Week 48, les 1, 2e klas (Luisteren, Lezen, Brief 1 nakijken)
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
être
=
zijn
timer
0:30
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
sommes
sont
suis
êtes
es
est
Slide 5 - Sleepvraag
Avoir = hebben
timer
0:30
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 6 - Sleepvraag
JOUER
=
Spelen
timer
0:30
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
jou + ons
jou + ent
jou + e
jou + ez
jou + es
jou + e
Slide 7 - Sleepvraag
Faire
=
doen
timer
1:00
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
faisons
font
fais
faites
fais
fait
Slide 8 - Sleepvraag
Koppel de voltooid deelwoorden aan het juiste werkwoord.
Sleep blauw naar rood
timer
0:30
P.C.
avoir
acheter
habiter
faire
être
oublier
été
habité
fait
oublié
eu
acheté
Slide 9 - Sleepvraag
FAIRE
AU P.C.
timer
0:30
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
avons fait
ont fait
ai fait
avez fait
as fait
a fait
Slide 10 - Sleepvraag
Hoe zeg je: Ik ben in Frankrijk geweest.
timer
0:30
Slide 11 - Open vraag
Kies het juiste antwoord:
La maison est très _______ (grand)
La maison est très _______ (grand)
A
grande
B
grand
C
grands
D
grandes
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de goede vorm:
C'est une .........(beau) voiture (vr).
C'est une .........(beau) voiture (vr).
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles
Slide 13 - Quizvraag
Hoe zeg je: Mijn zus is sportief.
timer
0:30
Slide 14 - Open vraag
Wanneer gebruiken we "faire de"?
A
Balsporten
B
Overige sporten
C
Muziekinstrumenten
Slide 15 - Quizvraag
Wanneer gebruiken we "jouer de"?
A
Balsporten
B
Overige sporten
C
Muziekinstrumenten
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de samentrekking van 'de + le'?
A
de le
B
de l'
C
du
D
des
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de samentrekking van 'à + le'?
A
à le
B
au
C
à l'
D
aux
Slide 18 - Quizvraag
Je joue ... guitare (vr)
timer
0:20
Slide 19 - Open vraag
Je joue ... foot (m)
timer
0:20
Slide 20 - Open vraag
Hoe zeg je: Ik heb voetbal gespeeld met mijn grote broer.
timer
1:00
