Wonen in Nederland 3.2 Werken aan leefbaarheid

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 3.2
In beeld brengen van de leefbaarheid gebeurt aan de hand van een buurprofiel. Een buurtprofiel bestaat uit 3 onderdelen:
  1. woningkenmerken 
  2. bewonerskenmerken 
  3. kenmerken van de woonomgeving 

Mede op basis van dit buurtprofiel gaat een gemeente aan de slag met de leefbaarheid 

Slide 2 - Tekstslide

Verschil wijken en buurten:

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Tekstslide

Een woningkenmerk uitgelicht: 'eigendom'
Welke opties zijn er bij dit woningkenmerk?

Slide 6 - Open vraag

Eigendom:
-Koopwoning
-Particuliere huurwoning
-Sociale huurwoning via een woningbouwcorporatie
- Vrije sector via een woningbouwcorporatie


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Wat is het verband tussen het woningkenmerk 'eigendom' en de kwaliteit van een buurt'?
Leg ook uit waarom!

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de verhouding tussen huur- en koopwoningen in Nederland?
A
20% huur, 80% koop
B
40% huur, 60% koop
C
60% huur, 40% koop
D
80% huur, 20% koop

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

In Nederland relatief veel sociale huurwoningen, vooral in grote steden
Maar dat aantal (en aandeel) neemt af. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat kan het gevolg zijn voor de bewonerssamenstelling van een buurt als alle huurwoningen worden verkocht? (oorzaak-gevolg)

Slide 15 - Open vraag

Een voorbeeld van een juiste beschrijving:
-als alle huurwoningen in een buurt worden verkocht kunnen de bewoners met een laag inkomen niet meer in de buurt blijven wonen (oorzaak)

-waardoor het gemiddeld inkomen per huishouden in de buurt toeneemt / waardoor de buurt op sociaal-economisch vlak minder divers wordt.

Slide 16 - Tekstslide

Sociale cohesie: de samenhang (of cement) van de samenleving of wijkbevolking

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Aanpak van de stad
Stadsvernieuwing: Renovatie en sanering
Voorbeeld renovatie: Kolpingwijk
Voorbeeld sanering: Wolfskuil - opwaardering

Herstructurering --> hierbij gaat het om forsere ingrepen. Buurt/wijk/gebied krijgt een andere functie
Voorbeeld: terrein Gelderlander --> woongebied Waalfront


Slide 19 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen stadsvernieuwing en herstructurering?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Wat is gentrification?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Welke periode?
A
1880
B
1940
C
1950
D
1990

Slide 36 - Quizvraag

Welke periode?
A
1880
B
1960
C
1990
D
2010

Slide 37 - Quizvraag

welke periode?
A
1880
B
1930
C
1960
D
2000

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Video