Les 4 bedrijfskunde

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Vraag 1
Beschrijf in je eigen woorden
wat Javier tegen marketing heeft.

2 In de marketing geldt de gouden stelregel ‘Don't sell features, sell benefits’. Leg uit wat deze regel betekent en hoe dat in het cabaretprogramma van Javier tot uitdrukking komt.

vraag 6
Waarom denk je dat tegenwoordig de meeste bedrijven werken volgens het marketingconcept?

Vraag 7
Waarom is customer service zo belangrijk in het marketingconcept?

Vraag 16
Soms zet je meerdere vormen van marketing tegelijkertijd in. Bedenk een voorbeeld uit de praktijk waarbij dat zo is.

Bijvoorbeeld: een bedrijf besluit om een evenement te

organiseren en verstuurt daarvoor uitnodigingen aan de vaste klantenkring. De klanten kunnen zich met behulp van een code aanmelden voor het evenement. De bedoeling van het evenement is om klanten te ontmoeten, ze een leuke dag te

bezorgen en ze tevens in de gelegenheid te stellen een nieuw product uit te proberen. Het bedrijf maakt dan gebruik van eventmarketing, direct marketing, relatiemarketing en experience marketing.

Vraag 2 welke functies heeft marktonderzoek?

Vraag 4 welke onderzoeken kun je doen als je de bedrijfspositie in kaart wilt brengen?

Vraag 7: Wat analyseer je met een klanttevredenheidsonderzoek?

Vraag 8: Wat onderzoek je bij een concurrentieanalyse?

Toets

Volgende week toet!

Huurkosten vallen onder:

1. Variabele kosten
2. Constante kosten

Loonkosten van vast personeel vallen onder:

1. Variabele kosten
2. Constante kosten

Verzendkosten vallen onder:

1. Variabele kosten
2. Constante kosten

Afschrijvingskosten vallen onder:

1. Variabele kosten
2. Constante kosten

Inkoopkosten vallen onder:

1. Variabele kosten
2. Constante kosten

Leg in je eigen woorden uit wat afschrijvingskosten zijn

Waardoor kan de vraag naar een product veranderen?

Wanneer de prijs daalt …… de vraag naar het product.

1. Daalt
2. Stijgt
3. Blijft gelijk

Wanneer de prijs stijgt …… de vraag naar het product.

1. Daalt
2. Stijgt
3. Blijft gelijk

Een TV is waarschijnlijk:

1. Inelastisch
2. Elastisch

Aardappelen zijn waarschijnlijk:

1. Inelastisch
2. Elastisch

Merkkleding is waarschijnlijk:

1. Inelastisch
2. Elastisch