Klooster

Slide 42 - Tekstslide

Wat hoort er niet bij?
A. Woeste gronden
B. Hofstelsel
C. Domeinheer
D. Paus

Slide 43 - Tekstslide

Wat hoort er niet bij?
A. Woeste gronden
B. Hofstelsel
C. Domeinheer
D. Paus

Slide 44 - Tekstslide

Wat hoort er niet bij?
A. Adel
B. Geestelijken
C. Non
D. Eerste stand

Slide 45 - Tekstslide

Wat hoort er niet bij?
A. Adel
B. Geestelijken
C. Non
D. Eerste stand

Slide 46 - Tekstslide

Video
Jullie gaan een video bekijken over de verspreiding van het Christendom door missionarissen in Friesland. 
Maak ondertussen de kijkvragen. LET OP! De vragen staan niet op volgorde. Je krijgt na de video nog wat tijd om het af te maken. 


Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Bespreken!

Slide 49 - Tekstslide

Huiswerk
Voor donderdag: paragraaf 3.2 opdracht 1, 2, 4 en 10

Slide 50 - Tekstslide

Kahoot
https://create.kahoot.it/share/3-1-3-2-memo-h3-kastelen-kloosters-en-steden/b5b49780-c8ed-4a05-a892-f8117144bf16

Slide 51 - Tekstslide