OFL Wk1.2

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
taalkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

07:20
Welke klank leren kinderen het minst snel?
A
a
B
e
C
u
D
i

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

08:47
Marc van Oostendorp zegt dat alle Nederlanders (jij dus ook!) woorden aan elkaar vast plakken. Met dat in het achterhoofd, kun je dan bedenken waarom het leren van een buitenlandse taal nu zo moeilijk is?

Slide 4 - Open vraag

Omdat je de woorden nog niet kent, is het moeilijk ze van elkaar te onderscheiden. Je hoort dus niet wat de losse woorden zijn.
11:23
Wat is het verschil tussen Nederlands en Engels in de woordvolgorde?

Slide 5 - Open vraag

In het Nederlands verplaatst het werkwoord in de bijzin zich naar achter, terwijl in het Engels de volgorde niet verandert. 
m.a.w. In het Nederlands staat het werkwoord vaak achteraan in de zin, terwijl dit in het Engels niet zo is. 
11:49
Vinden Nederlandse kinderen het moeilijk om de woordvolgorde te leren?

Slide 6 - Open vraag

Nee, kinderen hebben kennelijk al snel door wat de woordvolgorde is. 
13:33
Wat zegt Marc van Oostendorp over een taal perfect te leren op latere leeftijd?

Slide 7 - Open vraag

Dat je na een bepaalde leeftijd bijna niet meer kunt leren om een bepaalde klank te maken. Het aanleren van die klanken hoort bij de vroegste periode in de ontwikkeling van de mens. 
14:12
Kun je een verklaring geven waarom Aziaten die niet in Nederland geboren zijn 'lijst' zeggen in plaats van 'rijst'?

Slide 8 - Open vraag

Ze kunnen het verschil niet horen tussen de 'r' en de 'l'. Dit heeft niets met de spieren in de mond te maken, maar in de hersenen wordt hetzelfde gebied geactiveerd. 
Vorige les
Bespreek de uitkomsten van je interview met je buur. 

Hierna maken we met de klas een woordweb over jullie eerste woordjes. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerste woordjes

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

§ 1.2 Waar komt taal vandaan?
We gaan nu uitzoeken waar taal vandaan komt. Je gaat hiervoor zelf onderzoek doen op je Chromebook : je gaat research doen!

Beantwoord iedere vraag op de bijbehorende slide. De docent kan je antwoorden zien.   

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op je Chromebook op wat een taalfamilie is. Bespreek dit met je buur en vul hieronder je antwoord in.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op wat de wortels van het Duits, Spaans, Frans en Engels zijn. Doe dit zoals het voorbeeld: Nederlands > Germanic > West Germanic > Low Franconian

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de drie belangrijkste Europese taalfamilies? Hoe heten deze taalfamilies in het Nederlands? (gebruik mijnwoordenboek.nl om vertalingen op te zoeken)

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Romaanse taal
Germaanse taal
Sleep de volgende talen naar de juiste kolom
Nederlands
Frans
Spaans
Engels
Duits

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar komen de termen "Germaanse" en "Romaanse" taal vandaan?
Zoek op wikipedia naar "Germaanse talen" en "Romaanse talen"

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak het werk van deze week af. Heb je alles al af? 
Dan heb je geen huiswerk!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies